Zomervacht
Jaap Robben
Jaap Robben (Auteur), Benjamin Leroy (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Geus, cop. 2008 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : GEDICHTEN : ROBB |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Geus, cop. 2008 |
JEUGD : GEDICHTEN : ROBB |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
De Geus, cop. 2008 |
JEUGD : GEDICHTEN : ROBB |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Geus, cop. 2008 |
Woord Jeugd Gedichten :
|
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Geus, cop. 2008 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ROBB |
31/12/2008
Knolletjes sokken zitten gevangen in kasten, een kampioen in gek doen bakt wortelspruitjesomelet en een auto wordt verliefd op een caravan: in Jaap Robbens Zullen we een bos beginnen, een dichtbundel vol verbeelding, kan het allemaal. De dichter vertrekt telkens vanuit een herkenbare, realistische situatie, en laat daar dan een kinderlijke logica en fantasie op los. Niet zelden levert dat een grappige pointe op, bv. in het gedicht over een mama op dieet: "Mijn moeder is bang / dat haar weegschaal bijt, / daarom eet ze alleen / een droge boterham / en een kop soep / rond etenstijd. // Zo raken wij elke dag / een plakje mamma kwijt. // Ze lijnt zichzelf een lijntje / en laat steeds meer liggen / op haar bord. / Ik ben weleens bang / dat ze ooit een puntje wordt."
Humor speelt een belangrijke rol in Robbens gedichten, maar de schrijver staat ook stil bij verdriet of maatschappelijke thema's, zoals het dragen van een hoofddoek. Gelukkig doet hij dat met een flinke dosis relativering en altijd vanuit kinderperspectief. De auteur verwerkt ook heel wat vragen in zijn gedichten. Op die manier verenigt hij de nieuwsgierigheid van kinderen met vleugjes filosofie. Het eerste gedicht van de bundel, 'Flessenpost', begint zo: "Waar zou mijn flessenpost nu zijn? / Is de poes al thuis? / Weten alle mensen samen / overal de weg? // De wereld lijkt soms zo groot, / terwijl hij naast mijn kast / op een poster past." Na een bespiegeling over de wereld keert de ik-persoon terug naar wat hij kent en naar zichzelf: "[...] een plein // waar wakkere mensen / woelend wachten, / turen naar hun wereldkaart / en luisteren naar hun gedachten: / waar zou mijn flessenpost nu zijn?" Een gedicht met een heel mooie opbouw, dat kinderen ongetwijfeld aan het denken zet. Robben rijmt overvloedig in deze bundel, maar het rijm lijkt spontaan te zijn ontstaan. Strakke rijmschema's volgt hij dan ook niet. De verzen vloeien en klinken lekker, hoewel het ritme hier en daar wel eens hapert.
Op de achterflap van de bundel lees je dat de gedichten bedoeld zijn voor lezers vanaf zeven jaar, maar ik vermoed dat wat oudere kinderen veel meer plezier zullen beleven aan deze poëzie.
Zullen we een bos beginnen is rijkelijk voorzien van zwart-witillustraties van Benjamin Leroy. Met mooie potloodlijnen voegt de illustrator een extra wereld aan de gedichten toe, waarin verbeelding en realiteit heerlijk door elkaar lopen. Leroy maakt van de bundel bovendien een sterk samenhangend geheel en gaat ook origineel aan de slag met de titel van het boek: op spreads zonder tekst laat hij letterlijk een bos groeien. Een fijn geheel van tekst en beeld. [Reine De Pelseneer]
Martijn Nicolaas
‘Zullen we een bos beginnen?’, ‘Is al het water ooit verdriet geweest?’. Veel van de 24 gedichten in deze uitgave beginnen met een vraag of een licht filosofische gedachte, eenvoudig verwoord, die uitnodigt tot nadenken. Verwonderend naar de wereld kijken en met een frisse blik gewone dingen bezien - fotolijstjes, knievelletjes, sokken - of in een heel ander daglicht zetten: de auto die na de vakantie verliefd is op de caravan. Maar ook een gedicht over een Turks meisje in de klas dat na de vakantie opeens een hoofddoek draagt. De gedichten zijn over het algemeen kort, rijmen op verschillende plekken en nieuwe woorden of uitdrukkingen worden niet geschuwd. De auteur is ook cabaretier, schreef eerder de bundels 'Twee vliegen' (2004) en 'De nacht krekelt' (2007) en is stadsdichter van Nijmegen. De sprankelende zwart-witte potloodtekeningen van Benjamin Leroy illustreren de gedichten en vullen de bladzijden vaak volledig. De tekeningen bij het titelgedicht worden vier keer in steeds dichtere gedaante herhaald; tot slot is er een echt bos ontstaan. Voor taalgevoelige kinderen vanaf ca. 7 t/m 11 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.