Architectuur in Brugge en Gent
Guido Deseyn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Vries-Brouwers, 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : OOST-VLAANDEREN 987 GENT |
31/12/2009
In zijn Gids voor oud Gent neemt Guido Deseijn je mee op een wandeling door acht delen van Gent. Deseyn vertelt daarbij vooral over de geschiedenis en de architectuur. Hij begint bij de moerassige oorsprong, en gaat verder o.m. in op het hoogtij van de neogotiek. We lezen hoe abten, graven en hertogen de stad bouwden en hoe Karel V haar kastijdde. De Beeldenstorm sloeg lelijke littekens, en kort daarop deden de calvinistische republiek en de Spanjaarden het werk nog eens over. De langste beeldenstorm teisterde de stad tijdens de Franse tijd, de Industriële Revolutie en de verdere industrialisering. Katoen- en andere baronnen vestigden hun rijkdom op 'gesaneerde' buurten en op de onderdrukking van hun werkvolk. Bij dat alles is veel oog voor gevels en kelders, fabrieksschoorstenen en bewaarde fragmenten.
Deseijn vermeldt niet hoe lang zijn wandelingen duren, en had de tijd aanzienlijk kunnen verkorten door huisnummers te vermelden. Als de auteur bovendien de hedendaagse bestemming van de panden had vermeld, dan had de lezer een oriëntatiepunt. Om de lezer aan te zetten zelf zaken te ontdekken, krijgt elke wandeling een slecht leesbare plattegrond mee uit de tijd van le Gand français. Een duidelijke, hedendaagse kaart is er niet, en ook een personen- en een zakenregister ontbreken. De aandacht voor de sociale evolutie van de stad is dan weer een pluspunt. Geen redelijk mens zal betwisten dat de socialisten de gangmakers geweest zijn van de ontvoogding van de arbeiders. Over de katholieke arbeidersbeweging en 'Het Volk' ('anti-socialistisch dagblad') vinden we echter geen woord.
De auteur ontsiert zijn tekst met talloze slordigheden. Zo lezen we dat het Korenstapelhuis door een brand werd vernield in 1896, terwijl het gebouw in het fotobijschrift afbrandde in 1898. Eigennamen spelt Deseijn verkeerd (Fullham, Durer, Gregoire Le Roy, Theo Van Rysselberghe...) en soms ligt hij in de knoop met het genus (het portus, het site). Bovendien gaat hij ervan uit dat iedereen voldoende Latijn kent om "loco, qui Gant vocatur" zonder vertaling te begrijpen. "Concusa manet" vertalen als "ik worstel en kom boven" is dan weer fout, het betekent veeleer: 'Hoewel het davert, blijft het bestaan.' Verder grossiert de auteur in gallicismen: "het gelijkvloers", "loten van de nieuwe verkaveling", "opbrengsteigendommen", "geklasseerde steegjes" enz. Typografische uitschuivers en omslachtige zinnen bemoeilijken de lectuur.
Wanneer je deze vierde herziene druk van 2008 leest, moet je er ten slotte op bedacht zijn dat 'eeuwwende' of 'de vorige eeuw' intussen meer dan honderd jaar achter je ligt. De Gids voor Oud Gent is dringend aan een vijfde ? en nu echt herziene ? uitgave toe. [John Heuzel]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.