Het is herfst : kijk- en zoekboek
Rotraut Susanne Berner
Rotraut Susanne Berner (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2008 |
JEUGD : VERHALEN GEEL-GROEN (6-7 J.) : BERN |
31/12/2009
Strips voor kinderen, ze komen tegenwoordig in alle maten en vormen, voor verschillende doeleinden. Maar het stripgenre heeft zo zijn eigen regels en beperkingen, en dat kan valkuilen inhouden voor de illustrator, zelfs al is het een absolute vakman/vrouw. De overbekende Rotraut Susanne Berner verstripte acht klassieke sprookjes, maar valt tussen twee stoelen omdat ze enerzijds te illustratiegericht te werk gaat en te weinig gebruikmaakt van de mogelijkheden van het stripmedium, anderzijds te veel generische conventies van sprookjes schrapt. In haar verstrippingen blijft er te weinig over van de sprookjestaal, van de charme die uitgaat van herhalingen en beeldspraak, van de dialogen, psychologie en morele boodschap. In 'De kikkerkoning' wordt de interactie tussen de prinses en de kikker goed in beeld gebracht, maar wordt de hele boodschap van de koning over het houden van beloftes beperkt tot een enkel plaatje met de stoplap 'belofte maakt schuld'. Het schrappen van zovele zinnen levert abrupte overgangen op, wat het (voor)lezen bemoeilijkt. Sprookjes als 'Duimpjedik', 'Raponsje' en 'Jorinde en Joringel' vallen heel mager uit. De snelle opeenvolging van kleine kaders verhelpt dat probleem niet, integendeel. Berner wil te veel en te snel de actie van het verhaal uitbeelden, en verliest daarbij de typische charme van sprookjes. De buitenwereldlijke sfeer van sprookjes zou ze kunnen oproepen door uitgebreide decors te tekenen, maar die mogelijkheid laat ze liggen: de decors en achtergronden zijn meestal minimaal en nogal gewoontjes uitgewerkt, de aandacht gaat vooral naar de personages en de actie. De verstripping van een stapelsprookje als 'Gelukkige Hans' werkt wel goed, omdat de herhaling in de structuur zit ingebakken, wat zich vertaalt in een duidelijke en rustige kadersequentie. Berner wisselt voor die verstripping af tussen een grote tekening en een smalle strook, en dat werkt goed. Binnen haar kaders brengt ze veel variatie en details aan, in haar gekende zachte en vrolijke tekenstijl. Dat levert mooie prenten op, maar het aan elkaar rijgen van de kaders gebeurt al te nevenschikkend. Je ziet dat zij als 'klassieke' illustrator boeiende prenten kan maken, maar het ontbeert haar aan ervaring in het stripmedium om dynamische kaderschikking toe te passen en een goed evenwicht te bereiken tussen stripplaatjes en tekst. [Chris Bulcaen]
Redactie
Kloek formaat prentenboek, waarin zeven bekende sprookjes zijn gebundeld: De kikkerkoning, Vrouw Holle, Duimpje Dik, Raponsje, Jorinde en Joringel, Gelukkige Hans en Roodkapje. Met uitzondering van het laatste verhaal wordt ieder sprookje verteld in vijf pagina's, die zijn opgebouwd als een strip: kleine en grotere tekeningen vullen de bladzijden; in de illustraties staat de tekst in schrijfletters, soms in tekstballonnen. De bladen tussen de verhalen, inclusief de schutbladen, vormen een verhaal op zichzelf: in een omgekeerde leunstoel zit iemand te lezen, om wie zich steeds meer toehoorders verzamelen. Aan het eind wacht hen (en de lezer, kijker) een verrassing! De kleurrijke illustraties zitten boordevol grapjes en pittige details. De aanpak en uitvoering zijn origineel en van hoge kwaliteit. Verrukkelijk boek, waarin telkens iets nieuws valt te ontdekken en waarvan de lezer dan ook lang plezier kan hebben. Vanaf ca. 5 jaar.
Inge Umans
ua/an/22 j
Rotraut Susanne Berner, vooral gekend van haar superleuke kijk- en zoekboeken (wat een winter, het is herfst, leve de lente, zonnige zomer) brengt in dit boek acht (bekende en minder bekende) sprookjes opnieuw tot leven. Ze kiest hier voor een originele vorm, die je bij een sprookjesvertelling niet meteen zou verwachten: een stripverhaal. Dit geeft het boek meteen een apart cachet. Stukken tekst worden weggelaten en vervangen door een tekening. De auteur geeft de sprookjes hier en daar een eigentijdse invulling. Zo gaat Klein Duimpje er met een list (‘ik moet plassen’) vandoor en gaat Roodkapje op haar fiets naar de woonwagen van haar oma, die op een open plek in het bos staat. De auteur heeft zich zichtbaar geamuseerd bij het maken van dit leuk, origineel en modern sprookjesboek! Ze blijft dicht bij het origineel en heeft zich duidelijk laten gaan in haar fantasie. De schitterende tussenbladen vormen een verhaal op zich.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.