Schemerzone
Hilde Vandermeeren
Hilde Vandermeeren (Auteur), Kristien Aertssen (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
JEUGD : KLEUTERGEDICHTEN, SPROOKJES EN VOORLEESVER VAND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
JEUGD : KLEUTERGEDICHTEN, SPROOKJES EN VOORLEESVER VAND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
JEUGD : KLEUTERGEDICHTEN, SPROOKJES EN VOORLEESVER VAND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VAND |
31/12/2009
Van Hilde Vandermeeren verscheen eerder al Mijn eerste sprookjesgroeiboek voor beginnende lezertjes (De Leeswelp 2006, p. 176). Voor dit tweede sprookjesboek werkte ze samen met illustratrice Kristien Aertssen, met een bijzonder resultaat. Zeven sprookjes werden door Vandermeeren heel kort samengevat op één bladzijde. De volgende vier bladzijden bevatten de illustraties van Aertssen. De verhalen zijn afkomstig van twee van de bekendste sprookjesbronnen (hoewel er nergens in het boek een verwijzing te vinden is): drie verhalen werden gebaseerd op de versies van de gebroeders Grimm ('Roodkapje', 'Sneeuwwitje' en 'De Kikkerkoning'), terwijl Charles Perrault de inspiratiebron vormde voor 'Klein Duimpje', 'Assepoester' en 'Doornroosje'. De spreekwoordelijke vreemde eend in de bijt is 'Ali Baba', een sprookje van Duizend-en-één-nacht.
Vandermeeren vatte de sprookjes samen in korte, eenvoudige zinnetjes waarin de namen van de hoofdpersonages vaak worden herhaald. Een voorbeeld uit 'Roodkapje': "Even later kwam Roodkapje bij het huisje aan. Roodkapje vond het vreemd dat de deur openstond. Het was stiller dan anders. Roodkapje ging naar het bed van oma." Vandermeeren laat de personages ook niet spreken. Enkel de klassieke sprookjesformules, zoals "Spiegeltje spiegeltje aan de wand", "Sesam open u" en het gesprek tussen Roodkapje en de wolf, worden uitgeschreven. Kortom, deze korte, eenvoudige en vlot leesbare tekst is duidelijk gericht aan jonge kinderen. Aertssen illustreerde Vandermeerens verhalen met fel gekleurde prenten waarop de belangrijkste sprookjesscènes worden afgebeeld. Ook de illustratrice had duidelijk een jong publiek voor ogen: de kinderlijke personages hebben allemaal wipneusjes en blosjes op de wangen. Voorwerpen worden bovendien vaak vereenvoudigd weergegeven, zoals het kasteel van Doornroosje, met zijn eenvoudige, kinderlijke structuur van slechts zes kamertjes. Bovendien heeft Aertssen de gruwelijkste taferelen niet getekend: zo toont de laatste illustratie bij 'Ali Baba' niet het einde van het verhaal, waarin de broer wordt onthoofd, maar het moment ervoor, als hij smekend op zijn knieën zit. Wanneer griezelige passages wel worden geïllustreerd, gebeurt dit op een verzachtende manier: Roodkapje wordt in één grote hap opgegeten, zonder bloed of kleerscheuren.
Het boek kreeg niet zomaar de titel Mijn sprookjeskijkboek: de talrijke kleurrijke illustraties trekken alle aandacht. Het is dan ook niet de bedoeling dat de verhalen worden voorgelezen terwijl het kind naar de prenten kan kijken, zoals bij klassieke sprookjesboeken voor een jong publiek. De tekst staat immers op een aparte bladzijde, vóór de illustraties. De tekst kan eerder de kennis van die oude sprookjes bij ouders opfrissen, die daarna het verhaal met hun kinderen vertellen aan de hand van de prenten. Later kunnen beginnende lezers de eenvoudige tekst zelf lezen. Kinderen en hun ouders zullen aan het boek ongetwijfeld veel plezier beleven. [Tine Verachten]
Nelleke Hulscher-Meihuizen
In deze vrij grote, vierkante bundel zijn zeven bekende sprookjes, waaronder Roodkapje, Assepoester en Ali Baba, gecomprimeerd naverteld. Van elk sprookje is telkens eerst de tekst opgenomen, die een pagina beslaat. Daarna wordt ieder verhaal uitgebeeld in kleurige, omkaderde tekeningen, zonder tekst. Per sprookje is er ruimte vrijgemaakt voor acht kleine plaatjes, die elkaar als een stripverhaal opvolgen en twee paginagrote prenten. De illustraties zijn met vaart, humor en enigszins karikaturaal getekend. Helaas hebben de sprookjes door de inkorting en de staccato-toon veel van hun geheimzinnige sfeer verloren. Daarnaast worden de gebeurtenissen wel wat erg cru voor kleuters beschreven. De opzet van deze bundel is dat kleuters zelf het sprookje bij de prenten gaan vertellen en daar nodigt het boek ook wel toe uit, maar misschien was het beter geweest om daar andere verhalen voor te gebruiken in plaats van de oude en zo sfeervolle sprookjes. Vanaf ca. 5 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.