Zeik
Herman Brusselmans
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2008 |
VOLWASSENEN : ROMANS : BRUS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Prometheus, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BRUS |
Michael Bellon
ob/kt/30 o
Het was waarlijk lang geleden dat het in de schoot geworpen krijgen ener volgende roman van de bekende schrijver Herman Brusselmans nog op dusdanige wijze het geval was geweest. 't Is te zeggen, lang. Eigenlijk helemaal niet lang, verdorie. We moeten zelfs zeggen kort, daar die jolige Herman nu al veertig jaar met grote regelmaat boeken in de schoot werpt van mensen over wie wij het hier verder niet zullen hebben.
Toch zeer bedankt voor dat boek, Herman. Het is ons uiteraard niet ontgaan dat gij het geheel terecht Een dag in Gent hebt getiteld, waardoor wij gerust weer van een titel zonder voorgaande kunnen spreken. Bij het lezen van alles wat na die titel kwam, moesten we trouwens toevallig nog aan u denken. Lang voor het ter perse gaan van de roman wist gij immers nog de plot ervan te verrijken met een rake analyse van de Uefa-cupfinale tussen Zenit Sint-Petersburg en Glasgow Rangers. Nu blijkt die kutmatch kwansuis te zijn gekocht door de Russische maffia, wat die door u beschreven dag daar in Gent pardoes historisch maakt, en uw werkstuk in kwestie evenzeer.
De serieuze recensenten zullen natuurlijk stellen dat Een dag in Gent alweer meer van 't zelfde brengt, dat er qua neuken weer opvallend veel in wordt gepijpt, dat zowat alles er tot niets leidt, tenzij het naar de kloten gaat, en dat ge die Gouden Uil bijgevolg andermaal op uw buik kunt schrijven. Dat is goed om weten, maar verder geen gelul.
Bij wijze van humor noemt gij reeds bij aanvang uw penis een regelrechte klootzak, gewoon omdat hij daar maar wat hangt te hangen. Het komisch effect blijft daarbij uiteraard niet uit, vermits gij zeer sterk zijt in het typeren van uw penis als klootzak. Zijn penis op dusdanige wijze als klootzak bestempelen, is simpelweg iets wat weinigen u zullen nadoen.
Doe derhalve de groeten aan uw geliefde vrouw Tania de Metsenaere, wier tieten uiteraard geheel aan u toekomen. Surtout op de donderdag, die in uw woonst aan de Oudburg in Gent bekendstaat om zijn donderdagseks - al was het omdat woensdagseks op de donderdag een confuse aangelegenheid is. Ook groeten aan uw hond Eddie, die zich blijkens uw recente literatuur van autobiografische inslag opstelt als een waardig opvolger van Woody en wie weet nog welke andere honden gij in het verleden allemaal met respect hebt behandeld. In een volgende roman vernemen wij wel graag of uw volgende aankoop van een motorische tweewieler nu een Vespa GTV 250 CC Faro Basso of toch een Honda CB 1000 R zal betreffen.
Michael Bellon
ob/kt/30 o
De nieuwe roman van Herman Brusselmans heet Een dag in Gent. Omdat het boek handelt over een dag die exemplarisch is voor de vele dagen die de genaamde Herman Brusselmans doorbrengt in de stad Gent. Meer bepaald in en rond zijn straat Oudburg, waar ook zijn stamcafé is.
Brusselmans: 'Sommige van mijn andere boeken hadden natuurlijk ook Een dag in Gent kunnen heten. Maar de titel schoot mij pas onlangs in het hoofd, en dan schrijf ik daar een boek bij, omdat ik nu eenmaal de gewoonte heb romans te verzinnen bij een titel in plaats van omgekeerd. Gent is wel ruim gerekend, want ook deze keer speelt alles zich weer af in een straal van tweehonderd meter rond mijn kot. Maar zelfs al zou je de hele dag in dat kot blijven zitten - wat in mijn geval geregeld gebeurt - dan nog kan je niet anders dan van een dag in Gent spreken. Daarbij is het een titel die goed verkoopt. Blijkbaar zijn er een hoop mensen die een toeristische folder of een studie van Gent verwachten.'
Die mensen moet Brusselmans dus teleurstellen. In een van zijn columns voor het weekblad Humo heeft de schrijver eens het volgende opgetekend: 'Het is niet te geloven hoe onbenullig alles is. En hoe lelijk alles eruitziet. Gent bijvoorbeeld. Tjonge, is dat even een afgrijselijke rotstad.'
'Ik moet zeggen dat Gent mij vooral interesseert omdat ik er toevallig woon', zegt Brusselmans, 'Ik denk niet dat ik er geregeld naartoe zou gaan als ik in Antwerpen of in New York zou wonen. Simpel en wat plat gezegd komt het er vooral op neer dat ik te allen tijde mijn eigen wc in de buurt moet hebben.'
Patershol
Die wc staat dus ergens in zijn appartement aan de Oudburg, dat enerzijds uitkijkt op de middeleeuwse kanalen, en anderzijds op de mensen die het stadscentrum doorkruisen. Aan de Oudburg is ook de Aba Jour te vinden, het stamcafé waar Brusselmans iedere dag een koffie gaat drinken. De Trommelstraat stond bekend als de plek waar zijn vorige hond Woody zijn gevoeg ging doen, terwijl Eddie zich meestal aan de Sluizekenkaai zet.
Maar mochten de drie Gentse torens waartussen de schrijver op de cover van zijn boek staat afgebeeld nu afbranden, zou hij daar dan in het geheel geen traan om laten? 'Dat zou ik natuurlijk wel een beetje spijtig vinden, omdat je sowieso een zekere binding hebt met de stad waar je al meer dan twintig jaar woont. Ik ben ook al wel eens in het Gravensteen en Sint-Baafs geweest, hoor. Vooral als er voor interviews foto's moeten worden genomen, is dat voor mij een gelegenheid om de stad wat beter te leren kennen. Maar het Patershol, de Tichelrei, de Sleepstraat, of de Lange Munt voor mij zijn dat de mythische namen uit mijn werk. Je moet roeien met de riemen die je hebt, hé. Het standbeeld van Jacob van Artevelde op de Vrijdagmarkt is ook grappig omdat die kerel daar op een wat jeanetterige manier zijn nieuwe handschoen aan het volk staat te tonen. Vreemd genoeg heb ik hier zelf nog altijd geen standbeeld. Van officiële zijde heb ik nog nooit gehoord dat ze het wel tof vinden dat ik de stad promoot in mijn boeken.'
Jo De Ruyck
te/ep/04 s
Ik heb mijn jonge meisjes met wie ik koffie drink. Geen seks, geen gedoe, gewoon gezellig samen zijn en praten
Met Toos, zijn vorige roman, nam Herman Brusselmans (50) afscheid van Danny Muggepuut, maar niet van zijn cynische schrijfstijl. Een dag in Gent baadt in de vertrouwde wrange en provocerende humor. En dat terwijl Brusselmans na zijn laatste uitje met Danny Muggepuut beloofde dat zijn volgende 'iets fleurigs' zou worden.
'Ik zou woorden als fleurig beter niet gebruiken want dat laat-maar-waaien-achtige zit toch niet in mij. Ik kan haast niet anders dan een personage te creëren dat door de wereld strompelt.'
En dit keer is de man die een dag lang door Gent stuitert Herman Brusselmans zelf?
Herman Brusselmans: 'Na de trilogie rond Danny Muggepuut die in de hij-vorm is geschreven, had ik zin weer te vertellen vanuit een ik-figuur. Je zou kunnen zeggen dat het over mezelf gaat, maar ik gebruik de werkelijkheid slechts als ruw materiaal dat ik naar eigen goeddunken manipuleer. Neem nu het uur waarop deze dag in Gent begint. Mijn ik-figuur stapt om negen uur de deur uit, maar wie mij kent weet dat ik pas om twee uur 's middags opsta en niet aanspreekbaar ben voor drie uur. Ik was evenwel verplicht de man vroeg uit zijn nest te jagen, want je kunt iemand bijvoorbeeld niet in het holst van de nacht naar de horlogewinkel sturen.'
Nog meer dan je andere romans gaat dit boek over de futiliteit van het bestaan.
'Het is al lulligheid wat de klok slaat. In dit rotverwende Vlaanderen waar je je niet hoeft af te vragen of je 's avonds iets te eten zult hebben, kun je niet anders dan een lullig leven te leiden.'
Zou je het liever anders hebben?
'Absoluut niet. Mijn leven is er een van gezonde sleur. Ik heb geen boodschap aan kicks of verrassingen achter elke straathoek. Laat mij maar al strompelend mijn plan trekken. Als ik nog een kick heb in mijn leven, dan is dat simpelweg het schrijven. Op een tekst broeden en die dan op een nacht goed op papier krijgen, dat pompt nog altijd adrenaline door mijn lijf. Maar voorts... kicks? Niet mijn minivoetbalploeg, want we spelen tegen andere ploegjes uit Gent en niet tegen de nationale elf van Brazilië. Ook uit het motorrijden haal ik geen kicks meer. Dat loeihard door de bochten scheuren heb ik afgezworen. Tegen 230 per uur over de weg racen is gewoonweg gevaarlijk.'
De lulligheid zit 'm ook sterk in hoe je met je zinnen speelt. Het begint al bij de openingszin: 'Ik werd wakker doordat m'n ogen opengingen.'
'En over die zin laat ik mijn personages verder in het boek discussiëren. Dat is mijn manier om de literatuur te gebruiken en een spelletje te spelen met de tekst én de lezer. Sommige lezers kunnen daar niet tegen en zien de literatuur liever als iets wat naast hen staat. Een verhaal waar ze part noch deel aan hebben en waarin ze zich kunnen inleven. Ik zeg tegen mijn lezers: kom binnen in mijn verhaal, pak een stoel en laten we eens een beetje zeveren. Naar vorm en inhoud is dat wel de ultieme lulligheid.'
Verwachten de lezers dat ondertussen niet van jou?
'Tja, ik doe dit dan ook al heel lang. In het begin timmer je aan een stijl waardoor het publiek zich realiseert: aha, die kerel schrijft zo. Maar uiteindelijk is iedereen een one trick poney, je kunt één ding goed. Neem nu mijn eerste boek Het zinneloze zeilen. Eigenlijk zit alles er al in. Waarom ik dan niet eens iets anders schrijf, vragen mensen me. Al wat je kunt bedenken heb ik al geprobeerd, van serieuze essays tot thrillers, maar ik kan dat niet. Ik ben beperkt, maar binnen die beperking kan ik veel aan.'
Zou een autobiografie niet het overbodigste boek zijn dat jij kunt schrijven?
'Omdat ik al zoveel over mezelf heb prijsgegeven in mijn boeken? Ik denk dat mensen zich daar een beetje op verkijken. Oké, ik heb al duizend keer gezegd dat ik mijn vrouw graag zie en dat ik met mijn hond Eddie ga wandelen, maar meer zou ik in een dagboek bijvoorbeeld niet te vertellen hebben, gezien ik mijn privéleven nooit aan het papier zal toevertrouwen. Ik kan rustig schrijven Ik heb mijn vrouw vandaag drie keer achterwaarts in de poes genaaid. Dat is pure stilistiek. Over hoe ik werkelijk de liefde bedrijf met Tania, zal ik nooit iets vertellen. Daarvoor is mijn schroom en preutsheid te groot, ook al zou je dat niet vermoeden als je mijn boeken leest. Als kleine jongen ging ik met school naar zee en daar liep ik dan met mijn marcelleke en sokken aan omdat ik het vertikte me in zwembroek te vertonen. Denk dus maar niet dat ik heel mijn huishouden op straat gooi.'
En daarom zet je je gsm-nummer in je boek?
(Lacht) 'Een nummer dat niet bestaat uiteraard, maar mensen zullen het natuurlijk draaien, net zoals ze hebben geprobeerd me te mailen toen ik een nep mailadres in een boek zette. Ik heb er niet echt behoefte aan dat mensen mij bellen of mailen. Op straat word ik wel eens aangesproken, maar dat blijft allemaal erg bescheiden. Ik ben Michael Jackson niet.'
Hoe zit het met de vrouwelijke aandacht die jou in 'Een dag in Gent' rijkelijk te beurt valt?
'Ik heb een unieke relatie met Tania die onaantastbaar, trouw en monogaam is. Dat neemt niet weg dat ik met periodes koffiemeisjes heb. Dat zijn jonge meisjes met wie ik koffie drink. Geen seks, geen gedoe, gewoon gezellig samen zijn en praten. Ik hou nu eenmaal van het gezelschap van vrouwen, in de eerste plaats mijn eigen vrouw. Tania weet uiteraard van mijn koffiemeisjes en heeft er geen probleem mee, het is totaal onschuldig. Noem het maar een hobby.'
Hoe kom je aan die koffiemeisjes?
'Doorgaans via via. Iemands zus, nicht, buurmeisje. Het kan net zo goed iemand zijn die ik op café tegenkom of via het minivoetbal. Vaak heb ik zo'n koffiemeisje een hele tijd, maar dan trouwt of verhuist ze en zit ik weer even zonder.'
Waarover hebben jullie het dan zoal?
'Ik hoor graag hun verhaal. Wie ze zijn, wie hun familie is, welke hun plannen zijn. Kortom, hoe is het een meisje van twintig te zijn anno 2008? Soms levert dat iets op voor mijn boeken, maar ik zoek hen niet met de bedoeling over hen te schrijven. Ik ben niet het soort schrijver dat drie weken onder een brug slaapt om een roman te schrijven over daklozen.'
En hoe is twintig zijn nu?
'Niet echt anders dan dertig jaar geleden. Oké, zij hebben Facebook, skype en iPhones, maar daarnaast blijven de interesses dezelfde: studie, job, uitgaan, liefjes, kleren...'
Over kleren gesproken: ben jij zo'n merkbewust mens als in het boek?
'Het klopt dat ik drie horloges heb die ik altijd in de BSP-volgorde draag. Boss, Seiko en Pontiac. Vandaag heb ik trouwens de Boss om. Ik hou nu eenmaal van mooie dingen en merken. Kijk, mijn broek is Dior, mijn schoenen A.F. Vandevorst en mijn T-shirt Prada. Tania koopt al mijn kleren en ze krijgt ze voor een prijsje omdat ze in de mode zit. Ik overdrijf ook niet. Eigenlijk heb ik maar één folieke gedaan. Voor Tania heb ik een Porsche Carrera gekocht.'
Cadeautje van de 'ouwe lul' zoals je jezelf telkens weer noemt in 'Een dag in Gent'?
'Ik voel me ook oud. Twee jaar geleden heb ik ballonnetjes in mijn aderen laten stoppen en dat had toen alles te maken met het roken. Die stents zijn nog altijd in orde, maar nu heb ik weer pijn in mijn benen. Dat is niet normaal op je vijftigste. (Zucht) En ja, ik zou echt wel eens moeten stoppen met roken, maar ik heb het al honderd keer geprobeerd.'
Jaren geleden lukte stoppen met drinken wél.
'Ja, maar aan roken hou je geen kater over. Ik was het opstaan met koppijn beu. Pas op, geen verkeerd woord over de drank, hé. Mijn drankperiode was een heerlijke tijd. In een café om 4uur 's nachts grieten versieren... fantastisch! Ik zou jonge mensen aanraden tien jaar te zuipen en à volonté drugs te nemen, maar ermee te stoppen zodra hun lichaam zegt dat het te veel is.'
Wie zal er voor je zorgen als je oud en ziekelijk bent?
'Tania natuurlijk. Ze is zeven jaar jonger dan ik en zo sterk dat ze vast honderd wordt. Bovendien vindt ze me de beste schrijver ter wereld en de knapste man die er bestaat.' (grijnst)
Geen spijt dat je geen kinderen hebt?
'Noch Tania, noch ik wil kinderen. De meeste kinderen zijn etterbakjes, vervelend en egoïstisch. Laat een kind van vijf hier tien minuten los en die cimbalen smakken tegen de grond, mijn sigaretten zullen over de hele kamer verspreid liggen, op de muren staan chocohanden en dan hebben ze wellicht nog hun cola over hun hoofd gegoten ook. Nee, bedankt.'
Je noemt kinderen in je boek de ondergang van de maatschappij.
'Het grut van vandaag zijn de dictators, oorlogsstokers en crapuul van morgen. Ik weet het, dat is overdreven want de nieuwe Mozart zit er natuurlijk ook tussen.'
En de nieuwe Brusselmans.
'Laat dat maar zo! Trouwens, als Tania mijn rolstoel niet kan voortduwen op mijn 80ste, dan krijg ik misschien wel hulp van de koffiemeisjes. Ze mogen wel iets terugdoen voor hun koffie.' (brede grijns)
31/12/2008
De romanfiguur Herman Brusselmans, van wie we op grond van de in Een dag in Gent verstrekte informatie geredelijk mogen aannemen dat hij heel wat gemeenheeft met de auteur van het boek, beschrijft een dag uit zijn leven (14 mei 2008 om precies te zijn) en commentarieert en fabuleert er ondertussen maar op los.
Voor wie met Brusselmans' universum vertrouwd is, bevat Een dag in Gent weinig nieuws. Aan ironisch bedoelde rechtse praat over homo's en moslims is er geen gebrek. Aan niet ter zake doende details al evenmin. Er wordt weer wat afgekat op andere auteurs ? o.a. Saskia de Coster is nog maar eens de gebeten (om Brusselmans' eigen jargon te gebruiken) teef. Tieten (loezen, memmen...), kutten (dozen, pruimen, foefen...) en snikkels (tampen, lullen, leuters...) zijn er à volonté, met occasioneel ook nog een drol ofte bolus als toegift. Vanzelfsprekend wordt er weer achterwaarts in de poes genaaid en ook in de aars gebuffeld. En dan is er nog dat Nederlands van Brusselmans (properte, eenieder, een goede dracht...), waarvan je alleen maar kan hopen dat het bij moet dragen tot het absurdistische karakter van de roman. De ik-figuur Brusselmans geeft in ieder geval blijk van enige zelfkennis: tjonge, wat ben ik een zeur. Er komt geen serieus woord uit.
Eigenlijk zijn het allemaal gimmicks. Brusselmans schrijft ook columns in weekbladen en binnen dat kleine bestek scoort hij wel eens. Maar pakweg 200 bladzijden van hetzelfde, dat kan deze lezer in elk geval maar matig, héél matig, boeien. [Johan Waumans]
J.T.G. Maas
Alweer een roman van Brusselmans (hij schrijft bijna sneller dan zijn schaduw). In deze roman beschrijft hij een dag uit zijn leven in zijn geliefde woonplaats Gent. Er gebeurt weinig, maar Brusselmans babbelt rustig door, mijmerend over gebeurtenissen in het verleden en het heden, waarbij hij herhalingen met eerdere boeken niet uit de weg gaat. Brusselmans is –in gedachten– soms negatief over anderen (behalve over zijn grote liefde Tania de Metsenaere en zichzelf). In dat kader zijn er ook plagerig provocerende opmerkingen over onder andere joden, negers en moslims. Brusselmans gebabbel verveelt de literatuurliefhebber al snel. Toch is hij bij een grote groep wat minder eisende lezers in Vlaanderen en Nederland populair en boekt hij succes met voorlezingen en gesprekken in talkshows als DWDD. Daar presenteert hij zich als een karikatuur van zichzelf – onderhoudend en grappig, wat in zekere zin ook van zijn proza gezegd kan worden. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.