Brouwers in Brussel 1964-1976
Gwennie Debergh
Gwennie Debergh (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meulenhoff/Manteau, 2008 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : NEDERLANDS 850.5 DEBE |
31/12/2009
Het Antwerpse AMVC Letterenhuis bestaat 75 jaar en doet er alles aan om dat te vieren. Al heel het jaar organiseert het voornaamste literaire archief en museum in Vlaanderen bijzondere tentoonstellingen, lezingen en evenementen om zijn geschiedenis uit de doeken te doen en zijn huidige werking in de kijker te zetten. Al deze activiteiten zijn van voorbijgaande aard, maar met haar boek Lof van het stof: een geschiedenis van het AMVC Letterenhuis zorgde Gwennie Debergh ook voor een document dat het jubileum ook later in herinnering kan brengen.
Debergh legt in de verantwoording van haar boek de nadruk op het onbepaalde lidwoord uit de ondertitel van haar verhaal: "Voor onvolledigheid pleit ik meteen schuldig: dit is een geschiedenis van het Letterenhuis. Er kunnen nog vele varianten op hetzelfde thema worden geschreven". Dat geldt natuurlijk voor zowat elke geschiedschrijving, maar vooral in de eerste vijf van de zes chronologische hoofdstukken slaagt Debergh erin het verhaal over het ontstaan en de eerste vijf decennia van het literaire instituut vrij exhaustief en toch meeslepend te vertellen.Meer dan een kwart van haar boek besteedt Debergh aan de periode die aan de start van het eigenlijke instituut is voorafgegaan. Die periode begint met een Brusselse huldeviering in 1881 ter ere van Henri Conscience, een feest dat de stad Antwerpen in 1912 tot een nog veel groter feest voor de inmiddels overleden schrijver inspireerde. De tentoonstelling die toen te bezoeken was leidde in 1933 tot een instituut dat vanaf dan allerlei bronnen en andere objecten in verband met de hele Vlaamse literatuur- en cultuurgeschiedenis zou exposeren en bewaren.
Met veel geduld laat de auteur talloze bekende en minder bekende figuren uit de literaire, culturele en politieke wereld van Antwerpen en de rest van Vlaanderen de revue passeren. Behoedzaam wijst ze er de lezer wat dat betreft op dat dit boek geen literatuurgeschiedenis is, maar een historisch portret over een instituut. Daarin worden noodzakelijkerwijs nogal wat schrijvers vermeld, maar om even evidente redenen sommigen ook niet: "Wanneer minder bekende auteurs beduidend vaker ter sprake komen dan bijvoorbeeld Louis Paul Boon of Hugo Claus, is dat omdat ze de geschiedenis van het Letterenhuis veel meer hebben beïnvloed dan die twee grootheden, en niet omdat ik vind dat de canon van de Vlaamse letteren dringend aan herziening toe is". Eigenlijk is het overbodige informatie, maar het was wellicht toch verstandig van Debergh om op een bepaald soort van onhandige kritiek te anticiperen.
Debergh vertelt dit erg goed gedocumenteerde verhaal met schwung en enthousiasme, al liep een en ander (ook na de opening van het instituut) bepaald niet over rozen: de geschiedenis van het Letterenhuis lijkt een zowel intern als extern gevoerde onophoudelijke discussie over wat er wel of niet moest worden bewaard, hoe en waar dat moest gebeuren en vooral ook wie dat allemaal moest financieren. Wat dat betreft, is er trouwens nog niet zo heel veel veranderd: de vraag of de stad Antwerpen wel de juiste overheid is waaronder deze instelling al die tijd al ressorteert, blijft bv. aan de orde. In haar laatste hoofdstuk (over de periode tussen 1983 en 2008) brengt Debergh wel enkele actuele vragen en uitdagingen voor het instituut ter sprake, maar rond bepaalde hete hangijzers en disputen wordt erg handig heen gefietst. Zoals elke geschiedschrijver schrijft Debergh makkelijker en pregnanter over verdere verledens dan over recente gebeurtenissen, maar door de keuze van haar titel maakt ze ook redelijk ondubbelzinnig duidelijk dat ze aan het instituut verknocht is. Zo wordt deze geschiedenis van het AMVC Letterenhuis in de eerste plaats een feestelijke jubileumuitgave, en dat zal en mag ook zeker wel de bedoeling zijn geweest. [Bert Van Raemdonck]
Redactie Vlabin-VBC
In dit boek vertelt literatuurwetenschapster Gwennie Debergh een geschiedenis van het Antwerpse AMVC Letterenhuis, het voornaamste literaire archief en museum in Vlaanderen, dat in 2008 zijn 75-jarige bestaan viert. Meer dan een kwart van haar boek besteedt Debergh aan de periode die aan de start van het instituut voorafging. Met veel geduld laat de auteur talloze bekende en minder bekende figuren uit de literaire, culturele en politieke wereld van Antwerpen en de rest van Vlaanderen de revue passeren. Debergh vertelt dit goed gedocumenteerde verhaal met veel schwung, al liep een en ander (ook na de opening van het instituut) bepaald niet over rozen. In haar laatste hoofdstuk (over de periode tussen 1983 en 2008) brengt Debergh wel enkele actuele uitdagingen voor het instituut ter sprake, maar bepaalde hete hangijzers worden handig ontweken. Deze geschiedenis is dan ook in de eerste plaats een feestelijke jubileumuitgave, en dat zal en mag ook wel de bedoeling zijn geweest. Het boek wordt ondersteund met zwart-witfoto's, eindnoten, een bibliografie en een personenregister. Hardcover.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.