Een graf in de wolken : roman
Willem Van Zadelhoff
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff/Manteau, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ZADE |
31/12/2009
Bob Moreno is bijna vijftig en komt vrij uit een psychiatrische instelling. Daar heeft hij 15 jaar doorgebracht ? even lang als Prometheus aan de berg Kaukasus gekluisterd bleef, als straf voor de overmoed waarmee hij het vuur van de goden had gestolen. Waarom Bob Moreno werd opgesloten, komen we pas aan het eind van Vuur stelen te weten. Zo zorgt Zadelhoff gewiekst voor spanning in zijn roman.
Bob komt in Amsterdam aan en laat zich overvallen door herinneringen. Eind jaren '70 was hij daar vanuit de provincie beland, samen met zijn boezemvriend Hugo Maris. Samen hadden ze toneelschool gedaan, samen wilden ze nu de Amsterdamse theaterwereld bestormen. Na een moeilijke start leek dat aardig te lukken: met Bob als regisseur en Hugo als acteur maakten ze enkele opgemerkte voorstellingen, die vooral Hugo in het licht van de schijnwerpers katapulteerden. Begin jaren '90, tijdens de repetities voor 'Prometheus geboeid', een bewerking van de tragedie van Aischylos, liep het fout: hoofdrolspeler Hugo gaf er onverwacht de brui aan. Hij had een rol aanvaard in een doktersserie op televisie. Zijn excuus: zijn vriendin was zwanger van een tweeling; hij moest vooruitkijken. Bob zette meteen de repetities stop, ging uit Amsterdam weg en trok in bij zijn moeder. Net als Bob had zij haar artistieke ambities moeten opgeven: onder druk van haar man brak ze een veelbelovende pianocarrière af. Nu, 15 jaar later, stelt Bob al zijn hoop in een gedurfd plan: hij wil Hugo, die intussen is uitgegroeid tot een beroemde tv-acteur, warm maken voor het project dat 15 jaar eerder was vastgelopen: een opvoering van 'Prometheus geboeid'. Dat is meteen het tweede spanningselement waarmee Zadelhoff zijn roman onder stroom zet: zal Bobs plan lukken?
Vuur stelen is een roman over ontgoocheling. Mensen hebben hemelbestormende dromen en ambities, maar ze laten die onverschillig varen of verraden ze; een enkeling klampt zich eraan vast en blijft in zijn onvermogen steken. Een klassiek verhaal, duizenden keren verteld. Daar voegt Zadelhoff weinig aan toe. Soms geeft hij de indruk een generatieroman te willen schrijven, de roman van de vijftigers van nu, die groot werden in het kielzog van de '68-ers. Maar daarvoor bevat Vuur stelen toch te weinig wereld en zijn de meeste personages te schematisch ingevuld. Ook als roman over de toneelwereld schiet het boek tekort: goed, je kunt uit Vuur stelen een miniatuurgeschiedenisje van het naoorlogse theater destilleren, maar oorspronkelijk is Zadelhoffs visie daarop niet. En wat toneelvernieuwer Bob Moreno over het theater te vertellen heeft, is dat evenmin.
En wat moeten we met het opzichtige Prometheus-motief, dat Zadelhoff al in de titel aankondigt? Traditioneel staat Prometheus voor verzet tegen autoriteit en gezag, voor individuele en maatschappelijke bevrijding, voor kennis en emancipatie. Daar vind je bij Bob en Hugo weinig van terug: hun ambitie is niet politiek of bevrijdend en rebels zijn ze zelden. Goed, Hugo ? de roofdierachtige charmeur, de speler, de social climber ? brandt van verlangen om het te maken, maar prometheïsch is zijn vuur nooit. En Bob is vooral een epigoon, iemand die volgt en ondergaat, zonder veel passie, zelfs niet voor het toneel. Nee, titanen zijn Bob en Hugo nooit geweest, niet eens titaantjes: jongens waren ze ? maar doodgewone jongens.
Vuur stelen leest prettig weg. Zadelhoff legt elke verwijzing ? naar Wilde en Huysmans, naar 'Pandora's Box' van Donna Summer ? keurig uit. Hij schrijft in korte, vooral door dialogen aangedreven scènes en hanteert een kale, elliptische stijl, die helaas niet altijd suggestief werkt, maar wel eens aan oude jongensboeken doet denken: "Zijn hoofd deed pijn. Een bonkende pijn. Hij wilde overeind komen. Hij had de kracht niet. Nog steeds voelden zijn benen slap en gevoelloos aan." Vuur stelen is een onderhoudende roman waar je verder warm noch koud van wordt. [Eddy Bettens]
Gerard Oevering
Gebruik makend van klassieke motieven en met verwijzingen naar beroemde toneelstukken en romans schrijft Van Zadelhoff (1958), een Nederlander woonachtig in Antwerpen, de geschiedenis van de hoofdpersoon Bob. Deze faalde als regisseur: de beoogde opvoering van het toneelstuk ‘Prometheus geboeid’ met zijn vriend Hugo in de hoofdrol, mislukte. Hoop ('vuur stelen') en herinneringen spelen een belangrijke rol, de Amsterdamse (jongeren)cultuur in de jaren ’70, de toen heersende maatschappij-kritische opvattingen over toneel en kunst, de toneelschool, en herinneringen aan ouders en vrienden. Hugo en Bob zien elkaar als broers, maar zijn elkaars tegenpolen, zowel wat hun carrière als hun karakter betreft. De eerste kijkt vooruit, zal zijn vriend na jaren dan ook niet meer herkennen, de ander kijkt terug, zoekt vergeefs het contact te herstellen dat verloren ging. De verwijzingen geven de roman een bijzondere gelaagdheid. Van Zadelhoff schrijft helder, op het eerste gezicht doorzichtig proza, maar de flash-backs die onverwacht de loop van de actuele gebeurtenissen doorkruisen, vergen aandachtige lezing. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.