Aspecten van de Nederlandse kunstgeschiedenis 1390-1970
Rudi Fuchs
Mieke Rijnders (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Waanders, cop. 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 700 VAN KONIJNENBURG |
31/12/2008
Willem Adriaan van Konijnenburg (1868-1943) was een verdienstelijke schilder, etser, lithograaf én kunsttheoreticus. 65 jaar na zijn dood mocht hij dus wel een monografie krijgen. Maar de kwalificatie als de "Leonardo der Lage Landen" klinkt toch wat pijnlijk. Van Konijnenburg startte in een realistische stijl als naturalist (landschappen en portretten), maar onder invloed van o.a. Thorn Prikker en Toorop evolueerde hij naar meer gestileerd werk in een lineaire stijl, aangepast aan een symbolistische thematiek, met Bijbelse en mythologische onderwerpen die o.m. ook in brandglasramen (Delft, Nieuwe Kerk) en muurschilderingen werden uitgebeeld. Werk van hem is te zien in o.m. het Kröller-Müller (Otterlo) en in het Boijmans-Van Beuningen (Rotterdam). Zijn theoretische inzichten vertolkte hij in Het wezen der schoonheid (1908), Karakter der eenheid in de schilderkunst (1910) en De aesthetische idee (1916). Als schilder beschikte hij zeker over een voortreffelijke techniek, maar inzake vormgeving mist zijn hiëratische, maniëristische stijl zeggingskracht en oorspronkelijkheid. In dit boek (de handelseditie van een academisch proefschrift) wordt de artistieke betekenis van deze kunstenaar, die ons als "estheet en asceet" gepresenteerd wordt, in de juiste historische context geplaatst. In het tekstgedeelte van deze monografie wordt zeer uitgebreid en grondig ingegaan op zijn artistieke evolutie (die na 1919 een heel opvallende wending vertoont), op de kunsttheoretische onderbouwing van zijn artistieke inzichten en op het dienende karakter van zijn monumentale kunst, evenals op de receptie van zijn werk en de beeldvorming van zijn kunstenaarschap. In kunsthistorisch opzicht blijkt de kernvraag te zijn of dit oeuvre niet eerder tot het modern-classicisme moet gerekend worden dan tot het symbolisme, waarin hij slechts een naloper is.
De monografie is royaal geïllustreerd, zodat de lezer een breed zicht krijgt op het oeuvre, en bevat voorts het gebruikelijke wetenschappelijke bijwerk: biografie in jaartallen, tentoonstellingenlijst (hij exposeerde o.m. in Luik (1930) en Brussel (1931, 1932 en 1935)), notenapparaat en documentatiebronnen, een bibliografie en een register op personen, instellingen en kunststromingen. Degelijk, bijwijlen wat wijdlopig en saai, en voor de Vlaamse bibliotheken minder relevant. [Paul Huys]
Drs. C.J.M. Schulte-van Wersch
Van Konijnenburg (1868-1943) heeft een groot en veelzijdig, figuratief, oeuvre op zijn naam. In het interbellum werd hij gezien als een van de belangrijke Nederlandse kunstenaars, de 'Leonardo van de Lage Landen'. Na 1945 raakte hij echter snel in vergetelheid. In deze diepgravende, maar toegankelijk geschreven studie behandelt de auteur uitgebreid zijn artistieke ontwikkeling, zijn opvattingen over kunst en kunstenaarschap en de waardering voor zijn werk. Zij geeft antwoord op de vraag waarom een tijdens zijn leven gevierd schilder zo van het toneel kon verdwijnen. Hierbij gaat zij ook in op het fenomeen canonvorming in de kunst en de kunstgeschiedschrijving. Rijk en prachtig geïllustreerde (vnl. in kleur) handelseditie van het proefschrift van de auteur. Met een biografie in jaartallen, catalogus met selectie van zijn werk (270 nummers!), lijst van exposities, bibliografie en register.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.