Dagtekening van liefdesvormen : gedichten
Rozalie Hirs
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2008 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : HIRS |
31/12/2009
Rozalie Hirs' nieuwe bundel moet je meer dan één keer lezen. Haar gedichten bestaan meestal uit opsommingen, die in het eerste deel, 'Geluksbrenger sporen', de vorm van (autobiografische) prozagedichten aannemen. Bij een eerste lectuur werd ik voortgejaagd door het snelle ritme van de verwoording. Ik las de bundel in één ruk uit en wist daarna meteen: die eerste lezing was trouw aan Hirs' voortstuwende ritme, maar ik liet wellicht heel wat betekenisniveaus aan mij voorbijgaan. Hirs trekt sporen in de werkelijkheid, vermengt werelden met elkaar. In haar gedichten, door de vorm van haar gedichten, ligt Hirs te dobberen in een water dat alle fenomenologische verschijnselen lijkt te omvatten. Ik zou die teksten 'fluxus'-verwoordingen willen noemen: de werkelijkheid is een overrompelende stroming waarin de tegengestelden worden opgeheven. Hirs is bezeten van de uitspraak van Van Ostaijen: "Ik wil bloot zijn en beginnen" (geciteerd in het gedicht 'Van het wonder is het woord') en gaat ervan uit dat poëzie het "wonder" van het reële uitdrukt. Het reële (ook het autobiografische van de 'ik'-figuur) zet ertoe aan collages te schrijven met 'objets trouvés', plaatsbepalingen op te sporen en woorden tussen haakjes te plaatsen of te doorstrepen. In het gedicht 'Wiskunde' (uit de vierde afdeling, 'Gekromde ruimte') lees ik: "Een vaststaand ding / bekijk ik met argusogen / gooi er een woord in / bij wijze van naam / door een afgesproken raam / eenheidsoperatie". Poëzie is kennisleer bij Hirs: het peillood van het woord meet de verschillende betekenisniveaus die door de doorlopende vorm van het gedicht in elkaar gaan overlopen.
De bundel telt vier afdelingen: 'Geluksbrenger sporen', 'Gekromde tijd', 'Nu is een roos' en 'Gekromde ruimte'. Uit de titels blijkt al dat de vaststaande categorieën waarin de werkelijkheid fysisch wordt uitgedrukt (ruimte en tijd) aan een nieuwe verhouding toe zijn. "Schrijven muziek" (in 'Prologos') is de nieuwe naam van het werkelijke. En de titel 'Prologos' (waarbij het ontbreken van het afkappingsteken suggereert dat we er de Griekse 'logos' in moeten lezen) maakt heel wat duidelijk: de voorwoordelijke ervaring legt aan op een ononderscheiden en ononderscheidbare stroom die aan de waarneming voorafgaat. Paradoxaal is natuurlijk dat Hirs toch haar toevlucht moet nemen tot het 'woord' dat eigenlijk de 'logos' zelf is om de 'prologale' wereld te beschrijven. Dat is de grote uitdaging van die als in een roes geschreven gedichten (niet voor niets wijdt Hirs een lang en intens mooi gedicht aan de mystica Hadewijch): met 'logische' woorden de 'voorlogische' werkelijkheid vertolken. Meervoudig is de ervaring, plooibaar blijkt het woord dat bij Hirs de volgende zending meekrijgt: "proeven naar iemand die ik nog niet ben / het om me heen ontsluitend waar het kijken / ingekeerd uitschrijft een weg vindt" (in het gedicht 'Tekstverschijning'). Hirs' fenomenologisch onderzoek is ge(s)laagd: alle niveaus van waarneming (ook de 'voorwoordelijke') krijgen in haar teksten een doop in het stromen dat aan de zegging voorafgaat, dat in de zegging 'verschijnt'. Deze bundel is, naast een schrijf- en een leesavontuur, een uitmuntend getuigenis van iemand die de poëzie aanwendt om de/haar wereld te (ver)kennen. [Bart Vonck]
Albert Hagenaars
'Geluksbrenger' heet deze vierdelige bundel van de Nederlandse dichteres (1965) en leesgeluk brengt hij, zeker voor wie graag teksten analyseert. Hirs, die elk onderwerp aankan, verspringt vaak van perspectief en techniek -om toch onmiskenbaar Hirs te blijven! In het openingsgedicht, dat net als de meeste andere teksten een prosodie kent die door associaties wordt opgeschud en vrij is van leestekens, vallen woorden op als: moedermoeder, vadervadermoeder, vadermoedermoeder (voor oma etc.). Achter in het boekje staan gedichten waarvan de typografisch verspringende woordgroepen nog met elkaar in verband gebracht moeten worden. Ook tussen begin en einde is het puzzelen geblazen in deze speelse maar energieke poëzie, die minstens zoveel taalspel als duiding en zin nastreeft. In dat opzicht zal Hirs muzikale opleiding (ze is componist) zeker een rol spelen. Lang niet alle lezers houden ervan hard te moeten aanpakken, maar wie de ogen wil strekken zal de gewaarwording ondergaan iets bijzonders mee te maken: "Een zin leeft in het lichaam groeit / door een lichaam in voelen denken".
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.