God speelt drieband : roman
Herman Leenders
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : LEEN |
00/00/0000
Herman Leenders is geen bijzonder productief dichter. Dat maakt dat de verschijning van een nieuwe bundel van zijn hand toch wel terecht om aandacht vraagt. Vervalsingen ligt zowel thematisch als qua toon dichtbij Leenders' eerdere werk. De dichter observeert, maakt van zijn verzen kleine anekdotes of scènes. Die waarneming gaat echter onveranderlijk gepaard met een melancholische blik. Daardoor krijgen de verzen stuk voor stuk een persoonlijke toets; de dichter is zich voortdurend bewust van het unieke dat hij meemaakt (en beschrijft), maar tegelijk ook van de ultieme kwetsbaarheid die de dingen en de mensen kenmerkt. In dit opzicht doet deze lyriek bijzonder sterk denken aan de poëzie van Herman de Coninck. Daarin ligt overigens zowel de kracht als de beperking van deze gedichten. Aan de ene kant zijn deze gedichten direct, weten ze te boeien en te ontroeren; dat ligt mee aan de kunde van de dichter, die echt wel weet hoe hij een goed vers moet schrijven. Aan de andere kant blijven heel wat gedichten nogal sjabloonachtig; wat bij een eerste lectuur charmeerde, blijft niet intrigeren. Leenders is zich wel bewust van die ambivalentie, aangezien hij net aan deze bundel de titel Vervalsingen heeft meegegeven. De werkelijkheid, de emoties die hier worden geportretteerd zijn misschien 'echter' dan gewoonlijk, maar dat komt net door de opzichtige 'literaire' verwerking ervan; in die zin zijn ze eigenlijk een 'vervalsing', zij het met de beste bedoelingen. Dit is door dat spel een boeiende bundel, maar tegelijk vraag ik mij toch af of Leenders als dichter niet tot veel meer in staat is dan de routinematige poëzie die hij hier aflevert. [Dirk De Geest]
T. van Deel
Leenders (1950) beschouwt zijn gedichten als ‘Vervalsingen’, allicht van de werkelijkheid: die wordt in poëzie hoe dan ook vervormd en verdraaid. Het is geen bijster originele gedachte en soms is de concrete uitwerking ervan ook wat voordehandliggend, maar toch zijn de meeste vervalsingen van Leenders heel genietbaar en als maaksel verrassend. Hij heeft een ironische toon, zie ‘De buitenwacht’: “Gelukkig de huizen / Waar de liefde woont / En auto’s buiten slapen / Waar het naar hutsepot ruikt / Man en vrouw in de nacht / Vernesteld raken // ’s Morgens krabt zij / Het ijs van zijn ruiten / Asemt een wak / Staat hem uit te wuiven / Op het trottoir, de bedkruiken / Wiegend onder haar kamerjas”. De titel ten spijt hebben deze gedichten een hoog realiteitsgehalte, ze bedienen zich van een eenvoudige taal en syntaxis en leiden veelal via enkele dwaalwegen naar afrondende frappe. De op de poëzie zelf reflecterende kant komt soms (iets te) nadrukkelijk naar voren, maar ligt gelukkig meestal onderhuids verweven in het gehele concept. De slotreeks heet ‘Alsof dit een gedicht is’, maar het vierde en laatste gedicht ervan eindigt met de regel ‘Alsof dit een gedicht was’. Alsof, dat is misschien wel de kern van poëzie versus de werkelijkheid.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.