Sleutelbos : gedichten uit zeven bundels
Ed Leeflang
Ed Leeflang (Auteur), Judith Herzberg (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : LEEF |
31/12/2009
Toen Ed Leeflang afgelopen jaar overleed, was hij bijna klaar met een nieuwe dichtbundel. Judith Herzberg heeft zich bereid verklaard om Gaandeweg af te werken in de geest van de dichter zelf. Daarmee wordt een 'officieel' einde geplaatst aan het werk van Leeflang, tenminste in afwachting van een definitieve editie van diens verzameld werk. Zo een uitgave ligt trouwens voor de hand, want Leeflang heeft zich gaandeweg ontpopt tot een belangrijke dichter uit onze literatuur. Nochtans was de dichter zelf lange tijd niet uit op publicaties; zijn debuutbundel De hazen en andere gedichten verscheen pas in 1979, op het ogenblik dat Leeflang vijftig was. Ook daarna was het soms jaren wachten vooraleer een nieuwe bundel het licht zag. Nochtans wordt het oeuvre van Leeflang gekenmerkt door een grote coherentie. De dichter streeft noch formeel, noch inhoudelijk naar vernieuwing. In feite ligt vanaf zijn debuut zijn volstrekt eigen toon al vast, een toon die ook in deze postume bundel vrijwel meteen wordt gezet. Leeflang maakt doelbewust en vaak gebruik van een ik, die observeert en die waarnemingen interpreteert. Die ik mag dan wel verwijzen naar de dichter, dat neemt niet weg dat Leeflang toch een algemener perspectief op het oog heeft; in deze nieuwe bundel is daarom vaak sprake van een collectief 'wij' of een 'jij'. In veel gedichten is sprake van een zekere breuk, waardoor de natuur (met zijn tijdloosheid) wordt gecontrasteerd met de mens. De mens doorbreekt de natuurlijke routine, piekert en denkt, neemt beslissingen, begaat fouten, wordt gedragen door een besef van zijn geschiedenis. Op die manier staat het lot van de mens in het teken van de kwetsbaarheid en de eindigheid. Toch is dit geen tragische of pathetische poëzie, maar een sterk gelouterde en ingehouden lyriek. De observatie is immers het sterkste wapen van de dichter. Gaandeweg bevat dan ook een aantal bijzonder boeiende verzen, ook al is de samenhang van het geheel bij momenten minder sterk dan de lezer zou wensen. De trefzekere beelden en indrukken en de krachtige formulering maken echter veel goed. Hoe dan ook is de bundel een waardig sluitstuk voor een belangrijk oeuvre. [Dirk De Geest]
Ko van Geemert
In deze nagelaten gedichten van Ed Leeflang (1929-2008) doemt meer dan eens 'een volgend leven' op: "Onder mijn veren steekt zo jong de wil / geil en met open armen terug te keren", "mij zou het niet kunnen schelen / bron te worden of riet / alleen geen dier met poten" of in een ander lijf: "Er zit al iemand in de file / die mijn organen nodig heeft". Een opmerkelijk thema voor een zo nuchter mens. De gedichten van Ed Leeflang, die pas op gevorderde leeftijd, in 1979, debuteerde, zijn zonder twijfel toegankelijk, al lijkt het schrijven ervan vaak makkelijker dan het is. In het Nawoord stelt bezorger Judith Herzberg: "Als Ed niet zo bescheiden en teruggetrokken had geleefd, zou hij zeker als een van Nederlands belangrijkste dichters bekend zijn." En zo is het. Voor wie Leeflangs poëzie niet kent: lees deze bundel en daarna meer.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.