Hildeke
Lieve Joris
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Augustus, cop. 2008 |
VERDIEPING 3 : SIBERIË : REISVERHALEN : JORI |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Augustus, cop. 2008 |
VOLWASSENEN : ROMANS : JORI |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Augustus, cop. 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 6686 |
Koen Vidal
ob/kt/15 o
Het was aanvankelijk niet haar bedoeling, maar toch is het ervan gekomen. Lieve Joris schreef nog een laatste boek over Congo. In De hoogvlaktes beschrijft ze haar trektocht door de bergen en valleien van Oost-Congo, een no go zone waar doorgaans geen blanke passeert.
"Dit is mijn laatste Congoboek", vertelde Lieve Joris me in het najaar van 2006. Ze had toen net Het uur van de rebellen klaar. Een boek dat ze voor een keer niet in de ik-persoon had geschreven en waarmee ze de lezer door het hoofd van rebellencommandant Assani leidde, een personage dat voor driekwart echt bestaat en voor het overige gebaseerd is op elementen van andere levende personen. Voor wie de opeenvolgende oorlogen in Congo - 5,4 miljoen doden - wil begrijpen, is Het uur een bijzonder verhelderend boek. Het is ook een moedig werk, want het kwam op een moment dat de westerse wereld - en zeker ook Nederland, waar Lieve Joris woont - vooral bezig was met de oorlog in Irak, terreurdreigingen, moorden als die op Theo van Gogh en de daaruit voortvloeiende wijdverbreide moslimangst. "Maar nu wordt het tijd om het Congohoofdstuk af te sluiten", zei Joris. "Ik heb er drie boeken over geschreven en tussen 1997 en 2004 heb ik vier jaar in Congo gereisd. Misschien wordt het tijd om elders te gaan kijken."
De daaropvolgende maanden kon je Lieve Joris af en toe tegenkomen op tentoonstellingen over China. Ze reisde naar Vietnam, naar Dubai en begon aan de voorbereiding van een grote Chinareis. En toen belandde plots het manuscript van De hoogvlaktes bij de recensenten. Een nieuw Congoboek van Lieve Joris, bescheiden qua omvang en heel mooi uitgegeven met kleurenfoto's van de hoogvlaktes nabij Uvira in Oost-Congo. Foto's gemaakt door de Italiaanse pater Angelo Costalonga, die van de jaren zestig tot de jaren tachtig in de hoogvlaktes van het oosten woonde.
'Onontgonnen' gebied
In haar nieuwe boek vertelt Joris het verhaal van een wandeltocht die ze ondernam door een gebied waar bijna nooit een blanke passeert, ook niet toen Congo nog onder Belgisch bewind stond. De hoogvlaktes zijn het terrein van de Banyamulenge, die oorspronkelijk afkomstig zijn uit Rwanda en Burundi en die door veel andere Congolezen niet als volwaardige staatsburgers worden beschouwd maar als een aanhangsel van de Tutsigemeenschap in Rwanda. Onder leiding van de dissidente generaal Laurent Nkunda voert een klein deel van de Banyamulenge momenteel een nieuwe rebellie, die de xenofobie tegen deze groep alleen maar aanwakkert.
"Een nakomertje", antwoordt Lieve Joris op de vraag of met dit nieuwe boek het afscheid van Congo misschien met enkele jaren is uitgesteld. "Omdat ik Het uur van de rebellen in de derde persoon schreef, bleef een deel van mijn research, met name de reis naar de hoogvlaktes, onbeschreven. Die reis stond, na het verschijnen van Het uur, nog steeds op mijn netvlies. Het leek me, bij nader inzien, goed om Congo in de ik-persoon te verlaten. Misschien wilde ik ook wel weten of het mogelijk was om na Het uur, toch een boek voor gevorderden, opnieuw op een onbevangen, lichtvoetige manier over Congo te schrijven. De hoogvlaktes leenden zich daarvoor, omdat het zo'n 'onontgonnen' gebied is."
Lieve Joris' nakomertje mag er zijn. Haar wandeltocht leidt ons dwars door een van de mooiste gebieden ter wereld. Groene bergen en valleien, dorpjes met hutten, hellingen waar bruine koeien met grote hoornen grazen, slierten kleurrijke mensen die over de kam van een berg naar de markt stappen. Joris slaapt in de dorpjes, praat met de bewoners en zoekt zowel de kleinmenselijke als de mysterieuze kanten op van Banyamulenge. Grappig: de enige folie die Joris zich veroorlooft, is haar Samsonite.
Maar Joris beschrijft ook het troosteloze van de hoogvlakte. Want er zijn weinig plaatsen in Congo waar de oorlog zo hard heeft toegeslagen. Ze heeft het over dorpen waar mensen uit angst voor de buitenwereld de nachten al biddend, dansend en roepend doorbrengen in een van die maffe nieuw-evangelische kerken, waar in de farmacieën geen malariatablet te vinden is en waar op regenachtige dagen de vochtigheid door kleren en huid dringt. Joris beschrijft dit alles als een Europese met een Congolese blik. "Aan de andere kant van de omheining gaan kijken", noemt ze dat zelf. Een manier van kijken en beschrijven die ze door de jaren heen geleerd heeft en die nu een van haar absolute sterktes is. "Aanvankelijk werd ik daarbij geholpen door mensen die al langer dan ik in Afrika waren en me leerden niet bang te zijn", zegt ze daarover. "Later hebben de Congolezen zelf me geholpen door hun directheid, hun gastvrijheid, de manier waarop ze hun hart voor mij ontsloten. Ik zou niet over Congo durven te schrijven als ik me de blik van de Congolezen niet deels eigen had gemaakt."
Toch gaat dit boek niet enkel over Congo maar ook over België, meer bepaald over Joris' geboortedorp Neerpelt en het overlijden van haar moeder. Net toen zij door Congo aan het reizen was, verneemt Joris dat haar moeder een herseninfarct kreeg en verlamd raakte. "Ik vloog naar België, twee weken later stierf ze. Ik bleef twee maanden thuis en ging daarna terug naar Oost-Congo. Ik dacht dat het grote leed van Congo mijn relatief kleine privéleed algauw zou overspoelen, maar zodra ik aankwam, merkte ik dat ik heel kwetsbaar was. Eenmaal in de hoogvlaktes doken herinneringen aan mijn moeder op de meest onverwachte momenten op. Zodra ik begon te schrijven, kwamen die beelden terug." Het over elkaar schuiven van gevoelswerelden zorgt voor ontroerende passages. Zo is er dat moment waarop Joris over geloof praat met Mbiyo Mbiyo, een zonderlinge man die in een alleenstaand huisje woont en zegt dat hij in God en de herrijzenis gelooft. "Voor ik er erg in had", schrijft Joris, "begon ik hem over de dood van mijn moeder te vertellen. 'Ze doofde langzaam uit', zei ik, 'er was aan het einde nog zo weinig van haar over - ik kon me niet voorstellen dat ze daarna nog ergens naartoe zou gaan.'"
Tijdens de lange afdaling naar de stad Uvira, de laatste kilometers van haar tocht, duikt Lieve Joris bijna letterlijk het grote gevaar in. Meermaals stoot ze op wegversperringen van rebellen, vaak gaat het om ventjes van nauwelijks vijftien, maar aartsgevaarlijk omdat ze een kalasjnikov dragen en vaak dronken of stoned zijn. Momenten waarop Joris haar lot laat afhangen van haar intuïtie maar ook van enkele beginselen waar ze tijdens haar reizen door Congo nooit van is afgeweken. "Ik had de jaren daarvoor voldoende gelegenheid gehad om te wennen aan de gevaren van Congo. Bovendien had ik zes jaar naar die reis in de hoogvlaktes toegeleefd - ik had er dus iets voor over. Helemaal ongevaarlijk was ze niet, en ik kan er natuurlijk alleen maar op terugblikken omdat ik haar overleefd heb. Maar ik vermoed dat ik inmiddels uitgerust ben met een gezond instinct voor gevaar en dat mijn stelregel: niet afwijken van mijn route, niet teruggaan, alleen maar vooruit, een goede was."
@5 UIT-NIEUW-INFOTEKST:Augustus, 176 p., 15 euro.
Lieve Joris
De hoogvlaktes@7 UIT-NIEUW-QUOTE:Lieve Joris heeft het over dorpen waar mensen uit angst voor de buitenwereld de nachten al biddend, dansend en roepend doorbrengen
Lieve Joris is te gast in Uitgelezen,
dinsdag 21 oktober om 20 uur
in Vooruit Gent.
Andere gasten: Jos Geysels, Anna Luyten en
Gene Bervoets. Muziek van Flip Kowlier.
www.vooruit.be
Marc Reynebeau
te/ep/26 s
Lieve Joris komt op plekken waarover weinig anderen verslag uitbrengen. In haar jongste boek, De hoogvlaktes, is dat het hoogplateau in de Congolese provincie Zuid-Kivu. Vandaar trekt ze te voet naar het stadje Uvira aan de noordpunt van het Tanganyikameer, in vogelvlucht iets minder dan honderd kilometer.
Dat was altijd al een bijzondere, erg geïsoleerde streek. Enig centraal bestuur kon er zich nooit echt laten gelden, noch de Belgische kolonisator, noch de regering in Kinshasa, dik 1500 kilometer verderop. De interesse voor het gebied was ook nooit vreselijk groot. De regio grenst aan Burundi, Rwanda ligt vlakbij en zuidwaarts over het meer ligt Tanzania. Het is een streek die altijd bekendstond als rebellengebied.
Dat verbeterde er niet op toen het regime van dictator Mobutu in 1997 in elkaar stortte en de regio geregeld doortrekkende legers te verduren kreeg. Sindsdien zijn de mensen er meer dan ooit op zichzelf aangewezen, ook om af te rekenen met ongeregelde milities, krijgsheren en ander onbestemd militair volk dat er ronddwaalt, zijn macht probeert te bestendigen en voor zijn overleven teert op de lokale bevolking. Het regeringsleger doet overigens niet anders.
Zo'n krijgsheer is 'de kolonel', die Lieve Joris onder zijn hoede nam en iemand met haar meestuurde die als gids, beschermer en vertaler moest fungeren. De kolonel en zijn gezant behoren tot de Banyamulengwe en dat betekent wat in die etnisch complexe regio.
De Banyamulengwe zijn Tutsi's die ooit uit het overbevolkte Rwanda zijn geïmmigreerd en die veeteelt drijven tussen Bantoestammen die koeien niet zien als kapitaal, maar in het beste geval als biefstuk. In de bossen schuilen niet alleen de Mayi Mayi, volksmilities die zich verzetten tegen buitenlandse invloeden en die dus argwanend staan tegenover de Banyamulengwe, maar ook de Interahamwe, de restanten van de bendes die in 1994 in Rwanda de genocide voltrokken, en die dus al even achterdochtig zijn ten opzichte van diezelfde Banyamulengwe.
Lieve Joris trok een twintigtal jaar geleden voor het eerst door Congo, in het noordoosten, in het spoor van haar heeroom, die er missionaris was. Ze publiceerde daarover het indringende Terug naar Congo. Het opmerkelijke aan dit en haar volgende boeken over Congo was dat ze iets deed wat weinige journalisten haar nadoen: er lang verblijven en de gewone bevolking in haar dagelijkse leven opzoeken.
Op de hoogvlaktes volgt ook dat recept. Het boek moet zelfs een periode afsluiten, want Joris stelt dat ze met deze 'laatste Congolese etappe' een 'laatste hindernis' neemt, al blijft de precieze aard daarvan in het ongewisse. Even ongewis blijft de functie van die paar flashbacks, die uitdunnen naarmate het boek vordert, over haar Limburgse jeugd, en waarin de aloude Belgische frank een franc moet heten. Het wordt niet meteen duidelijk wat ze in dit boek staan te doen.
Op de hoogvlaktes laat zich nog het best lezen als een reportage. Het geeft een scherp beeld van het barre, geïsoleerde, armoedige, 's nachts hooguit door olielampen verlichte leven op de hoogvlakte, waar de moderniteit alleen doordringt in de vorm van rondtrekkende soldaten of herinneringen aan een verblijf in 'het dal', in stadjes als Bukavu of Uvira.
Maar tegelijk leeft ook daar de droom om te kunnen ontsnappen aan die kleine, archaïsche wereld. Amerika is er nog een droombeeld - België kennelijk veel minder - en het onderwijs lijkt daarvoor een hefboom te kunnen bieden. Het aantal schooltjes dat Joris aandoet is groot.
Maar bovenal is er de religie, vanuit Scandinavië geïmporteerd protestantisme, met wat katholicisme tussendoor. Die religie moet het bestaan enige structuur bieden. Maar of ze die vergeten wereld kan redden, is lang niet zeker. Ook op de hoogvlakte groeit de overtuiging dat de echte wereld pas in Uvira begint.
LIEVE JORIS
Op de hoogvlakte.
Augustus, 144 blz., 15 euro.
Piet Piryns (Knack) praat met
Lieve Joris.
Zaterdag 4 oktober, 15u,
Grote Zaal.
Magali Mouton
ob/kt/20 o
«Het is mijn laatste boek over Congo», zegt Lieve Joris. Ze heeft inderdaad al een staat van dienst in het land. Ze brak eind jaren '80 door met 'Terug naar Congo' om na heel wat omzwervingen met 'Het uur van de rebellen' uit 2006 opnieuw te belanden in onze oud-kolonie. Vier jaar reizen, met nu een derde boek als resultaat.
In tegenstelling tot 'Het uur van de rebellen', waar ze in de huid kruipt van een rebellencommandant, schrijft ze opnieuw vanuit haar persoonlijke ervaring, in de ik-persoon. We volgen haar in haar voettocht door de hoogvlaktes in Oost-Congo, een van de meest geïsoleerde gebieden van het land. Een wereld van geloof en bijgeloof, van warme Afrikaanse gastvrijheid, maar evengoed van xenofobie tussen de verschillende stammen gaat voor ons open.
Door ontzagwekkende landschappen trekt ze vanuit Minembwe, een onooglijk dorpje op de hoogvlakte, richting Uvira, de stad in het dal, aan het Tanganyikameer. Onderweg worden er marktjes aangedaan, ze slaapt bij mensen thuis of in een oude school. Meer dan couleur locale. Op die manier krijgen we een mooie inzage in het dagelijkse leven van de mensen daar. Want meer dan een boek over Afrika, is het een boek over Afrikanen. Joris kijkt haar ogen uit en registreert, met open geest en open hart. Ze laat de Congolezen hun verhaal vertellen, zoals de oude Mutsimutsi die zijn kijk geeft op de Belgische kolonisators.
Maar af en toe slingert de kalmte en rust van het desolate landschap haar terug naar haar kindertijd in Neerpelt. Ook herinneringen aan de dood van haar moeder vormen een rode draad in het verhaal. Hiermee maakt ze de 'vreemde wereld' in Congo toch enigszins vertrouwd voor ons 'Westerlingen'. Maar we leren ook de auteur kennen en zo krijgt het boek een persoonlijke toets.
'De hoogvlaktes' is iets lichter en toegankelijker dan haar vorige boek over het land. Ook de Congo-leken zullen in dit boek een boeiende inkijk vinden in het Afrikaanse leven. (rw)
Dr. J. Kroes
De Belgische Lieve Joris heeft al diverse publicaties over haar reizen in Afrika en Azië op haar naam staan. Ook over Congo publiceerde zij eerder, maar nu is haar verhaal over een reis door de oostelijke hoogvlakten van Congo verschenen. Te voet trok zij 90 km door dit gebied van Minembwe naar Uvira, gelegen aan het Tanganyikameer. Dit gebeurde onder begeleiding van een gids, die werd toegewezen door een kolonel die daar min of meer de touwtjes in handen heeft. Onderweg ontmoette ze vele Congolezen en logeerde in hutten en scholen in deze afgelegen en primitieve streek waar weinig blanken komen. Daarnaast bezocht ze verschillende kerken, waar het geloof op een uitbundige manier beleden wordt. Dit confronteerde haar met haar eigen katholieke achtergrond in Vlaanderen. Tijdens het onderzoek voor dit boek bezocht ze een pater die in deze regio heeft gereisd en van hem kreeg zij kleurenfoto’s die op de uitvouwbare omslagen zijn afgedrukt. Daarnaast is haar reisreportage aangevuld met twee katernen met zwart-witfoto’s van eigen hand en een verklarende woordenlijst.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.