Mijn vader is een vis
Gil vander Heyden
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Clavis, 2008 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : GEDICHTEN : VAND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Clavis, 2008 |
Woord Jeugd Gedichten :
|
31/12/2008
De titel van Gil Vander Heydens nieuwste dichtbundel voor de jeugd verwijst naar het belangrijkste thema in haar poëzie: de liefde, die centraal staat in de eerste afdeling. In elk van de 19 gedichten richt een dichterlijke ik zich tot een geliefde in de jij-vorm, een keuze die zorgt voor een indruk van intimiteit. Daarbij worden verschillende kanten van de liefde belicht: denken aan de ander, verlangen, mekaar echt ontmoeten, de drang de ander (in woord en beeld) te bewaren, de angst de ander te verliezen, kwijtraken en opnieuw beginnen. In de tweede afdeling van de bundel komen thema's aan bod als familie, ziekte en natuur.
Over de twee afdelingen heen duiken motieven op die de bundel een sterke eenheid bezorgen, vooral licht en kleur, muziek, het lichaam en gedachten. Deze motieven verbinden de bundel bovendien met andere poëzie van de auteur zoals de bundels Opgevouwen wit (Bakermat, 1997) en De zachte dwang van regen (DiVers, 2001). Het licht tekent de ander en doet ik en jij versmelten. Met kleuren krijgen de dingen vorm en leven. Opvallend is hoe de dichteres het licht en de kleuren ook zelf tot leven laat komen:
Als licht de weg afloopt,
wandelt mijn stem
naast de blije woorden
van je afscheid.
Muziek is als motief in de tweede afdeling prominent aanwezig, soms wordt ze verbonden met kleuren. Bijzonder is ook de combinatie van muziek met binnen en buiten. Bij oma, die niet meer buiten kan, zit de muziek binnenin, in het gedicht 'Blauw' houdt pianospel "deuren open" en in de oude kerk klinken "tussen orgelkrullen / stoffige restjes Bach." Samen met dood en verleden drijft Bach de verteller naar buiten: "Liever buiten op één nette voet / dan nog langer binnen." In opvallend veel gedichten worden lichaamsdelen genoemd of zintuiglijke indrukken. Door die te verpersoonlijken of te mengen, prikkelt de dichteres de verbeelding: "Als je stem / de brug op loopt"; "stemmen met een gezicht"; "aan kijken hebben onze ogen / de handen vol." De tegenstelling tussen denken en handelen komt vaak terug in het werk van Vander Heyden. Ze staat ook centraal in het openingsgedicht: "Aan jou denken is / in kringen door onrustig / water waden." Ook het slotgedicht steunt op een tegenstelling, maar wel van een heel andere aard: gedachten zijn soms "zwarte vissen". Ook hier is er een keervers en de ik wrijft de gedachten op tot blinkende vogels en wuift ze naar buiten.
Binnen de afdelingen vormen de gedichten met de tegenoverliggende bladzijden telkens een tweeluik. Zo gaat een van de duo's over het bijzondere van woorden. In andere vormen lucht en kleuren een verband, muziek en dans of iets kleins als een kei. Vander Heyden hanteert een vrije versvorm met strofen van ongelijke lengte, zonder vast metrum of rijmschema. Toch zijn haar gedichten zorgvuldig gecomponeerd, waarbij ze gebruik maakt van klanken, herhalingen, contrasten, enjambementen en ellipsen. Eindrijmen komen niet voor, maar de gedichten steken vol klinker- en medeklinkerrijmen: "door onrustig water waden", "Blanke rug, / gespannen bolle buikje", "Met de adem gestreeld. / Toegesproken. / In een glimlach gekleed." De herhalingen doen je vaak even haperen aan een bijzonder woord of zorgen voor een ritmisch beeld als in "Dunne planten wiegen wiegen / de naam die je draagt." Opvallend talrijk zijn de tegenstellingen, tussen licht en donker, binnen en buiten, komen en gaan enz. Indringend is het contrast tussen binnen en buiten in 'Ziek', met het raam als grens: "Verder dan het raam kan niet. / Waar alles begint, / houdt het op."
Misschien wel het opmerkelijkste kenmerk van Vander Heydens stijl zijn de vele ellipsen. Vaak laat ze de lidwoorden weg, waardoor de substantieven als het ware namen worden en de zaken gepersonifieerd: "Tuin maakt zich op. / Klimop pakt muren in." Elders schrapt ze werkwoorden of brengt ze zinnen terug naar hun meest basale vorm als woord:
Kan het dat we hierna
groeien. Apart. Alleen.
En er van ons samen
niets overblijft?
Verkleinwoorden en enjambementen geven deze poëzie iets broos, zachts en breekbaars. Alsof elk woord heel behoedzaam op papier gezet is. In 'Mijn woorden' probeert de ik de ander in woorden te vatten, een basisverlangen van de dichter, waarbij Vander Heyden zoals zoveel dichters beeld na beeld opstapelt. Ook de enjambementen versterken hier het ijle van deze poging:
als adem van een hoge wind
in bomen,
als ijs
dat breekt in glas.
Wanneer de ik bekent te houden "van woorden als nauwelijks / en amper", dan spreekt hij ongetwijfeld ook voor de dichter. Dan wordt poëzie stamelen, een confrontatie met de grenzen van taal en denken:
omdat
je toch nooit zeker bent nooit weet
of je iets helemaal
en volledig
nee waarschijnlijk.
Ook woorden kunnen nooit helemaal uitdrukken hoe iets is of voelt, al kan de dichter niet anders dan dat te proberen. Daarin lijkt hij op de fotograaf of de tekenaar, een verband dat Vander Heyden legt in het gedicht 'Ik heb je getekend', waarin de ik in woorden de geliefde 'tekent':
Uit de ogen gekropen.
In de vingers gegleden.
Op het papier gelegd.
Met de adem gestreeld.
Toegesproken.
In een glimlach gekleed.
Ik heb je getekend.
Niet alleen met beelden, maar ook met bijzondere combinaties probeert de dichter het ongrijpbare van gevoelens, verlangens, angsten en relaties op te roepen. Geregeld zorgen deze combinaties voor regels die zich stevig in je hoofd nestelen en daar eigen emoties wakker maken: "Gisteren weegt in je hoofd / bijna niets meer"; "Ik ben een kleine stad / wakker in het donker"; "de knuffels die verstard / de kleinste jaren bewaren"; "Toen oma / niet meer naar buiten kon, / liet ze alle deuren open. / Buiten kwam binnen."
De meeste gedichten in deze bundel klinken zacht of ingetogen, een enkele keer is een gedicht speels, maar die toon ligt de dichter duidelijk minder. 'Feestje' opent en sluit met een sterk contrast, maar verwatert in het midden in gezocht klank- en woordspel:
Ik pak een cocktailworstje,
jij speelt met een lepel.
Lepel, tepel,
cocktailworstje
vochtig borstje.
De gedichten in Liefde zat je als gegoten lijken op het eerste gezicht glashelder. Maar wie aandachtig leest en herleest, merkt dat het glas gekleurd, gelaagd of reflecterend is. In Vander Heydens nieuwe bundel zitten de woorden als gegoten, niet als een keurslijf, maar als een huid. [Jan Van Coillie]
T.H.
Deze bundel probeert het innerlijk van een jong mens in beelden te vangen. Het gaat tot op de bodem van de ziel en dat is moeilijk om daar woorden voor te vinden. Sommige pakken je meteen, andere blijven op afstand. Maar voor vele geldt dat ze tot op de huid zijn geschreven. De bundel bevat twee groepen gedichten. Eerst zijn gedichten over de liefde opgenomen, zoals het gedicht 'Zondag', met het eerste couplet: "Niets moet ik, niets. En jij hoeft nergens heen. Raar als iets in je stem dan toch wil dat ik meega". Het tweede thema betreft het menselijk tekort in het algemeen. "Toen oma niet meer naar buiten kon, liet ze alle deuren open. Buiten kwam binnen" (uit het gedicht 'Buiten'). Sobere vormgeving, waarbij de gedichten in een groen lettertype zijn gedrukt. Vlaamse auteur van poëzie en romans voor kinderen en jongeren. Prijzen van onder andere de stad Antwerpen voor een jeugdroman en van de poëzieprijs 'Dichter bij jeugd'. Ook deze bundel is er een voor liefhebbers in de cross-overleeftijd. De poëziebundel 'Alles gaat voorbij maar niets over'* van Daniel Billiet verscheen in dezelfde lay-out. Vanaf ca. 14 jaar.
Nele Janssen
ua/an/22 j
Aantrekken, afstoten, liefhebben, haten, verlangen, angst, … alle tegenstellingen in menselijk contact komen op deze luttele pagina’s aan bod. Soms liefdevol beschreven, soms schertsend op papier gezet. Het ene gedicht vertederend mooi, het andere prachtig rauw. De tijd wordt gecombineerd met de leeftijd die ervan afhangt, de liefde met een geliefde, een zusje, een oma, een … Vertrouwen gaat samen met ongeloof en het ene haalt het andere in. Wat je niet in de regels leest, kan je ertussen lezen en de rest lees je in je hoofd of in je hart. Een dichtbundel om van te genieten, om blad na blad te lezen en te overdenken en nog eens en nog eens en … Een bundel om weg te leggen en weer op te nemen, maar om steeds even in rond te dwalen en soms te verdwalen tot de weg zichzelf uitwijst.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.