Oliver
Edward van de Vendel
Edward van de Vendel (Auteur), Floor De Goede (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2008 |
JEUGD : STRIPS : VEND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2008 |
JEUGD : GEDICHTEN : VAND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2008 |
Kinderhoek :
|
31/12/2008
In Frankrijk heeft men al een aantal grote dichters 'gestript', en de deeltjes over Baudelaire en Hugo werden naar het Nederlands vertaald, zodat de idee om kindergedichten te 'strippen' niet helemaal nieuw is. Alleen hadden Edward van de Vendel en Floor de Goede, op vraag van het tijdschrift Kidsweek, vanaf het begin de intentie om 'stripgedichten' te maken, wat bezwaarlijk van de grote Franse dichters kan gezegd worden ? l'horreur! Van de Vendel zal zijn gedichten wel eerst geschreven hebben, maar ook rekening hebben gehouden met de daaropvolgende verstripping. Het zijn alleszins heel toegankelijke, verhalende gedichten geworden met overwegend korte zinnen of zinsdelen.
Wat de tekenaar meteen op weg zal gezet hebben, is het feit dat de gedichten overwegend uit korte zinnen of zinsdelen bestaan, dat ze uitgaan van een concrete plaatsbepaling en dat ze een sterk contrast tussen personages inhouden. Het gedicht 'tanken en denken' bv. gaat uit van een kind op de achterbank. In sterk geritmeerde zinsdelen/verzen van vier tot zes woorden fantaseert ze erover hoe haar moeder een nieuwe man leert kennen in het tankstation. In de strip zie je op elke rij eerst een beeld van het meisje op de achterbank en vervolgens twee plaatjes waarin haar fantasie vormgegeven wordt in tekeningen die de tekenstijl van kinderen imiteren. Wanneer het meisje ten slotte haar moeder vraagt wanneer ze opnieuw zal trouwen, barst de moeder in snikken uit. Het contrast tussen meisje en moeder wordt in de stripplaatsjes benadrukt. Andere beeldpuzzels vinden we in de gedichten 'Stadsmuziek' (kolommen van appartementbalkons, die zogezegd als partituur worden bespeeld door een kwajongen) en 'De steiger' (een grote steiger die als klimrek voor volwassenen wordt verhuurd door een kind ? de tekst wordt in kadertjes aan de steiger geplakt).
De Goede wendt gevarieerde middelen ? opvallende kleuren, vreemde perspectieven en ingewikkelde beeldkaders ? aan om de betekenis van de gedichten aan te sterken, zonder afbreuk te doen aan de zelfstandigheid van de tekst. Af en toe voegt De Goede iets toe: de vaders in het gedicht 'Drie soorten vaders' zijn ruimtewezens. Dit fantasietje doet niets af aan het oorspronkelijke gedicht, maar voegt er een extra, grappige dimensie aan toe. Het hoeven niet altijd grappen te zijn: aan 'Weg', een mooi, maar nogal voorspelbaar gedichtje over treurigheid en kind-moederliefde, verleent De Goede met zijn bolle vormen en melancholieke kleuren toch nog een bijzondere sfeer. Ook van andere gedichten die te veel op een goede inval, woordspeling of niet erg origineel idee steunen, weet De Goede nog iets speciaals te maken. Het bewijst zijn vaardigheid als striptekenaar, en het siert hem dat hij in dit boekje voor kinderen niet beknibbelt op de talrijke mogelijkheden die de stripkunst biedt. [Chris Bulcaen]
Felix Meijer
Een origineel vormgegeven bundel met 22 gedichten in de vorm van stripverhalen, zogenaamde stripgedichten. Op iedere twee pagina’s staat een stripverhaal, meestal zonder tekstballonnen, waarin de poëzieteksten gezet zijn. De stripverhalen hebben verschillende vormen: variërend van een grote illustratie tot circa twintig vakjes. Het zijn ingekleurde pentekeningen. Door het wisselende kleurgebruik en de verschillende stijlen hebben ze allemaal een andere sfeer. De teksten zijn kort en staan bij ieder plaatje, soms getypt, soms geschreven. Ze zijn eenvoudig te lezen zonder moeilijke begrippen of moeilijk leesbare woorden. De stripgedichten zijn humoristisch, waardoor ze ook geschikt zijn voor volwassenen, en laten de lezer met andere ogen naar de wereld kijken. De thema’s, zoals ouders, bomen en dieren, spreken ook jonge kinderen aan. Vanaf ca. 6 t/m 12 jaar.
Luce Rutten
ua/an/22 j
De tijd dat stripverhalen triviaal bevonden werden en als bevorderaars van leesluiheid gebrandmerkt, lijkt nu wel voorgoed voorbij. Respectabele tijdschriften en krantenbijlagen wijden er recensies aan. Bibliotheken breiden hun stripcollecties uit en houden ze up to date. Niemand schaamt er zich nog voor om in het openbaar in een beeldverhaal te duiken. Dichter Edward van de Vendel gaat nog een stapje verder in de opwaardering van het genre: hij kiest voor de stripverhaalvorm om zijn nieuwe poëzie voor de jeugd op een frisse en verrassende manier te presenteren. Dat vernieuwende concept, toegepast op een verzameling van 22 leuke, geslaagde gedichten, zorgt voor een regelrecht schot in de roos. Allerhande thema’s uit het alledaagse leven van een kind worden met een dosis levendige fantasie en spitse humor gekleurd en in ritmische, welluidende verzen gegoten. De teksten lezen als een trein, lekker in cadans, wiegend op structurerend maar nooit forcerend rijm, verrassend door plotse spoorwisselingen. Een reeks ikfiguurtjes maakt de lezer deelgenoot van hun verwondering over relaties en situaties die herkenbaar zijn voor een breed publiek maar origineel benaderd worden. Jongetjes en meisjes van diverse leeftijden en rassen (en een enkele keer ook monstertjes) komen aan het woord en in beeld. Ook in de vormgeving is variatie troef. De jonge illustrator Floor de Goede (beter bekend als Flo, zie www.doyouknowflo.nl) zorgt voor een aangename afwisseling in de lay- out, met diversiteit in kleurkeuze, tekenstijl, lettertype, lettergrootte en bladindeling (aantal vakjes, hun vorm en aankleding, plaatsing van de tekst ten opzichte van die vakjes, tekstballonnen of niet)… Elk stripgedicht beslaat een dubbele pagina. De prenten kun je absoluut niet afdoen als ‘illustratie bij de tekst’. Zij vormen een even essentieel onderdeel van het verhaal als de woorden. Het eindresultaat is een parel van een boekje dat je verlangend doet uitkijken naar meer van dat. Als voorproefje de tekst van één gedichtje, met als titel ‘Alarm’: Ik viel uit een boom en ik denk dat er iets brak. Een tak misschien. Of mijn arm. Het ging hard en het ging KRAK Nu lig ik in bed , en dit gips is zo stijf. Het steekt uit. Als een tak. Als een tak uit mijn lijf! En ik denk opeens: heeft de dokter zich dan misschien vergist? Wat als de dokter het verschil niet wist tussen jongens en bomen? ZUSTER, ZUSTER, JE MOET KOMEN! JE MOET BIJ DIE BOOM GAAN KIJKEN EN VERGELIJKEN! ALARM, ALARM ALARM! MISSCHIEN HANGT DAAR NU EEN ARM!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.