ANWB bomengids van Europa
Owen Johnson
David Owen (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Nieuw Amsterdam, cop. 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 330.4 OWEN |
31/12/2009
David Owen is een vooraanstaand Brits politicus die o.m. minister van Buitenlandse zaken is geweest en thans lid is van het Hogerhuis. Hij is arts van opleiding met een bijzondere belangstelling voor neurologie en psychiatrie. Voor hij zijn carrière als politicus begon, was hij als arts verbonden aan een ziekenhuis waar prominente politici met psychologische problemen werden behandeld. Het is die ervaring die mee aan de grondslag ligt van dit boek, waarin Owen een tocht maakt langs verschillende wereldleiders waarvan geweten is of vermoed wordt dat ze gezondheidsproblemen hadden. De auteur probeert daarbij na te gaan of deze problemen hun politieke besluitvorming hebben beïnvloed.
Centraal staat het hoogmoedssyndroom, dat gekenmerkt wordt door een overdreven verantwoordelijkheids- en plichtgevoel, stijfkoppige betweterij zonder aandacht of zelfs met minachting voor de mening van anderen en verwaarlozing van essentiële details. Owen is van oordeel dat het uitoefenen van macht kan leiden tot mentale veranderingen die zich uiten in hoogmoedig gedrag. Een neveneffect van het hoogmoedssyndroom is dat machthebbers de neiging hebben om hun fysische of mentale problemen te verheimelijken voor de publieke opinie.
In een eerste deel van het boek wordt het psycho-medisch profiel geschetst van een aantal regeringsleiders van de 20e eeuw. Aan bod komen o.m. Hitler, Churchill, Roosevelt, Stalin, de Gaulle en Jeltsin. Voor een aantal van hen waren er zeker medisch-psychische problemen, maar kan niet worden aangetoond dat die hun besluitvorming negatief hebben beïnvloed, voor anderen is dat wel het geval.
Het tweede deel bevat detailstudies over drie politici en de manier waarop hun psycho-medisch profiel een beslissende invloed heeft gehad op belangrijke politieke beslissingen. Owen biedt hier een fijn uitgetekende karakterschets met oog voor de kleine menselijke kantjes. De eerste die aan bod komt is Anthony Eden, minister van Buitenlandse zaken en later eerste minister, die permanent behandeld werd voor een aanslepend probleem met de galwegen. Het is duidelijk dat zijn gezondheidstoestand zwaar heeft doorgewogen op zijn beslissing tot de bezetting van het Suezkanaal.
Van J.F. Kennedy is zijn catastrofale poging tot invasie van Cuba via de Varkensbaai bekend. Op het ogenblik dat hij de beslissing daartoe nam zat Kennedy zwaar onder de geneesmiddelen, o.m. steroïden en procaïne, ter behandeling van de ziekte van Addison en van zijn rugproblemen. Daartegenover staat zijn krachtdadige optreden in de Cubaanse rakettencrisis. Het verschil in optreden moet, volgens Owen, worden toegeschreven aan een aanzienlijke verbetering van de medische toestand van Kennedy als gevolg van een totaal veranderde therapie.
Mitterrand is ruim tien jaar als president van Frankrijk aan de macht geweest terwijl nagenoeg niemand op de hoogte was van zijn prostaatkanker en de bijbehorende therapie. Voor Owen is Mitterrand echter een groot president geweest, die Frankrijk en het Franse volk echt vertegenwoordigde in een wereld van globalisering en Europese integratie.
Het derde deel is gewijd aan een persoonlijkheidsanalyse van George Bush jr. en Tony Blair in de aanloop naar de oorlog tegen Irak en de nasleep ervan. Bush en Blair waren ervan overtuigd dat 11 september 2001 hen voor een uitdaging plaatste die in de geschiedenis van de mensheid nog nooit was vertoond. Deze 'folie à deux' leidde tot een opeenstapeling van beoordelingsfouten die, aldus Owen, bestempeld kunnen worden als hoogmoedige incompetentie.
In het vierde deel schetst Owen procedures om de kans te verminderen dat personen die ziek zijn regeringsleider worden of blijven. Hij pleit voor onafhankelijke medische keuringen voor en tijdens de uitoefening van de functie. Ook de rol van lijfarts komt aan bod, waarbij Owen zich afvraagt of artsen in bepaalde omstandigheden niet moeten overwegen of hun verantwoordelijkheid tegenover hun land niet van een hogere orde is dan die tegenover hun patiënt.
Owen heeft een boeiende mengeling gemaakt van medische vaststellingen en historische feiten, gekruid met getuigenissen uit de entourage van de machthebbers. Hij geeft een heldere en goed gedocumenteerde beschrijving van de ziekten en medicatie en de weerslag ervan op het gedragspatroon van leiders. Het boek biedt ook een goede opfrisbeurt van de internationale crisissen die zich de laatste decennia hebben voorgedaan. [Robert Antonissen]
M.A.M. Bomhof, neuroloog-psychiater
Voormalig arts en toppoliticus David Owen (70) verdiepte zich in de gezondheid van staatslieden. Bij meer dan twintig staatshoofden en regeringsleiders uit de moderne geschiedenis deed hij uitgebreid bronnenonderzoek naar hun geestelijke en lichamelijke gesteldheid en stelde de invloed daarvan op hun beleid vast. Zo ziet hij relaties tussen de heftige rugklachten van Kennedy met de relatie met Chroesjtsjov en de Cubacrisis; de leukemie van de sjah van Iran en Khomeini; de Suezcrisis en de koliekaanvallen van Eden en de prostaatkanker van Mitterand en de kwestie met Joegoslavië. Vooral ziet hij veel verschijnselen van het ongeremde hoogmoedsyndroom bij Blair, Thatcher en Bush. Een boeiend maar controversieel boek. In de omvangrijkere Engelse uitgave worden nog meer voorbeelden gegeven en zijn ook de noten met literatuurverwijzingen te vinden. Met literatuurlijst, bronnenoverzicht en register. Boeiend voor belangstellenden in moderne geschiedenis.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.