Koning Koen en de draak
Peter Bently
Maria van Donkelaar (Auteur), Martine van Rooijen (Auteur), Sieb Posthuma (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Gottmer, cop. 2008 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : GEDICHTEN : HAAN XXL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Gottmer, cop. 2008 |
JEUGD : GEDICHTEN : VAND |
31/12/2008
Het kost weinig moeite om aan te nemen dat de fabel een genre is dat zich bij uitstek leent voor adaptaties voor kinderen: een kort, toegespitst komisch-didactisch verhaal met een directe herkenbaarheid, puntig van toon en steevast met een universele levenswijsheid. De mens wordt er, via de comfortabele omweg van het dierlijk personage, een spiegel van het menselijk gedrag voorgehouden en krijgt ofwel een les in ethiek, of de goedwillende wordt te kijk gezet in een satirische omkering van waarden. Nochtans zijn er niet zo gek veel fabelbewerkingen voorhanden in de jeugdliteratuur. Van La Fontaine (17e eeuw) en Aesopus (zesde eeuw v.C.) zijn er nogal wat bewerkingen en hertalingen voor volwassenen, maar Maria van Donkelaar en Martine van Rooijen vullen een leemte op met hun 75 minder of meer bekende fabels op rijm in Boven in een groene linde. Niet alleen vanwege het schaarse aanbod dat er is voor kinderen, maar ook vanwege hun inventieve omgang met de klassieke teksten.
La Fontaine was, samen met Aesopus, de belangrijkste bron voor de schrijfsters. Van de oorspronkelijke fabel hielden ze telkens de plot over, maar grepen voorts sterk in de lengte en de dichtvorm in, en soms ook in het verhaalverloop. Ze hebben er consequent voor geopteerd om de moralistische slotregels die de klassieke fabels afsluiten, weg te laten. De moraal spreekt voldoende uit het verhaal zelf, is hun mening, en bovendien geven ze er de voorkeur aan dat de lezers zelf hun conclusie trekken. Met de ruim bekende verhaalstof zijn ze vervolgens aan het "plezierdichten" gegaan, op de wijze van Drs. P. zeg maar, aan wie ze ook een paar dichtvormen ontleend hebben. Met name 'de spicht', een gedicht met opvallend korte versregels, zodat een lange, smalle vorm ontstaat, is ruim vertegenwoordigd. Er werd hoofdzakelijk voor de beknopte verhalen gekozen ? bij La Fontaine tref je fabels aan van zeer verschillende omvang en vorm ?, een beperkt aantal fabels werd vrij drastisch ingekort, zodat je over de hele lijn kernachtige, raak verwoorde teksten krijgt. De schrijfsters varieerden ook met grote vrijheid op de plot, zodat het kan gebeuren dat je de slotfrase van de ene fabel aantreft bij een andere van soortgelijke strekking. En soms heeft zelfs de oorspronkelijke clou niet overleefd. Dat resulteert in elk geval in ritmische, amusante gedichten die ? een enkele uitzondering daar gelaten, die te veel onder de rijmdwang lijdt ? bijzonder goed in de mond liggen.
Sieb Posthuma zorgde voor de illustraties in gemengde techniek en hij heeft zijn voorkeur voor dierfiguren hier volop kunnen uitleven. Fabel en illustratie beslaan telkens een dubbele bladzijde en door het hoge boekformaat en de lange, smalle vorm van de meeste teksten had Posthuma dus volop de ruimte. Voor de meeste fabels koos hij voor luchtige karikaturen, die soms een duidelijke illustratie bieden van het kerngegeven uit het verhaal, andere laten behoorlijk veel aan de lezer om zelf in te vullen. Altijd met genoeglijke humor en met, zoals een fabel dat vraagt, een vinnige combinatie van dierlijke eigenschappen en menselijk gedrag. Posthuma toont zich hier bijzonder sterk in zijn bekende combinatie van nonchalant aandoende contourlijnen, geschilderde vlakken en uitgeknipte vormen. In de fabel 'De wolf en de ezel aan het touw', waarin de ezel het door zijn slimheid van het roofdier haalt, wordt de omkering van hun natuurlijke verhouding subtiel gekarakteriseerd in hun beider houding en een duidelijke, respectievelijk onzekere contourlijn. Ook in het samenspel van fragiele lijntekeningen tegen een dichte, kleurrijke achtergrond, gecombineerd met collagewerk, levert beelden op die de sfeer en de situatie uitstekend karakteriseren. Tekst en illustratie zijn telkens perfect op elkaar afgestemd in een uitgesproken mooie en doordachte bladzijdelayout. Sommige pagina's, met illustraties in elementaire, expressieve vormen en subtiel in elkaar overvloeiende kleuren zijn pure esthetiek. Dit is een erg sterke uitgave, die wat mij betreft haar plaats verdient tussen de klassieken. [Jen de Groeve]
Inger Bos
Het schrijversduo dat bekend is van onder andere ‘Het hele jaar rond’(2000) en ‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand... sprookjes voor jonge kinderen’* komt nu met een bundel met 75 fabels. In de verantwoording leggen de auteurs uit wat fabels zijn, waar ze oorspronkelijk vandaan komen en hoe deze selectie bewerkt is. Het tweetal heeft de plot van de oorspronkelijke fabels aangehouden, maar zelf per fabel een tekst op rijm gemaakt waarbij ze met verschillende dichtvormen - vaak in de stijl van drs. P. - gewerkt hebben. Soms is het nodig de verzen tweemaal te lezen voordat je het ritme goed te pakken hebt. De auteurs hebben ervoor gekozen de altijd aanwezige moraal in fabels niet expliciet aan hun teksten toe te voegen. Door de sterk ingekorte bewerking komen de karakters van de dieren niet altijd even goed uit de verf, maar de soms opduikende woordgrapjes maken veel goed. De illustrator, bekend van ‘Feodoor heeft zeven zussen’ (Zilveren Penseel 2007), weet de verzen op een fabelachtige manier te verbeelden. Hij maakt met zijn kleurrijke afbeeldingen in gemengde techniek over twee pagina’s prachtig gebruik van het hoge formaat van het boek. Magnifieke uitgave. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar.
Sieglinde Duchateau
ua/an/22 j
In dit bijzondere boek zijn 75 van de mooiste fabels uit de wereldliteratuur op rijm gezet. Het zijn meer en minder bekende verhalen uit het culturele erfgoed. Korte, maar krachtige zinnetjes brengen het verhaal van gepersonifieerde dieren van alle slag en soort. Vooral vossen en wolven blijken zeer populair (of juist niet) en ook hazen en muizen spelen vaak de hoofdrol, maar ook krekels, mieren, ganzen, beren en zelfs een krab, vissen, wilde zwijnen en geiten. Je kan het zo gek niet bedenken of ze beleven wel iets raars, grappigs, spannends, maar altijd vooral iets dat herkenbaar is. De moraal is nooit ver te zoeken. De keuze om het geheel op rijm te zetten brengt de auteurs af en toe in een moeilijk parket, met een geforceerd ritme of een gezocht vers, dat ook wel eens doorspekt wordt met modewoorden of al te moeilijke begrippen. Een overvloed aan prachtige illustraties vol humor en geestige details waarin de dieren opmerkelijk menselijke trekjes krijgen, brengt de verhalen in beeld en creëert de echte meerwaarde van dit boek. Een werkelijk schitterend verzorgde uitgave in een speciaal formaat, een lust voor het oog en leuk om (voor) te lezen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.