Overstekend wild : roman
Kamiel Vanhole
Kamiel Vanhole (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas, 2008 |
VERDIEPING 3 : SIBERIË : REISVERHALEN : VANH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 627 |
31/12/2008
In het titelverhaal van Een demon in Brussel, de bundel reisverhalen waarmee Kamiel Vanhole in 1990 debuteerde, zocht hij naar sporen van het verblijf van Charles Baudelaire in de hoofdstad van pauvre Belgique. Sindsdien publiceerde Vanhole vier romans, maar met De spoorzoeker knoopt hij opnieuw aan bij het genre van het literaire reisverhaal.
'Reizen door het literaire verleden van Europa', zo luidt de ondertitel van zijn nieuwe bundel. Erg precies is die ondertitel niet: in de bundel staan ook reisverhalen over Québec, Armenië en Iran, en lang niet in elk verhaal speelt literatuur een hoofdrol. Dat doet ze wel in zijn verslag van een reis naar Drohobycz, het stadje waar Bruno Schulz leefde en werkte en in 1942 door een SS-er werd doodgeschoten. In Zürich gaat Vanhole op zoek naar het modernistische zwembad dat Max Frisch nog had getekend, voordat hij zijn ontwerpen voor maatschappelijke en persoonlijke verandering vormgaf in romans en toneelstukken. In Brussel en Beersel bezoekt hij het geboortehuis en de werkkamer van Herman Teirlinck, de landjonker die altijd een Brussels ketje is gebleven. En in Montréal waadt hij door de sneeuw naar het graf van Mordecai Richler, de Engelstalige schrijver uit de joodse volksbuurt die zich met baldadige romans en vinnige essays de toorn van de nationalistische Québecquois op de hals haalde.
In niet elk verhaal wordt veel gereisd: Vanhole gebruikt de indeling van een Parijse tentoonstelling over Georges Perec als stramien voor een essay over diens werk, en twee bezoekjes aan bijeenkomsten van Oulipo stofferen een essay over die merkwaardige groep schrijvers van de 'Werkplaats voor Mogelijke Literatuur', die onder inspiratie van Perec en Raymond Queneau speelde met 'contraintes' of zelfopgelegde beperkingen.
Over al die figuren schrijft Vanhole behoorlijk geïnformeerde en aangename, zij het zelden memorabele introducties. Hij heeft smaak, maar valt niet op als een scherpzinnige lezer. Vanhole schrijft kwiek en monter, slaagt erin met lichte hand het verleden van een plek te schetsen, dringt zich niet aan de lezer op en blijft altijd de bescheiden, nieuwsgierige, milde maar onverzettelijke waarnemer. Cynisch en onverschillig is Vanhole nooit. Bovendien zwicht hij niet voor de verleiding om coherente, afgeronde verhalen te schrijven en troeblerende incidenten van hun gêne of grimmigheid te ontdoen. Zijn stukken eindigen nooit met een paukenslag, maar altijd onnadrukkelijk, zoals miezerregen op een druilerige dag.
De reisverhalen worden omlijst door twee autobiografische stukken: over Brussel, dat hij begon te ontdekken toen hij er als jongen van 12 elke ochtend naar school wandelde ("Acht uur 's ochtends, de stad begon uit al haar oksels te stinken...") en over Sterrebeek, begin jaren '50 nog een Brabants boerendorp waar zijn ouders een bakstenen huis lieten bouwen.
Aan dat alles gaat het enige echt mislukte hoofdstuk van het boek vooraf, een proloog over de identiteit van Europa. Het begint als een mythologisch verhaal ? "Aangenaam, mijn naam is Europa, ik ben een oude prinses. Die Tyreense slet, zoals Hera me in één van haar jaloerse buien noemde" ?, maar zakt enkele pagina's later in elkaar tot een opinieartikel over de nood om het hele Europese project nog eens aan de kiezers uit te leggen, een artikel met belegen en al te correcte opinies à la "Soms denk ik: Europa zal Belgisch zijn of zal niet zijn." Een denker is Vanhole niet, maar wie houdt van geduldig gestileerde voorvallen, observaties en beelden, kan aan De spoorzoeker veel plezier beleven. [Eddy Bettens]
H. van Vlaanderen
In twaalf hoofdstukken onderneemt de Belgische schrijver (1954) zoektochten naar het verleden en naar andere steden. Vooral naar andere mensen, schrijvers met hun achtergronden. Hij beschrijft het Zürich van Max Frisch, reist naar de Oekraïne om nog sporen te vinden van Bruno Schulz, slentert door Parijs om over Perec te vertellen. Zijn ervaringen in Iran zijn hoogst actueel en getuigen van begrip en nuance. Het verhaal over Armenië nodigt uit tot verder lezen. Omdat zijn ouders een tramabonnement te duur vonden, moest hij iedere dag een half uur naar school lopen. Daardoor leerde hij lopen en kijken. En zich verdiepen in de medemens, wat hij op uitstekende wijze in deze bundel met reisverhalen doet. Hij reist en kijkt met diepgaande interesse. De auteur begon in 1990 met een bundel reisverhalen, schreef verschillende romans en toneelwerken. In een mooie taal laat Vanhole de lezer kennismaken met boeiende mensen en reflecties op het bestaan. Voor de echte literatuurliefhebber zou een beknopte lijst met titels een waardevolle aanvulling kunnen zijn. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.