Het leven een roman : autobiografie
Sholem Aleichem
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Veen, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 77 |
Alexandra De Vos
ua/an/23 j
Als je als schrijver in de wieg gelegd bent, komt de inspiratie je van alle kanten aanwaaien. Hemels en aards, het hogere en het volkse, daar mixt een alerte waarnemer de sappigste scènes mee. Neem Sjolem Rabinovitsj (1859-1916), een joodse jongen uit een sjtetl nabij Kiev. Het eerste werkstuk van zijn kinderhand was een woordenboek met de Jiddische vervloekingen die zijn stiefmoeder over haar gezin afriep. Ze deed dat op rijm en in alle kleuren van de regenboog: 'Je wordt gedroogd en geloogd, geperst tot je berst, wees mij indachtig, God allemachtig!'
Die God kwam ook aan bod in Sjolems tweede jeugdwerk, een Hebreeuwse roman gebaseerd op het Oude Testament. Zijn vader zag al een carrière gloren - want Hebreeuws was hoogstaand, literair, joodse Kunst met grote K. Terwijl het Jiddisch dat Sjolem dagelijks sprak de taal was van koks en keukenmeiden. Toch was dát de taal van zijn hart, en die van vijf miljoen Russische dorpsjoden. En de sjtetls, de kleine dorpen en stadjes waar de armere joden op bevel van de tsaar moesten settelen - ook daaraan had Sjolem zijn hart verpand.
Chagalls idool
In het Jiddisch schrijven onder eigen naam, dat was een steek door het hart van zijn vader, dus werd Sjolem Rabinovitsj Sjolem Aleichem. Dat betekent iets als: 'Goeiendag, hoe gaat het?' Onder dat vriendelijke pseudoniem werd hij kind aan huis bij duizenden Jiddische gezinnen. Aleichems verhalen verschenen in Jiddische kranten en weekbladen, bij zijn voorleestournees door het Russische Rijk werd hij onder bijval bedolven. De latere schilder Marc Chagall kroop bovenop een muur om een glimp op te vangen van zijn literaire idool. En zijn populariteit had Sjolem Aleichem mede te danken aan een minzaam, onfortuinlijk personage, een man die lacht door zijn tranen: Tevje de melkboer.
Sjolem schreef voor Tevje negen monologen waarin de handelaar in kaas en melk uit Kasrilevke zijn hart uitstort bij de schrijver - een procedé dat nog niets aan levendigheid heeft ingeboet. In zijn armeluisplunje staat hij voor ons: Tevje met zijn kar en paard, zijn zeven dochters, zijn altijd nijpende geldgebrek. 'Driemaal daags stierf ik met vrouw en kinderen van de honger, het avondbrood niet meegerekend', jammert Tevje. Hij is een pechvogel, een sjlemazzel, al komen in De grote prijs de kopeken en de gebraden kippen eventjes uit de hemel vallen. Maar heeft hij geld dan verliest hij het door een louche speculant ('de zoon van een verre neef van een aangetrouwde tante') te vertrouwen.
Zijn teerbeminde dochters worden bijna zijn dood als ze het liefdespad op gaan, en als moderne vrouwen hun hart volgen zonder naar papa te luisteren. Hij verliest Tseytl aan een armoedzaaier, Hodl aan een revolutionair in Siberië, Sjprintze aan liefdesverdriet en Bejlke aan Amerika. Tevje zucht, jammert, roept God - de schurk! - aan als een moderne Job, en legt zich dan neer bij zijn lot. 'Sores en ellende, tegenspoed en rampen' - een sjlemazzel blijft altijd een sjlemazzel.
Plots, de afgrond
En dan moet het ergste nog komen: een nieuwe grondwet die pogroms meebrengt, de gojim (niet-joden) die zich tegen hem keren, zijn ruiten ingooien en beddengoed stuksnijden. Uiteindelijk wordt de arme man verdreven uit het dorp van zijn voorvaderen, hij krijgt drie dagen om op te rotten. Het is niets persoonlijks, bezweren de Russische dorpsgenoten hem - 'Je bent een fatsoenlijk man, ook al ben je dan een schurftige jood' - maar wat moet, dat moet. En zo dolen Tevje en de zijnen rond als verdwaalde schapen, 'Losgehakt met wortel en al, weggeschrobd, uitgewist, en hoe ze hebben gezocht of er nog een spoor van een jood te vinden is...' Tevje vlucht zoals ook Sjolem Aleichem vluchtte na de Kievse pogroms van 1905. Op naar Amerika, 'waar alle moedelozen naartoe gaan', op naar eeuwige roem.
Die eeuwige roem en onsterfelijkheid hadden de verhalen te danken aan hun stijl en ziel, die volgens de kenners authentiek Jiddisch zijn. Vol zwarte humor en mededogen, want het enige wat telt is dat een mens een mens is - een mentsj, in het jiddisch - een rechtvaardige die vergeeft en het oordelen aan God laat. Maar het lachen en de lankmoedigheid vergaan je bij de tragiek die de verhalen doordrenkt. Zelfs zonder de Holocaust die er nog moest aankomen, en die de wereld van de sjtetls uitvaagde. Sjolem Aleichem lezen breekt je hart.
Sjolems Tevje is niet de robuuste boer Tevje uit Fiddler on the Roof, de musical die hem bij een groot publiek bekendmaakte. Een collega-schrijver zei het zo: het is alsof je met Tevje door een vriendelijk lachende wei wandelt, en dan doemt plots de donkere afgrond op. Humor op een bedje van angst en beven, het is een mix die je niet licht vergeet.
Uit het Jiddisch vertaald door Willy Brill. Uitg. L.J. Veen Klassiek, 2008/2020, 189 blz.
31/12/2008
Van alle klassieke Jiddische boeken is Tevje de melkboer van Sjolem Aleichem (1859-1916) het bekendste, ook al omdat 'Fiddler on the Roof' erop gebaseerd is ("If I were a rich man"!); maar vergeet die aardige musical, uiteindelijk heeft hij weinig gemeen met het literaire werk. In de jaren '60 verscheen een verdienstelijke maar onvolledige vertaling, Tewje in boter en kaas, die herdrukt werd als Salamanderpocket; voor de Nieuwe Jiddische Bibliotheek is er nu een nieuwe versie gemaakt.
Tevje de melkboer bestaat uit een aantal monologen waarin de titelfiguur mondeling zijn wedervaren vertelt aan de schrijver. Toen Sjolem Aleichem ermee begon had hij niet de bedoeling een heel boek aan de melkboer te wijden, de verschillende verhalen ontstonden in de loop van twintig jaar. Toch kun je Tevje wel als een roman beschouwen: we zien de hoofdpersoon evolueren en ouder worden; de episodes bouwen op elkaar voort, en al zijn ze apart leesbaar, ze komen pas binnen het geheel helemaal tot hun recht.
Tevje brengt zijn melkproducten vooral rond bij de rijke Joden die in Jehoepets (Kiev) wonen en in Boiberik (Bojanka) hun datsja hebben. In het openingsverhaal vertelt hij hoe hij melkboer werd en daardoor opklom van straatarm tot gewoon arm; in het tweede verhaal vernemen we hoe hij zijn spaarcentjes kwijtraakte door toe te staan dat een "bloedeigen achterachterneef" ermee speculeerde; in de vijf volgende monologen raakt telkens één van Tevjes dochters aan de man, of net niet; daarna, we zijn 1910 dan al voorbij, wordt hij samen met alle andere Joden uitgewezen uit zijn streek; het korte laatste hoofdstuk is een mislukt probeersel, maar het heeft een zinvol slot: Tevje blijkt voorgoed een zwervende Jood te zijn geworden. Dat alles zit stevig ingebed in een historische context, je kunt het boek o.m. zien als een schildering van het miserabele Joodse leven in de laatste decennia van het tsarisme. De Joden moesten binnen de grenzen van het hun toegewezen Woongebied blijven, hadden te lijden onder pogroms en allerlei vormen van discriminatie. Tot de gebeurtenissen op de achtergrond behoren de Russisch-Japanse oorlog en de revolutie van 1905.
De moeizame uithuwelijking van de dochters staat centraal. Tevjes financieel benarde omstandigheden maken de zoektocht naar geschikte mannen niet makkelijk, en bovendien willen de eigenzinnige meisjes zich niemand laten opdringen ? iets waar hun traditionele maar liefhebbende en verstandige vader begrip voor opbrengt: anders dan de meeste andere mannen ziet hij zijn dochters als volledige mensen. De mogelijke huwelijken zetten hem steeds weer aan tot nadenken, want de kandidaat-bruidegoms behoren stuk voor stuk tot een andere wereld dan de zijne.
In drie van de vijf gevallen hebben de problemen te maken met materiële dingen. De kandidaten zijn van een hogere stand ? met telkens andere gevolgen: één meisje volgt haar hart en trouwt een arme tegenkandidaat, de tweede wordt tot zelfmoord gedreven, en Bejlke, de jongste, raakt verzeild in een liefdeloos huwelijk. Tevje zelf wordt daarbij telkens heen en weer geslingerd tussen zijn eigen verlangen naar rijkdom en anderzijds meer waarachtige waarden. En de twee overigen? Met Chawe, die haar afkomst verloochent en een goj trouwt, komt het tot een radicale breuk. Dat is minder een religieus conflict dan een conflict met de onderdrukkers van de Joden, en aan het eind zal Chawe terugkeren om solidair met haar familie weg te gaan: "op het moment dat ze vernam dat wij worden verdreven, zei ze tegen zichzelf dat wij allen worden verdreven". Dochter Hodl ten slotte trouwt met een jonge leraar en revolutionair die zij volgt in gevangenschap en ballingschap; Tevje probeert daar smalend over te doen, maar hij voelt grote affectie en bewondering voor dit paar.
Het had schamele dorpsliteratuur met een lach en een traan kunnen zijn, het had kunnen verzuipen in sentimentaliteit en moralisme en meligheid. Maar nee, Tevje de melkboer is een energiek en toegankelijk meesterwerk. Hoe komt dat?
Vooreerst is er Tevjes nooit aflatende, aanstekelijke humor, die hem dient als wapen tegen de armoede, de buitenwereld en zijn eigen overgevoeligheid. Eén voorbeeldje, over zijn christelijke klanten: "'We hebben gehoord, Tevl,' zeggen ze, 'dat je een fatsoenlijk man bent, ook al ben je dan een schurftige jood.' Denkt u dat je van joden zo'n compliment krijgt? Daar kun je lang op wachten". Maar de humor zit ook in de toon, en in de vergelijkingen: "de samowar sist als een schurk", de divan bij de rijke schoonzoon is "zacht als boter". De grappen en grapjes vinden hun plaats in de verbale virtuositeit van Sjolem Aleichem, in zijn schitterende nabootsing van een redeneerderige babbeltaal, in zijn snelle vertelwijze.
Verder is Tevje een veel complexer personage dan hij op het eerste gezicht lijkt: meer dan een vriendelijke en vrome huisvader, meer dan een brave en goedlachse verteller. Er zit woede en opstandigheid in hem, en moed. In de revolutionaire man van Hodl herkent hij misschien wel wat hij zelf wil zijn en in zekere zin ook is, een mens die "begaan is met de wereld", en: "Kritiek op God en de Messias en de hele wereld, scherp als een mes, met zulke wilde ideeën, dolle plannen, en alles tegen de draad in, obstinaat en rebels. Zo komt het bv. in die verdraaide hersens van hem op dat een rijk man niets voorstelt, en dat een arme sloeber daarentegen iemand van gewicht is, om maar niet spreken over een arbeider..." Tevje zelf blijft doorgaans voorzichtiger, al kan hij behoorlijk bits uit de hoek komen.
Maar hij heeft nog een speciale gesprekspartner, en wat voor een. "U weet dat ik een man ben met groot godsvertrouwen en dat ik nooit kibbel met de Eeuwige", zegt hij, maar in feite discussieert hij de hele tijd met God. Daarmee staat hij in een oude Joodse traditie, hij is een opvolger van Job: Waarom word juist ik altijd weer door rampen getroffen, terwijl de rijken er toch beter tegen zouden kunnen? En waarom zijn mensen vaak zo slecht? En wat heeft Hij eraan dat wij lijden op aarde?
Tevje doorspekt zijn monologen met aanhalingen uit de Hebreeuwse Bijbel en andere teksten die hij in sjoel heeft leren kennen. Hij citeert vaak juist én vaak onjuist, schrikt bij gelegenheid niet terug voor fantasiecitaten, en past de frasen in kwestie dikwijls op een bizarre wijze toe op datgene waarover hij spreekt. Het gaat hier niet om een vrijblijvende eigenaardigheid, eigenlijk zit in die citeermanie de hele Tevje: ze vormt een deel van zijn humor en van zijn geloof, ze dient hem als houvast, en soms ook als hulpmiddel om buitenstaanders de mond te snoeren. In sommige passages klinkt hij trouwens zelf als een psalmist of een profeet. De citaten verwijzen uiteraard naar de godsdienst maar ook naar geleerdheid; Tevje heeft grote waardering voor kennis, hij zorgt dat ook zijn dochters er het nodige van meekrijgen. Als hij droomt van een mooie oude dag, dan denkt hij juist daaraan: niet meer zwoegen, rustig bezig zijn met de komende wereld, en met boeken. En bij die boeken ligt natuurlijk ook een affiniteit met de revolutionaire schoonzoon.
Wat moeten vertalers doen met Tevjes talloze citaten? Willy Brill geeft in een aantal gevallen het Hebreeuws met vertaling erbij, op de andere plaatsen lezen we meestal meteen een (gecursiveerde) vertaling; bepaalde Hebreeuwse zinnen krijgen ook een verklaring en bronvermelding achter in het boek. Brill licht haar keuzes niet toe, maar uit het oogpunt van de leesbaarheid valt er niets op aan te merken. Ook voor de rest heeft de onvermoeibare vertaalster, zoals we van haar gewend zijn, een heel levendige, pittige tekst afgeleverd, met slechts hier en daar een opvallende slordigheid of onduidelijkheid. Jammer vind ik wel dat het nawoord zo kort gehouden is: de Nederlandstalige lezer zou best wat meer documentatie kunnen gebruiken over de historische achtergrond, over het ontstaan van het werk... Wie Engels leest moet op zoek gaan naar het prachtige inleidende essay dat Hillel Halkin schreef voor zijn versie (Sholem Aleichem, Tevye the dairyman and the railroad stories, Schocken, New York). Maar niet gezeurd: klassiek boek, mooi boek, mooie vertaling. Lezen! [Joris Note]
M.G. van Mourik
Nieuwe vertaling van de door musical (Anatevka) en film (Fiddler on the roof) beroemd geworden roman. Maar de roman heeft meer diepgang, brengt in zeven monologen (geschreven tussen 1895 en 1916) de problemen van de joodse sappelende melkboer Tevje en zijn humanistisch getinte bespiegelingen daarop. Het behandelt de vraagstukken van zijn tijd (het tsaristische Rusland) met huwelijksproblemen van zijn mooie dochters, van pogroms en verbanning, maar juist die bespiegelingen èn de relativerende humor maken het een groot genieten. In tegenstelling tot film en musical zijn de monologen in de vorm van brieven van de melkman aan zijn vriend de schrijver Sjolem Aleichem en niet rechtstreeks tot het publiek gericht. Deze nieuwe vertaling van Willy Brill is sprankelend, vlot leesbaar. Sjolem Aleichem (ps. van Sjolem Rabinowitz, geb. 1859 Oekraïne, stierf in 1916 in New York) is bij het publiek de bekendste naam waar het Jiddische literatuur betreft. In de eerste serie De Jiddische Bibliotheek verschenen reeds twee van zijn boeken. Het is een goede keus om ook in deze serie weer aandacht aan zijn werk te besteden. Met achterin nawoord, woordenlijst voor jiddische woorden en verklaring van geciteerde Hebreeuwse bijbelteksten. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.