Roald Dahl woordenboek : van aaien tot zwoevig, een écht woordenboek met gewone en buitengebruikelijke woorden
Roald Dahl
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Augustus, cop. 2008 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : 814 WAGE |
31/12/2008
Schrijvers van fictie krijgen, zeker wanneer ze de platgetreden paden verlaten, geregeld te maken met vragen over zinsbouw, beeldspraak, woordkeuze en stijlmiddelen, spelling en leestekens. Een Chinees spreekwoord zegt: 'Je moet iemand die honger heeft geen vis geven, maar hem leren vissen.' Blijkbaar heeft de auteur van deze taalvraagbaak dat principe voor ogen gehouden. Het boek bevat weliswaar een gedetailleerd inhoudsoverzicht en een verfijnd register waarmee je tamelijk snel kunt opzoeken waar je aan twijfelt, maar de eigenlijke tekst is heel systematisch opgesteld, bijna als een universitaire eerstejaarscursus. Hier komt een tweespalt in deze vraagbaak naar voren. De auteur zou het liefst alle taalkwesties van naaldje tot draadje uitleggen, introduceert de vaktermen, definieert begrippen, licht grammaticale en spellingkwesties toe ?, maar tegelijk beseft hij dat de lezer vaak gewoon praktisch is ingesteld en gauw een antwoord wil op zijn vraag. Daartoe werkt hij met een uitgebreide reeks verwijzingen in superscript in de tekst. Grammaticale termen verwijzen naar een bijlage daarover, een inleidende alinea somt de deelproblemen op en bevat pijltjes naar de paragraaf waarin ze aan de orde komen. Ook de talrijke stappenplannen om bv. uit te maken of je 'dat' of 'wat' moet schrijven zijn één stelsel van (door)verwijzingen. Hier stoot je werkelijk op de grenzen van het boek als informatiedrager. Je vraagt je af of een taalvraagbaak op cd-rom, met hyperlinks, niet veel eenvoudiger te hanteren is.
Wie van een taalprobleem echt het fijne wil weten, komt hier anders wel heel ver. En misschien zijn goede schrijvers juist ook wel mensen die niet alleen willen weten wat goed is, maar ook waarom. Het boek vraagt echter een uiterst geduldige lezer. De sterkste gedeelten zijn die over zinsbouw (o.m. werkwoordsvolgorde, meervoud of enkelvoud?, verwijswoorden, zinnen en bijzinnen, de invloed van zinsbouw op aantrekkelijke teksten), spelling en interpunctie. Die laatste twee beslaan meer dan honderd bladzijden en zijn van het beste en volledigste wat je over die kwesties kunt lezen. Weliswaar zullen veel schrijvers liever meteen het Groene Boekje openslaan om de spelling van een bepaald woord te vinden, maar voor de interpunctie laat dat je in de steek. Hier wordt bijzonder helder en volledig uiteengezet hoe je bv. met aanhalingstekens omspringt (dialoog, citaat, ironie en betekenis) en wat je moet doen bij combinaties van leestekens. Het hoofdstuk over beeldspraak is niet veel meer dan een klassieke opsomming van de verschillende soorten, met goede hedendaagse voorbeelden maar met weinig praktische tips. Hetzelfde geldt voor de stijlfiguren. Hoewel er veel ter sprake komt, is een dergelijk boek nooit volledig. Ik mis bv. uitleg over het verschil tussen deze/die en dit/dat; ook een lijstje van de hoofdtijden zou geen overbodige luxe zijn. Er zijn drie bijlagen: een opfriscursus ontleden, een lijst van woordsoorten en uitleg over het genus, ook bij afkortingen, organisaties en instellingen. Slotsom: een diepgaande, veelomvattende vraagbaak, maar tamelijk omslachtig en ondanks alle verwijzingen niet zo gemakkelijk in het gebruik. [Erik de Smedt]
Arjen van Meijgaard
Dit boek maakt deel uit van de 'Schrijfbibliotheek', handleidingen voor aspirant-auteurs van fictie. In dit deel wordt aandacht besteed aan de regels van het schrijven. Welke verwijswoorden gebruik je, hoe zit het met de tussen-n, de samentrekkingen met 'er', de accenten in leenwoorden uit het Frans of het juiste gebruik van komma's en puntkomma's. De nadruk ligt op de spelling en grammatica, maar ook krijgt de schrijver een aantal tips om de schrijfstijl te verlevendigen en is een hoofdstuk gewijd aan beeldspraak en een hoofdstuk aan stijlmiddelen. De inhoudsopgave is uitvoerig en logisch ingedeeld, maar mocht je niet kunnen vinden wat je zoekt, dan kun je het register op trefwoord achter in het boek raadplegen. Omdat veel regels met elkaar samenhangen, wordt vaak verwezen naar eerdere paragrafen en kun je de oplossing van een probleem vinden via een stappenplan. Ook heeft de auteur valkuilen uitgelicht. Deze taalvraagbaak voor schrijvers is een mooie aanvulling op de reeds bestaande schrijfboeken uit de Schrijfbibliotheek. Voor meer stilistisch toegespitste tips verscheen kan men terecht bij Heidi Albrecht: 'Schrijfstijl'.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.