Over de voordelen van treinreizen
Antonio Orejudo
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 2182 |
31/12/2008
De thematiek van een roman ophangen aan een ongenuanceerde zwart-wittegenstelling levert zelden boeiende literatuur op. Dat weet de stilistisch zeer onderlegde Spaanse schrijver Antonio Orejudo (Madrid, 1963) maar al te goed. In zijn roman Dopersvuur, waarmee hij voor het eerst in het Nederlands bereikbaar is, verkent hij dan ook alle grijstinten die zich bijna eindeloos tussen zwart en wit schakeren. Deze intelligente techniek is nog meer aangewezen als het onderwerp van het boek een theoretisch inzicht is dat zich in een concrete historische situatie heeft neergezet en zo de geldende gedachten en praktijken liet wankelen, bestaande instellingen op hun grondvesten deed beven en zó ingrijpend de menselijke geschiedenis dooreenschudde dat deze daarna nooit meer dezelfde kan zijn.
In Dopersvuur schetst de auteur een genuanceerd en pregnant beeld van de bedreiging die het anabaptisme ? de beweging der wederdopers ? vormde voor de tot dan toe onaantastbare katholieke kerk, bovenal als die theologische 'ketterij' samengaat met een andere evolutie die vanaf de 16e eeuw de hele maatschappij voorgoed zou omvormen, met name de boekdrukkunst. Letters en ketters sluiten een verbond dat Orejudo op de enig mogelijke manier beschrijft: met nuance, met inzicht in de altijd complexe materie die in een welbepaalde historische periode door nieuwe ontwikkelingen even aan het oog kan worden onttrokken, maar steevast achtergrond en humus vormt van een nieuwe, onafwendbare wereldbeschouwing. Deze wordt eerst nog krampachtig bevochten door een stuiptrekking van de heersende macht (de inquisitie), maar gaat later toch deel uitmaken van de menselijke geschiedenis, die diepgaander hervormd wordt door doordachte nuance dan door heetgebakerde radicale ommekeer.
In de lente van 1534 komt de Westfaalse stad Münster in handen van wat de kerk een sekte noemt, de wederdopers, en die zowel door katholieken als door protestanten (Luther en Calvijn waren toen nog heel recente geschiedenis) als ketters worden vervolgd. De kerk riep tegen Luther en Calvijn al een nieuw orgaan in het leven, de inquisitie, een rechtbank die afvalligen moest opsporen en uitroeien. Ook op de wederdopers werd het Heilig Officie losgelaten. Münster was het nieuwe Jeruzalem: hier zou Christus opnieuw de aarde betreden en het laatste oordeel komen vellen. De wederdopers waren ervan overtuigd dat de volwassen menselijke rede een beslissende inbreng moest hebben in de ontplooiing van het geloofsleven. Daarom werden niet meer de kinderen maar de bewuste volwassenen gedoopt. Maar dat theologisch inzicht stond niet alleen en een nieuwe interpretatie van het evangelie had directe gevolgen voor de geschiedenis hic et nunc: geld en bezit werden afgeschaft, veelwijverij werd ingevoerd en de kleermaker Jan van Leiden (in de roman Jan Beukels) werd tot koning gekroond. In de strijd tussen geloof en macht, tussen verlichte interpretatie en werkelijkheid, gaan beide kampen over lijken. Want aan beide stromingen ligt een machtsdenken ten grondslag dat het nieuwe al bij voorbaat corrumpeert.
Orejudo formuleert de basisregel die tegelijk behoudsgezinden en hervormers leidt, als volgt: "Het is geen goede zaak als degenen die de mensen dwingen zich aan de wet te houden zich er ook zelf aan moeten houden. Als dat zo was, zouden de wetten nooit rechtvaardig kunnen zijn, en een rechtvaardige wet en een man die buiten de wet staat zijn te verkiezen boven een onrechtvaardige maar universeel geldende wet."
De beknopte roman van Orejudo, een meesterwerkje in het genre van de historische roman, deed me sterk denken aan het weergaloze L'Oeuvre au noir (1968) van Marguerite Yourcenar en aan de vlijmscherpe en stilistisch fijngeslepen Lettres écrites à un provincial (1656) van Blaise Pascal. Yourcenar zet het levendige beeld neer van Zenon, een alchimist en geneesheer uit de 16e eeuw, die uit het middeleeuwse denken naar de renaissance toegroeit. Pascal gaat op de subtiele (d.i. genuanceerde) toer om de belichaming van de inquisitie, het in Spanje gegroeide elitekorps van de inquisitie, de jezuïeten, te analyseren en er het diabolische machtsprincipe van bloot te leggen. Wat Antonio Orejudo in Dopersvuur doet, ligt in het verlengde van zijn illustere voorgangers. De roman is geen dorre weergave van een ideeënstrijd, maar een duik in de verwarrende wisselvalligheden van een historische periode. Dit maakt Dopersvuur zo fascinerend: in de tijd dat de boekdrukkunst wordt uitgevonden en dus ook de drager van de metaforenfabriek van de Europese literatuur, zijn radicale gelovigen er blindelings van overtuigd dat "de tijd van de metaforen voorbij" is.
De zelfverklaarde 'profeet' Matthijs, die van Münster een bolwerk der wederdopers maakt, een godsrijk op aarde, en daarbij vertrekt van zeer vooruitstrevende geloofsovertuigingen (ingegeven door de rede ? het vrije menselijke oordeel ? die zo door de katholieke kerk wordt gevreesd, niet vanuit een geloofsovertuiging maar vanuit een werelds machtsdenken), slaagt erin om als een mol blind te zijn voor een andere (r)evolutie die het verdere verloop van de menselijke geschiedenis zo drastisch zal beïnvloeden, de boekdrukkunst: "De profeet Matthijs heeft het einde van de tirannie van het gedrukte en ook van het geschreven woord aangekondigd. Boeken, boeken, boeken, zegt hij. Waar dienen ze toe? De papen hebben de boeken altijd gebruikt om ons klein te houden. Er is slechts één boek dat het verdient om gelezen te worden. De Bijbel. Daar staat alles in. De rest is rotzooi, bagger waar je je zo snel mogelijk moet van ontdoen." En de wederdoper gaat tot boekverbranding over... En dat in het tijdperk dat de boekdrukkunst de wereld grondig begint te veranderen. Het samengaan van religieuze waan en blindheid voor wat echt vernieuwend en doorslaggevend wordt, heeft zich in de geschiedenis meermaals voorgedaan. Revolutie en intellectueel (of wetenschappelijk) inzicht staan wel vaker met getrokken messen tegenover elkaar. Maar Orejudo heeft deze tragedie heel tastbaar beschreven, met veel humor ook (vaak tongue in cheek), met respect voor de ambiguïteit, de tegenstrijdigheden en de paradoxen die metaforen voor het leven zelf zijn.
De figuur van Bernd Rothmann, ooit nog pupil en beschermeling van de katholieke bisschop van Münster en nu fervent prediker die alle toehoorders achter zich krijgt, domineert de roman. Ook als Bernd verdwijnt en later onder een andere naam en met een nieuwe missie weer opduikt. Die mysterieuze verdwijning voert ons recht naar de kern van het boek: de onhoudbare tegenstelling tussen geloofswaanzin en wetenschappelijke vooruitgang (hier de boekdrukkunst, het uitvinden van nieuwe lettertypes, waar Rothmann onder een andere naam in uitblinkt). Orejudo vult de historische roman aan met een vleugje mysterie dat wel recht uit de spionageroman lijkt te komen. Deze techniek geeft meteen het complexe en dubbelzinnige aan van de evolutie die een mens onder druk van de omstandigheden moet maken. De schrijver, Antonio Orejudo, is degene die schaak speelt met de lezer. Van Orejudo hangen de (schijn-)bewegingen af die deze roman maken tot wat hij is: een pareltje in zijn genre, een spel tussen twee levensopvattingen, die van iemand die authentiek zijn eigen inzichten volgt of die van de tot compromis bereide mens die beweert: "Ik verkies de onrechtvaardigheden van de katholieke kerk boven de experimenten van om het even welke dwaas". Om het schaakspel niet bij voorbaat te ontluisteren, verkies ik hier het verhaal van de roman niet helemaal te onthullen. Wel wil ik hieraan toevoegen dat ook humor en ironie aan deze roman luister verlenen.
De eerste boeken van de nog jonge Antonio Orejudo werden met prijzen bekroond. Ook Dopersvuur (in 2005 in Spanje verschenen) verdient het geprezen te worden! De vertaling is accuraat en stilistisch verantwoord (enkele slordigheden niet te na gesproken). Maar waarom voelen uitgevers zich zo vaak geroepen om een andere titel dan de originele als vertaling te lanceren? Oorspronkelijk heet Dopersvuur immers Reconstrucción - 'Reconstructie', een titel die naar de kern van de roman gaat en aantoont dat de schrijver ervan heel goed weet wat hij doet: hij wil wel reconstrueren, maar zonder een exacte replica af te leveren. Daarin ligt ook zijn literair vernuft. Ik geloof dat Orejudo nog heel wat in zijn mars heeft. Ik hoop dat ook zijn Nederlandse uitgever daarvan overtuigd is. [Bart Vonck]
Drs. G.A. Ribbink
Deze historische roman speelt ten tijde van de reformatie in West-Europa. Hoofdpersoon is Bernd Rothmann, zoon van de zilversmid en oogappel van monseigneur Frederik. Hij wordt een van de leiders van de opstand tegen de katholieke kerk in Münster. Als de stad wordt ingenomen door kerkgetrouwe troepen, vlucht hij naar Frankrijk, waar hij onder een valse identiteit als typograaf gaat werken. Totdat de hoofdinquisiteur hem ontmaskert en met de opdracht belast om Miguel Servet, een Spaanse ‘ketter’ op te sporen. Een merkwaardig boek dat een luchtige en eigentijdse blik werpt op de donkere kanten de inquisitie en de reformatie in de zestiende eeuw. Luther, Calvijn en Erasmus, ze komen allemaal voorbij, evenals minder bekende (door de schrijver verzonnen) protestanten als Rothmann en Servet. Het verhaal wordt verluchtigd met slapstickachtige taferelen, zoals de inquisiteur die last heeft van aambeien. Een onderhoudend geschreven boek met een licht ironische ondertoon. De derde roman van Antonio Orejudo (Spanje, 1963), die voor zijn eerdere boeken literaire prijzen kreeg. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.