Ze maken ons allemaal dood ... : verhalen uit Rwanda
Philip Gourevitch
Philip Gourevitch (Auteur), Errol Morris (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : Verenigde Staten 399.39 GOUR |
31/12/2009
Toen op 20 maart 2003 de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk 'Operation Iraqi Freedom' startten, was dit de climax van een reeks diplomatieke en strategische handelingen die reeds lang voordien waren ingezet. Het was ook het moment waarop over de hele wereld betogingen werden georganiseerd tegen deze illegale oorlog. Want in tegenstelling tot de door de VN ondersteunde invasie van Afghanistan, was de invasie van Irak in strijd met het internationale recht, dat zeer strikte voorwaarden stelt voor legitieme oorlogsvoering. De aanval op Irak beantwoordde allerminst aan deze voorwaarden, en was door de VS louter gerechtvaardigd op basis van het uiterst controversiële (en vage) principe van de "preventieve oorlog". Allerhande redenen werden bedacht en voor de wereldopinie verdedigd, die terecht oordeelde dat deze op zijn minst vrij licht uitvielen om een oorlog te rechtvaardigen. De VS en Groot-Brittannië stonden aldus vrij geïsoleerd, en de nogal onevenwichtige samenstelling van de zgn. "coalition of the willing" (met naast Spanje en Italië ook 'grootmachten' zoals Georgië, Letland, Azerbeidzjan, en de eeuwige vijanden Ethiopië en Eritrea) maakte dit punt pijnlijk duidelijk.
In de marge van de oorlog raakten sindsdien verschillende schandalen bekend. Sommige hadden te maken met de nogal warrige en tegenstrijdige inlichtingenberichten omtrent "de dreiging" die van Saddam Hoessein zou uitgaan en hoe deze politiek werden misbruikt ? denken we maar aan "Plamegate" in de VS, en de "Hutton Inquiry" in Groot-Brittannië. Andere waren gerelateerd aan de bijzonder hoge bedragen die bedrijven zoals Halliburton (waarvan vice-president Cheney jarenlang CEO was) aanrekenden voor de 'heropbouw' van Irak en de olie-industrie in het bijzonder, of aan het drieste optreden van "private military contractors", ofte newspeak voor huurlingen, in Irak.
Het grootste schandaal kwam echter van binnen het Amerikaanse leger zelf. In 2004 verschenen in de Amerikaanse media enkele berichten, door het leger zelf bekendgemaakt, omtrent misbruik en vernedering van Iraakse gevangenen door Amerikaanse soldaten en het onderzoek dat het leger tegen deze individuen was gestart. Aanvankelijk leek de pers hierin weinig geïnteresseerd, maar enkele maanden nadien werden er in de Amerikaanse media plots foto's gepubliceerd, gemaakt door soldaten van de militaire politie (MP) die werkten in de centrale gevangenis van Bagdad: de Abu Ghraib. Deze foto's, en het absolute wangedrag van Amerikaanse troepen dat deze documenteerden, waren dermate schokkend dat ze spoedig de wereld rondreisden, op de voorpagina's van talloze kranten en tijdschriften, en op pancartes en spandoeken tijdens anti-oorlogsbetogingen. Het verhaal achter die foto's, uitgegroeid tot het symbool van de Amerikaanse militaire agressie in Irak, is nu door het duo Philip Gourevitch en Errol Morris vastgelegd in Standard operating procedure (2008 ? vert. Standaardprocedure gevolgd).
Errol Morris is een gerenommeerd documentairemaker, die zijn reputatie o.m. verwierf dankzij 'The fog of war', een schitterende film waarin de voormalige Amerikaanse defensieminister Robert McNamara openhartig vertelt over de Koude Oorlog. Zijn partner Philip Gourevitch verdiende zijn sporen als onderzoeksjournalist, en is de auteur van het beklijvende Ze maken ons allemaal dood... (Atlas, 2000) over de Rwandese genocide. Gourevitch en Morris sloegen de handen in elkaar om zowel een documentaire te maken als een boek te schrijven over wat er nu werkelijk is gebeurd in Abu Ghraib, en waarom het in godsnaam zo ver is kunnen komen.
Standaardprocedure gevolgd is dan ook het verhaal van Lynndie England, Charles Graner, Javal Davis, Sabrina Harman en hun collega's van de MP-eenheid die moest instaan voor de bewaking in de Abu Ghraib gevangenis. De MP's moesten er met name de duizenden Irakezen bewaken die er gevangen zaten. Niet als gevangenen, maar als 'security detainees': een op het Pentagon en het ministerie van Justitie uitgedacht neologisme om de conventies van Genève te ontlopen, die de rechten van gevangengenomen soldaten beschermen. President Bush had immers reeds zijn "mission accomplished"-speech gegeven, het Iraakse leger was verslagen, en de gevangenen van Abu Ghraib waren dus allen terroristen of "vijandelijke strijders", maar beslist geen krijgsgevangen die met zorg en respect dienen te worden behandeld. In de oorlog tegen het terrorisme gelden de Geneefse conventies klaarblijkelijk niet als wet, maar als vrije keuze van de bevelhebber, en dan maar voor zover deze in overeenstemming zijn te brengen met de militaire objectieven.
Gourevitch en Morris beschrijven nauwlettend de ontstaansgeschiedenis van Abu Ghraib, hoe het door de Iraakse bevolking gesloopte kroonjuweel van Saddams gevreesde veiligheidsapparaat door de Amerikanen werd heropgebouwd om er verzetslieden in op te sluiten en te ondervragen, en hoe de voormalige commandant van dat andere icoon van Amerikaanse wetteloosheid, de gevangenis in Guantanamo Bay, 'advies' komt geven aan zijn collega's: "je moet de gevangenen als honden behandelen". De auteurs trachtten het dagelijkse leven in de gevangenis te beschrijven met de woorden van de protagonisten. Doordat ze zelf zoveel mogelijk op de achtergrond blijven in plaats van voortdurend oordelen te vellen, krijg je een onthutsend beeld van de banaliteit achter dit drama. En doordat ze bewust geen foto's opnamen, word je bovendien niet beïnvloed door de beelden, maar op sleeptouw genomen om verder te kijken dan de rand van het objectief.
Het centrale punt dat Gourevitch en Morris willen maken, is immers dat de MP's die in het schandaal betrokken waren niet zozeer enkele rotte appels zijn, maar afgezien van een enkeling die daar omwille van zijn psychologisch profiel nooit had mogen zijn, betrekkelijk normale jonge Amerikanen, die waren terechtgekomen in een vreselijke situatie en daar ook naar handelden. Het waren bovendien zondebokken, want enkel de allerlaagste rangen werden door het leger tot gevangenisstraffen veroordeeld, de verantwoordelijke officieren ontsprongen de dans met soms niet meer dan een berisping.
Volgens hun oversten moesten de MP's, die normaliter specifieke gedragscodes hebben, zich volledig ter beschikking stellen van de militaire inlichtingendienst, die een speciale sectie van de gevangenis gebruikte voor ondervragingen. Ze werden dan ook verzocht om de gevangenen in dat deel van de gevangenis psychologisch en fysiek "voor te bereiden voor ondervraging", zonder daar verder veel uitleg over te krijgen. In een situatie waarin de gevangenis bijna dagelijks werd beschoten door mortieren ? de Abu Ghraib ligt immers in de beruchte soennitische driehoek, waar het verzet het hevigst was ? en waar de jonge, grotendeels onervaren militairen die daarmee werden geconfronteerd absolute macht hebben over onrustige gevangen, loert misbruik erg snel om de hoek.
Bovendien waren er nooit duidelijke bevelen: wanneer iemand, onzeker over de brutaliteit die van hen werd verwacht, raad vroeg aan een overste, kreeg die onmiddellijk het advies niet te veel vragen te stellen en te doen wat de militaire inlichtingendienst hen vroeg. Het gebrek aan beleid wàs het beleid, de standaardprocedure uit de titel impliceert net de afwezigheid daarvan: kortom, een situatie die brutaliteit en marteling alleen maar aanmoedigde. Sommigen verklaarden nadien te beseffen dat ze dingen moesten doen die helemaal niet door de beugel konden, en net daarom begonnen met foto's nemen, ter documentatie. Maar al snel verwerd het documenteren tot het maken van kiekjes: lachende gezichten boven een tijdens ondervraging 'omgekomen' gevangene, de 'thumbs up' terwijl gevangenen seksueel vernederd werden, of brutaal afgetroefd werden door hun collega's. De stemming "schommelde tussen woedende agressie en grappenmakerij". Door het complete gebrek aan officiële richtlijnen over wat toegestaan was en wat niet door de beugel kon, ontstond er in Abu Ghraib al snel een andere werkelijkheid, waar de grenzen van wat normaal was ernstig werden verschoven, en waar wat Hannah Arendt de "banaliteit van het kwaad" noemde kon zegevieren. Bovendien was er niet eens sprake van een doel dat de middelen heiligde: het overgrote deel van de gevangenisbevolking bleek volkomen onschuldig te zijn, en was meestal opgepakt in razzia's omdat er in dezelfde wijk een bommenmaker woonde. Uiteindelijk valt zo de hele Amerikaanse strategie als een kaartenhuisje in elkaar, want "als je terreur met terreur bestrijdt, hoe houd je die twee dan uit elkaar?" [Steven Van Bockstael]
E. Westerhuis
Onder het dictatoriale regiem van Saddam Hussein was de Abu Ghraib-gevangenis bij Bagdad al de hel op aarde. Voor vermeende misdaden tegen de staat kenden de folteringen geen grenzen. Op woensdag en zondag werden soms honderd mensen per week opgehangen. Na de Amerikaanse inval in Irak en de ondergang van het bewind van Saddam Hussein werd deze beruchte gevangenis door de Amerikanen in gebruik genomen om er vermeende terroristen op te sluiten. De behandeling van de gevangenen binnen de muren van deze instelling werd er niet veel beter op. De foto's van Amerikaanse militaire bewakers die Irakese gevangenen vernederen, schokten de wereld en werden het symbool van de vuile oorlog in Irak. De Amerikaanse documentairemaker Errol Morris heeft over dit schandaal een film gemaakt, getiteld 'Standard Operating Procedure'. Vele ooggetuigen werden door hem geïnterviewd, zowel Amerikanen als Irakezen. De documentaire won de Zilveren Beer bij het Filmfestival in Berlijn 2008. Onderzoeksjournalist Philip Gourevitch heeft gebruik gemaakt van deze indringende interviews en zijn bevindingen in dit boek verwoord. Zijn analyse over de misdragingen van de betrokken Amerikaanse militairen en de huidige situatie in Irak stemmen tot nadenken. Geen illustraties.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.