Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Gottmer, cop. 2007 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 929 GODE |
ARhus - afdeling Rumbeke
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Gottmer, cop. 2007 |
VOLW. : NON FICTIE : 929 GODE |
Besprekingen
31/12/2008
Waar fotojournalistiek vroeger meer een zaak was van kranten en tijdschriften, verovert ze nu steeds meer de boekenmarkt. Hierbij spelen de jubilea van fotoagentschappen als Magnum en de prestigieuze World Press Photo een belangrijke rol. Maar ook de individuele uitgaven van fotografen die buiten de zelfcensurerende, klassieke persmedia om hun visie op de wereld willen geven, nemen hand over hand toe. De Leica European Publishers Award for Photography helpt hen daarbij een handje. Een moment om stil te staan bij de aard van het beestje.
Fotojournalistiek of persfotografie wordt door Van Dale droogweg beschreven als "het maken van persfoto's t.b.v. kranten en tijdschriften". Maar de pogingen vanuit het veld om een sluitende definitie te vinden voor het fenomeen zijn minder eenduidig: "beelden op een pagina" (Harold Evans), "woorden en foto's" (Wilson Hicks) , "het vertellen van verhalen [...] door middel van aan elkaar gerelateerde foto's die in een bepaalde continuïteit zijn gerangschikt" en vergezeld van ondergeschikte tekst (Dan Mitch), "de reeks foto's op een gedrukte pagina die in tijdschriften [verschijnt] en [...] daadwerkelijk de lezer bereikt" (Robert Lebeck). Samenvattend zou je persfotografie met Mary Panzer kunnen omschrijven als individuele of reeksen foto's die (op zich of vergezeld van tekst) "de dingen zoals ze zijn" weergeven. Die beschrijvende aard van fotojournalistiek ligt in het verlengde van het persverslag; vandaar dat "een fotoreportage een vertelling in beelden is: soms is het een kortverhaal, soms een novelle en bij momenten is het een roman" (Robert Lebeck). Het spanningsveld tussen fotografie en de eventuele begeleidende tekst, in termen van dominantie en ondergeschiktheid, zal sterk afhankelijk zijn van de individuele kwaliteit van de componenten. Zijn de foto's louter illustratief, of vertellen ze een eigen verhaal, dat de (nood aan) tekst overstijgt? In elk geval kan fotojournalistiek slechts zijn functie vervullen als de foto's uiteindelijk gepubliceerd worden en een publiek of gemeenschap bereiken. Daarbij dient een kanttekening gemaakt bij de mythe van de universele taal van de fotojournalistiek omdat bepaalde publicaties zich op bepaalde gemeenschappen richten, telkens met een ander wereldbeeld, een andere manier van kijken. De fotojournalistiek is dan ook een huis met vele kamers, met uiteenlopende wereldbeelden. Bij dit hele verhaal stelt zich dan ook de vraag naar wat de 'werkelijkheid' ("de dingen zoals ze zijn") is. Behalve Mary Panzer in haar inleiding tot De dingen zoals ze zijn: 50 jaar fotojournalistiek in context, waaraan deze bijdrage schatplichtig is, verwijzen ook de fotografen Dorothea Lange en Henri Cartier-Bresson naar Sir Francis Bacons (1561-1626) geschriften om de kern van fotojournalistiek (en in het verlengde documentaire fotografie) te duiden: "De beschouwing van de dingen zoals ze zijn, zonder substitutie of misleiding, zonder vergissing en verwarring, is op zichzelf waardiger dan een rijkdom aan verzinsels". Dat neemt niet weg dat de persfotografie nooit dé werkelijkheid kan vatten, maar een die zich "gekleurd door het subjectieve filter van de fotograaf en de krant" manifesteert. Fotojournalistiek is een teamwerk "waarin fotografen, schrijvers, editors en uitgevers een creatieve interpretatie geven aan de chaos van het leven".
In de bijna 170 jaar dat de persfotografie bestaat hebben de kwaliteit en techniek een grote vlucht genomen. In de periode 1839-1881 werden vnl. houtsneden van foto's gepubliceerd, daarna zorgde het mechanisch afdrukken van halftone foto's (1882-1895) gaandeweg voor een hausse in het geïllustreerde nieuws (1896-1914), waarbij foto's steeds prominenter op de voorgrond treden om een eigen verhaal te vertellen. Het belang van het documenteren van een periode werd al onderstreept in 1839 toen Dominique François Arago het belang van de fotografie voor de Franse Staat benadrukte. Als ze in 1789, tijdens de expeditie van Napoleon naar Egypte, al over de fotografie hadden kunnen beschikken, hadden ze alle monumenten kunnen documenteren vóór ze geplunderd en vernield werden. De Eerste Wereldoorlog was de eerste grootschalige test in het documenteren en het communiceren van een wereldbrand, zij het met vrij omslachtige apparatuur. De ontwikkeling van handzamere camera's als de Leica en Ermanox en het gebruik van filmrolletjes om sneller beeldsequenties te fotograferen, bracht de persfotografie eind jaren '20, begin jaren '30 in een stroomversnelling. Voor het eerst kon het voorbijflitsende nieuws sneller opgevolgd worden en konden onderwerpen haast onopgemerkt geregistreerd worden. Voor velen ligt hier het begin van de echte fotojournalistiek, met in het spoor van de politieke onrust een wereldwijde vraag naar geïllustreerde media, de opkomst van geïllustreerde magazines als 'Life' en 'Vu' en de oprichting en groei van fotoagentschappen. Daarbij speelde de esthetiek van wat later 'documentaire fotografie' genoemd werd een belangrijke rol. Denken we maar aan de beroemde foto's van Walker Evans en Dorothea Lange over de Great Depression in de Verenigde Staten (zie ill. p. 74). Tegen de Tweede Wereldoorlog zat iedereen op de eerste rij om de verschrikkingen van het oorlogsgeweld van nabij te volgen, het begin van een lange reeks gewapende conflicten die de oorlogsjournalistiek als aparte discipline lanceerde. Maar ook een ander fenomeen, dat van de politieke propaganda via de persfotografie, had intussen voor en tijdens de oorlog sterk opgang gemaakt. Bovendien kreeg de fotojournalistiek met de nasleep van de Holocaust een geweten geschopt dat het ethische karakter van de verslaggeving blijvend op de agenda plaatste. Persfotografie werd in de jaren '50 hét medium om de wereldgebeurtenissen op te volgen, wat leidde naar het gouden tijdperk met klassieke fotoreportages in tijdschriften als 'Life', 'Paris Mach' en 'Stern'. Met de moord op J.F. Kennedy (1963) begon de zwanenzang voor Amerikaanse tijdschriften als 'Life', door de verschuiving naar het medium televisie, terwijl het brandpunt van de fototijdschriften zich naar Europa verplaatste. Het succes van de persfotografie verschoof gaandeweg wel van de fotoreeks naar de icoonwaarde van individuele shots, die zich in het collectieve geheugen nestelen. Zoals bv. het schrijnende beeld van het door napalm verbrande, huilende Vietnamese meisje Phan Thi Kim Phuc (1972) dat de publieke opinie sterk tegen de oorlog in Vietnam keerde. Met Parijs als middelpunt van de fotoscene schoten onafhankelijke fotoagentschappen als paddenstoelen uit de grond (Gamma (1967), Sipa (1969), Sygma (1973), Contact Press Images (1976)) die de concurrentie aangingen met oudere samenwerkingsverbanden als Rapho (1933), Magnum (1947) en Black Star (1937). Deze onafhankelijke agentschappen gaven fotografen de kans om in eigen naam en met de nodige materiële en commerciële ondersteuning de concurrentie aan te gaan met de grote persagentschappen. In de jaren '80 gingen de fotoreportages als zoete broodjes over de plank, wat maakte dat Reuters vanaf 1985 ging opbieden tegen grote spelers als Associated Press, United Press International en Agence-France Presse. De bitterharde concurrentie van de verbeterde nieuwsdiensten legde gaandeweg een hypotheek op de Europese markt voor actuele foto-essays. Kleurenfotografie werd de dominante standaard. Magnum oorlogsfotograaf Gilles Peress doorbrak echter de conventies door een 'new photojournalism' te lanceren dat heel wat navolging kende, waarbij de klassieke kadrering van foto's werd doorbroken en de rol van de fotograaf binnen zijn onderwerp een prominentere rol toebedeeld krijgt. Bv. het verwerken van zijn telexen met Magnum (Parijs) tijdens zijn getuigenverslag van de gijzeling in Iran in het boek Telex Iran (1983). Het regelmatig verschijnen van boeken van fotojournalistieke aard, doorbreekt het klassieke monopolie van kranten en tijdschriften, en stimuleert de artistieke vrijheid van de persfotograaf. Fotojournalistiek haalde vroeger al sporadisch de musea, maar onder invloed van rondreizende tentoonstellingen, reportages in kunsttijdschriften en boeken wordt het kunstaspect van de betere fotojournalistiek steeds sterker in de verf gezet. Van de andere kant krijgen we met de opkomst van de digitale fotografie en het zgn. 'breaking news' (waarbij foto's onmiddellijk vanuit 'the middle of nowhere' via satelliet doorgestuurd worden i.p.v. filmrolletjes die per vliegtuig werden overgevlogen (een praktijk die vaker gebruikt werd dan het doorfaxen van foto's)) een fotojournalistiek die steeds vluchtiger wordt en zelfs gebruikmaakt van inferieure amateurbeelden om als eerste het nieuws te kunnen brengen. We zijn afhankelijk van de onafhankelijke, niet-ingebedde pers om de andere kant van de oorlogsconflicten van de grote mogendheden te belichten, of te berichten over conflicten die het wereldnieuws niet halen. Ook zonder publicaties in de gangbare pers is er voor veel fotografen de sociale noodzaak om te documenteren, zodat de nieuwsfeiten niet onder de mat kunnen worden geveegd. Het internet is vaak de enige weg om sociaal onrecht of perscensuur te omzeilen. Hoewel de fotojournalistiek een diffuus gegeven geworden is, dat zich op de grenzen tussen kunst en journalistiek, berichtgeving en sociaal document beweegt, lijkt het een rijker en geschakeerder medium dan ooit te zijn dat zich in zijn vormgeving en publicatievorm diversifieert in het zog van de technologische ontwikkelingen.
In 2004, editie 2005, vierde de prestigieuze World Press Photo Awards (www.worldpressphoto.nl) haar 50e verjaardag. Aanleiding voor het hierboven vermelde boek De dingen zoals ze zijn: 50 jaar fotojournalistiek in context dat ervoor kiest om terug te blikken op de moderne geschiedenis van de persfotografie in tijdschriften, i.p.v. het beste uit 50 jaar World Press Photo te brengen. Een onmisbaar standaardwerk, dat aangevuld werd met de kleine uitgave 50 jaar World Press Photo, dat in vogelvlucht de hoogtepunten overvliegt. De jaarlijkse World Press Photo-uitgave, die in april van 2008 aan haar 53e editie toe zal zijn, blijft een aanrader om een beeld te krijgen van de top van de persfotografie van het voorbije jaar. Naast de overkoepelende bekroning die vorig jaar naar de Amerikaan Spencer Platt van Getty Images ging voor een shot van jonge begoede Libanezen die als ramptoeristen door een gebombardeerde wijk in Zuid-Beiroet rijden (zie ill. p. 75), werden de bekroningen binnen uiteenlopende categorieën opgenomen: 'Hard Nieuws', 'Mensen in het Nieuws', 'Reportage', 'Hedendaagse kwesties', 'Dagelijks leven', 'Portretten', 'Kunst en Entertainment', 'Natuur', 'Sportnieuws', 'Sportachtergronden'. Voor elke categorie is er een top drie voor de 'Singles' (één enkele opname) en de 'Stories' (een reeks van opnamen). Zo wordt er een evenwicht gezocht tussen het one shot statement en het uitgebreide verhaal. Voor zover het na te gaan is (50 jaar World Press Photo vermeldt geen (subcategorieën) hebben de 'Singles' wel een stevig voetje voor om het te schoppen tot World Press Photo van het jaar, alleen al omdat dan slecht één foto en niet de volledige reeks van 'Stories' bekroond wordt. De laatste 10 jaar lijkt de Deen Claus Bjorn Larsen van Berlingske Tidende de enige te zijn met een foto uit zijn reeks van etnisch Albanese vluchtelingen uit Kosovo (1999). Dit toevallig wel in de categorie 'Mensen in het nieuws', de meest bekroonde categorie van de laatste 10 jaar. Voor de World Press Photo worden inzendingen van professionele fotografen door een wisselende internationale jury uit de fotojournalistiek beoordeeld. Voorzitter Michele McNally van de 2007-editie (2006) licht haar visie op een goede persfoto toe: "Ik geloof dat een goede persfoto historisch moet zijn, ze moet een bepaalde tijd, plaats en gebeurtenis in beeld brengen. Ze moet sociologisch zijn in de wijze waarop ze aanschouwelijk maakt wat mensen doen, wat mensen elkaar aandoen. Ze moet een psychologische, emotionele lading voelen, zodat de kijker iets voelt. Ze moet een esthetische component bezitten zodat de kijker getrokken wordt, meer wil weten over het verhaal dat in beeld komt. Bovenal moet ze waarheidsgetrouw zijn. In deze kwaliteit van waarachtigheid onderscheidt een belangrijke foto zich en wordt de cruciale rol van de fotojournalistiek benadrukt." Dankzij de jaarlijkse World Press Photo, het boek en de rondreizende tentoonstelling, worden beelden in de verf gezet die vaak in een oogopslag meer losmaken dan een heel artikel in een krant of tijdschrift. Het illustreert de kracht van het medium. Drie fotografen slaagden erin om de World Press Photo van het jaar tot twee maal toe binnen te halen: de Japanner Kyoichi Sawada (1965-'66) van United Press International, en de Amerikanen David Turnley (1988, 1991) van Black Star en James Nachtwey (1992, 1994) van Magnum.
De Leica European Publishers Award for Photography (verbonden aan het fotofestival Rencontre d'Arles) is intussen aan zijn 14e editie toe. De bekroning wil de publicatie van hedendaagse fotografie aanmoedigen. Het is een samenwerkingsverband tussen zeven Europese uitgeverijen, waaronder het Nederlandse Mets & Schilt. De deelnemers moeten een substantieel, afgewerkt en ongepubliceerd fotografieproject indienen. De winnaar wordt tegelijkertijd in zeven landen gepubliceerd. De laatste twee winnaars, de Fransman Ambroise Tézenas (2006) en de Italiaan Paolo Pellegrin (2007), kunnen zeker ook tot de fotojournalistiek gerekend worden. Met De hutongs van Peking (zie e-wolf) over de snel verdwijnende Chinese steegjes met hun typische huizen, realiseerde Tézenas een hoogstaand staaltje van documentaire fotografie. De Magnum-fotograaf Paolo Pellegrin (geb. 1964) is de laatste drie jaar niet weg te slaan uit de annalen van de World Press Photo: een tweede plaats voor zijn 'Reportage Stories' (2004), een eerste plaats voor zijn 'Portretten Stories' over de nachtwake op het Sint-Pietersplein en een derde plaats voor zijn 'Kunst en Entertainment Stories' over de New York Fashion Week (beide 2005), en tot slot een eerste plaats voor zijn 'Reportage Singles' over een Libanees slachtoffer van een Israëlische raketaanval (2006). Bovendien won hij al in 1995 de eerste prijs 'Dagelijks Leven Stories' over aids in Oeganda. Pellegrin zweert bij zwart-witfotografie. Zijn met de Leica Award bekroonde As I was dying brengt een portfolio van mensen die met conflict en dood geconfronteerd worden over de gehele wereld: Palestina, Irak, Libanon, Angola, Kosovo, Afghanistan... Zowel het contact met de dood van de kleine man in een uitzichtloze situatie als de dood van Johannes Paulus II of Jasser Arafat zijn hier afgebeeld. Het zijn omfloerste beelden die niet altijd scherpe contouren hebben, maar waarvan een grote zeggingskracht, een aanklacht uitgaat (zie ill. p. 77). Als collega-Magnumfotograaf Abbas naar Pellegrins foto's kijkt in Magnum, overvalt hem het gevoel van een naderend cataclysme, "alsof de wereld ten einde loopt, alsof de hemel op mijn hoofd valt. Zijn personages lijken acteurs in een theater van duisternis [...] Het palet van Paolo kent ook onscherpe en vervaagde beweging; hij maakt creatief gebruik van zwart en wit, benadrukt contrasten, vervaagt details. Minder journalistiek, maar meer poëzie. Paolo past deze middelen toe om zijn standpunt te onderstrepen. Zijn stijl staat in dienst van zijn sociaal bewustzijn, hij doet verslag van oorlogen en politieke omwentelingen, de hedendaagse grote golven van onze geschiedenis... in tegenstelling tot veel moderne fotografen, die dezelfde middelen alleen als opsmuk hanteren, van wie de fotografie alleen maar stijl heeft en geen inhoud." Zelf zegt Pellegrin: "Als ik mijn werk doe en geconfronteerd word met het lijden van anderen ? hun verlies of soms zelfs hun dood ? dan voel ik mij een getuige. Mijn rol is verslag te doen, ten dienste van ons collectieve geheugen. Deels heeft dit te maken met verantwoordelijkheidsgevoel; misschien is het namelijk slechts tijdens het moment van lijden dat deze mensen worden opgemerkt, en dit opgemerkt worden vernietigt bij voorbaat ons latere excuus dat we er niets van wisten. Ik voel echter ook dat het zeer delicate en fragiele gebied dat de dood omringt ? een gebied dat ik zowel bevoorrecht als belast ben te betreden ? de mogelijkheid biedt de ander te ontmoeten op een manier die zich ver uitstrekt buiten wat woorden kunnen zeggen of wat cultuurverschillen betekenen. Je bent daar, bij elkaar, op het moment van doodgaan, op zich al een mysterie. Dan voel ik dat ik naar iets kijk wat ik niet helemaal kan zien maar wat mij wel ziet. Dit korte moment van uitwisseling is tegelijk universeel en zeer intiem. In de dood van de een zit immers het verlies voor iedereen." Een opvallend voorbeeld van het samensmelten van geëngageerde fotojournalistiek en kunstfotografie met een sociale, documentaire dimensie.
Voor medestichter Henri Cartier-Bresson is Magnum "a community of thought, a shared human quality, a curiosity about what is going on in the world, a respect for what is going on and a desire to transcribe it visually." Magnum Photos (www.magnumphotos.com) is een fotografische coöperatieve van grote faam waarvan de fotograaf-leden eigenaar zijn. In een eerste fase wordt iemand als kandidaat-lid aanvaard om na verloop van tijd definitief als lid te worden opgenomen. Magnum gaat prat op de krachtige individuele visie waarmee de Magnumfotografen de wereldgebeurtenissen opvolgen en interpreteren. Als ondersteuning van hun fotografen hebben ze een netwerk van vier redactiekantoren (New York, Londen, Parijs en Tokio) en vijftien sub-agenten. Ze leveren materiaal aan kranten, tijdschriften, reclame, televisie, gallerijen en musea over de hele wereld. Het Magnum-archief wordt dagelijks aangevuld met materiaal van over de hele wereld. Het omvat alle materiaal van de leden en een aantal speciale collecties van niet-leden. Het gaat om ca. een miljoen foto's, waarvan 350.000 online beschikbaar zijn. Een schatkamer van documentaire fotografie van Robert Capa's foto's van de Spaanse Burgeroorlog, over W. Eugene Smiths beelden van de Tweede Wereldoorlog en Philip Jones Griffiths shots van Vietnam, tot Paolo Pellegrins coverage van Irak. Een uitzonderlijke collectie met een hoog iconografisch gehalte. Eric Godeau's Wat een wereld: 60 jaar geschiedenis voor de lens! brengt een chronologisch overzicht van 60 jaar wereldgeschiedenis aan de hand van archiefmateriaal van Magnum, met allerhande citaten van spelers op het wereldtoneel en Magnumfotografen. Fotografie in context per decade ingeleid voor zowel kinderen als volwassenen. De meest prestigieuze uitgave naar aanleiding van het jubileum is echter Magnum: een lijvig kunstboek waarin een 70-tal Magnumfotografen van Eve Arnold over Martin Parr tot Patrick Zachmann (inclusief Belgische leden als Carl De Keyzer en Harry Gruyaert) voorgesteld worden aan de hand van een kleine selectie van hun foto's door een Magnum-collega die het werk becommentarieert (inclusief biografie), zoals Abbas het hierboven deed voor Paolo Pellegrin. Een prestigieuze, reeds uitverkochte uitgave, waarvan het wachten is op een (goedkopere?) herdruk.
Het persagentschap Reuters profileert zich sinds 1985 ook sterk op de fotomarkt. Twee van hun fotografen, de Indiër Arko Datta en de Canadees Finbarr O'Reilly, zijn recente laureaten van de World Press Photo van het jaar voor resp. 2004 en 2005. Arko Datta won met een foto uit de categorie 'Hard Nieuws Singles' over een rouwende Indiase vrouw die een familielid verloor in de tsunami. 'Hard Nieuws Singles' is een categorie waarin Reuters wel vaker goed scoort. Zo bv. de Nigeriaan Akintunde Akinleye met een foto van een Nigeriaanse man na de explosie van een pijpleiding in Lagos (2006). Of de Libanees Mohames Azakir met een foto van een autobomexplosie in Beiroet (2005). Opvallend is dat Finbarr O'Reilly met zijn foto in de categorie 'Mensen in het Nieuws Singles' over een ondervoed kindje uit Niger dat zijn hand drukt tegen de mond van zijn moeder (zie ill. p. 76) slechts de tweede plaats kreeg, maar toch als foto van het jaar bekroond werd. O'Reilly werkte eerst als correspondent voor Reuters vanuit Kinshasa en Kigali voordat deze autodidact zich in 2005 fulltime op de fotografie toelegde. Vanuit Dakar bestrijkt hij West- en Midden-Afrika voor Reuters. "Ik merkte dat mijn foto's meer ruimte kregen dan mijn verhalen en dat de boodschap die ik wilde overbrengen, ook veel directer en emotioneler uit het beeldmateriaal sprak." Over zijn bekroonde foto: "Ik had koorts door voedselvergiftiging en rustte uit op een stoel [in een voedingscentrum tijdens de hongersnood] toen ik zag hoe Alassa zijn hand optilde uit zijn moeders schoot en die tegen haar neus drukte. Terwijl zijn hand weer langzaam omlaag gleed fotografeerde ik een serie, waarbij ik ook het moment vastlegde dat zijn kleine, rimpelige vingers op haar mond rustten". Voor meer informatie over Arko Datta moeten we aankloppen bij Fotojournalistiek: de mooiste foto's van 's werelds beste fotografen waarin dertig fotografen en hun werk aan bod komen, van David Burnett en Larry Burrows tot Don McCullin en Sebastião Salgado. Datta (geb. 1969) hanteerde van jongsaf de camera en heeft verslag gedaan van uiteenlopende "gebeurtenissen als het WK cricket en de Olympische Spelen tot de begrafenis van Moeder Teresa en de afscheidingsbeweging in Kasjmir" toe. Datta (zie ill. boven) "wil een rol spelen in het vastleggen van de geschiedenis [...] Het past bij mij om het echte leven vast te leggen. Dat is wat mij inspireert". Hij is tot Beste Fotojournalist bekroond door het tijdschrift 'Asian Photography' (2003) en tot Fotograaf van het Jaar 2004 door Reuters. Nochtans hoeven volgens Datta "de beste fotojournalisten van de wereld nog niet de beste fotografen te zijn, [...] de besten zijn zij die raad weten met de emotionele kant van wat ze zien." Door zijn aandacht te focussen op de technische kant van de fotografie, overstijgt hij de emotioneel belastende omstandigheden. Met hun staat van dienst konden Datta en O'Reilly niet ontbreken in Reuters wereldbeeld. Een fotografisch portret van de prille 21e eeuw met 537 kleurenfoto's van 227 Reuters-fotografen van bijna 70 verschillende nationaliteiten. Het is opgedragen aan de ca. 240 fotografen die tijdens de eerste vijf jaren van deze eeuw het leven lieten, waarvan negen van Reuters. De foto's overspannen die eerste vijf jaren en werden gerangschikt rond negen thema's gaande van 'Belangrijke vraagstukken' over 'Oorlog en conflict' tot 'Vooruitzien, terugblikken'. Elk van die thema's worden begeleid door een artikel van een Reuters-journalist, terwijl de foto's voorzien zijn van begeleidende commentaar. Een tijdsbalk omkadert de fotografische selectie.
In Door het oog van de lens: hoe fotografie ons leven heeft veranderd wijdt Gerry Badger een hoofdstuk aan de rol van de fotografie in het documenteren van de geschiedenis. "Het moment waarop de foto wordt gemaakt, is zowel het gefotografeerde moment als het historische moment. Maar de gefotografeerde werkelijkheid is slechts een weergave van de werkelijkheid, eerder de schaduw dan het wezen van een historische gebeurtenis." Vooral de tendens om één enkele iconografische foto als overkoepelend symbool van een gebeurtenis of een tijdperk te zien, maakt dat de werkelijkheidswaarde van fotografie soms met argwaan bekeken wordt. Maar aan het gigantische fotoarchief dat de Holocaust documenteert, waarvan een belangrijk deel door de Nazi's zelf is geproduceerd, kan niet getwijfeld worden. "Ik smeek u te geloven dat dit echt is" telexte de Amerikaanse mode- en kunstfotografe Lee Miller naar de redactie van 'Vogue' toen ze haar reportage over de vernietigingskampen doorstuurde. Het was alsof ze het surrealistische contrast anticipeerde tussen de uitgemergelde lijken en de modepagina's uit het blad. In Mark Haworth-Boths boek The art of Lee Miller wijdt de auteur een hoofdstuk aan haar meer journalistieke werk tijdens de oorlogsjaren. Met helm en uniform profileert Miller zich als de aanwezige, getuigende reporter in de frontlinie. In combinatie met haar contrastrijke nachtreportage over een veldhospitaal in Normandië krijgen we een compositie en een manier van voorstellen die we 25 jaar later herkennen in Don McCullins reportage over een militair veldhospitaal in Vietnam. De reportages van deze beroemde Amerikaanse oorlogsjournalist waren zo sprekend dat hij van de Britse regering de Falkland-oorlog niet mocht verslaan. Mag de fotograaf een actieve rol spelen in de geschiedenis die hij documenteert? "In de documentaire fotografie is context essentieel ? waar iets wordt getoond, hoe iets wordt gepresenteerd, welke informatie erbij wordt gegeven." De Franse ex-fotojournalist Luc Delhaye kaart deze problematiek aan in zijn documentaire (kunst)fotografie, door in het project 'History' de onderwerpen buiten hun context af te beelden. Is fotografie gelijk te stellen met geschiedenis of is ze uiteindelijk niet meer dan "de nieuwe schilderkunst van de geschiedenis"? [Kris van Zeghbroeck]
Th. Herrman
Wat een idee: fotomateriaal van gerenommeerde fotografen putten uit het archief van het vermaarde Magnum Agency en aan de hand daarvan een stuk wereldhistorie geordend in beeld brengen. Wat inleidingen en bijschriften erbij en een geweldig boek is het resultaat. Nee dus. Natuurlijk zit er veel treffends tussen de ruim driehonderd verzamelde beelden, maar (te) vaak zijn het nèt niet die welke mensen met een geheugen op het netvlies gebrand hebben staan. Niet de moord op Kennedy, maar zijn weduwe en broer bij de begrafenis; geen snapshot van de Beatles, maar een filmfoto; niet de brandende Jan Palach, maar de menigte op zijn begrafenis. Zeker, de foto's hebben kwaliteit en tekst en tijdbalk geven een behoorlijk overzicht van de afgelopen zestig jaar. Maar de overheersende indruk is toch, dat Magnum dikwijls net te laat ter plekke was. Jammer.
Wat een wereld!
Sieglinde Duchateau
ua/an/22 j
In ‘Wat een wereld!’ krijg je een schitterend overzicht van zestig jaar geschiedenis, van na de Tweede Wereldoorlog tot nu. Meer dan 300 foto’s zijn per decennium samengebracht en vertellen over het gebeuren in de wereld, gaande van politiek, economie en technologie over indrukwekkende prestaties, oorlogen, tragische conflicten, natuurrampen, filmsterren, kunstenaars en musici tot culturele aardverschuivingen. Over mensen die de wereld veranderd hebben zoals Ghandi, Moeder Theresa, Marilyn Monroe, Nelson Mandela en Michael Gorbatsjov, maar evenzeer over gewone mensen en het dagelijkse leven. Allemaal mijlpalen in de geschiedenis die de moeite waard zijn en door de camera zijn vastgelegd. De beelden komen uit de archieven van het Magnum Agency, een vooraanstaand fotoagentschap dat zestig jaar geleden in Parijs werd opgericht door o.m. Robert Capa en Henri Cartier-Bresson. De internationaal gerenommeerde fotografen die er deel van uitmaken, hebben als doelstelling de wereld vast te leggen zoals ze is. De foto’s zijn stuk voor stuk pareltjes van reportagekunst en ze beklijven allemaal. Het boek is ingedeeld in zes grote hoofdstukken, van de jaren vijftig tot het begin van de 21ste eeuw, met telkens een korte historische introductie. Hier en daar wordt in korte stukjes tekst het beeld in zijn context geplaatst of geeft de maker ervan toelichting bij zijn werk. Maar er zijn ook andere getuigenissen, liedjesteksten, slogans, bekende uitspraken, enzovoort. Een beknopte tijdslijn loopt over de rand van elke pagina. Achteraan in het boek vind je de biografieën en een register van de fotografen, evenals een register per thema. Een boek dat je in sneltreinvaart meesleurt doorheen het nabije verleden waarin ingrijpende gebeurtenissen de wereld voorgoed veranderden. Om in te kijken en te lezen, om in je door te laten dringen, je ogen te openen en jezelf een paar kritische vragen te stellen. Impressionant!
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.