De hondenjagers van Luoyang : verhalen
László Darvasi
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Wereldbibliotheek, cop. 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1925 |
31/12/2008
Van de Hongaar László Darvasi, die weinig literaire genres links laat liggen, verschenen eerder al de verhalenbundels Het treurigste orkest van de wereld (Van Gennep, 1996) en De hondenjagers van Luoyang (De Leeswolf 2005, p. 543) in het Nederlands. Met zijn originele debuutroman De tranengoochelaars doet hij zijn reputatie als rasverteller eer aan ? vooral dan in de zin dat hij uitmunt in het weergaloos verwoorden van verbeeldingsvol gezwam.
Het web van fabelachtige verhaaltjes ? of de legende, zoals de auteur het wil ? plaatst de lezer in een naargeestig magisch-realistisch universum dat geïnspireerd is op het 16e- en 17e-eeuwse Midden-Europa, dat getekend werd door de Ottomaanse bezetting en de Balkanoorlogen.
Te pas en te onpas duiken in het geteisterde landschap zgn. 'tranengoochelaars' op. Het zijn mysterieuze mannen die met een krakkemikkige huifkar het land doortrekken, verhalen vertellen en troost bieden door met hun tranen kunstjes te vertonen. Niemand weet waar ze eigenlijk op uit zijn. Een ander hoofdpersonage is de wees Franz Pillinger, die zich wil aansluiten bij de Hongaarse opstandelingen. Verder wordt de bevreemdende wereld bevolkt door een bont geschakeerde verzameling van figuren uit allerhande standen en etnische en religieuze groepen: van pasja's en edellieden tot simpele ambachtslui, van spionnen en hoeren tot priesters. Ook sprookjesachtige creaturen als dwergen, engelen, elfjes en de dood zijn van de partij. Het memorabelst is wellicht de vulvatovenares Irina de Notenkraker, die met beren slaapt en onverstoorbaar gelooft "dat ze met haar kutvlees alles kan breken: notendoppen, amandelen, houten kogels, stukjes glas, spijkers en de hoogmoedige trots van de mannelijkheid."
Darvasi geeft vrijwel iedereen een naam en een gezicht, bericht kort over de opvallendste levensepisodes en eigenschappen van het geviseerde personage, en volgt het enkele bladzijden op zijn pad, om uiteindelijk de belangstelling voor hem te verliezen en van personage te wisselen, of uit te zoomen naar grootschalige gebeurtenissen ? al dan niet met een historisch karakter. De beeldrijk beschreven oorlogen, opstanden, epidemieën en wreedheden lopen als een stinkende rode draad door de legende. Ook baadt de roman in een spiritualistisch sfeertje, wat de auteur niet weerhoudt om af en toe de scatologische toer op te gaan.
Toch ontbreekt in De tranengoochelaars de noodzakelijke samenhang en vooral interne dynamiek om de lezer langdurig te boeien. Het voortdurend wisselen van de personages en het jongleren met de tijdslijn doen de aandacht verslappen. De vaak geslaagde poëzie en humoristische beschouwingen worden zo niet geruggensteund door een interessante intrige en blijven hangen in het luchtledige. Bovendien is van uitgediepte ideeën weinig of geen sprake. Met deze eigenschappen kan de tekst in zijn geheel beschouwd moeilijk uitgroeien tot iets dat meer is dan een eigenzinnige postmodernistische spielerei, die net iets minder intrigerend is dan irritant [Pieter Boulogne]
Bernard Huyvaert
László (of László) Darvasi werd in 1962 geboren in Hongarije. Hij schrijft poëzie, theaterstukken en korte verhalen. “De tranengoochelaars” (1999) lijkt op eerste zicht een pseudo-historische roman, die bestaat uit een verzameling van korte verhalen die weinig met elkaar te maken hebben. Executies en seks spelen een grote rol. Het verhaal loopt over een tijdsspanne van ongeveer 150 jaar: van 1541, de bezetting van het (later met Pest samengevoegde) Boeda door de Turken, tot 1686, de bezetting door het Oostenrijkse leger. De rode draad in het boek is de verschijning van vijf mysterieuze mannen die in een wagen reizen waarop een traan geschilderd is. Het zijn de tranengoochelaars uit de titel. Ze hebben miraculeuze gaven, maar het is niet duidelijk welke. De vijf mannen “wenen” verschillende tranen, die een positieve of negatieve uitwerking hebben. Zij begraven de doden, brengen hoop, maar ook wanhoop. “De tranengoochelaars” is een magisch-realistische roman, die door de complexe structuur van de plot en de grote hoeveelheid personages doet denken aan “Honderd jaar eenzaamheid”. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.