De echte twintigste eeuw : autobiografisch proza
Anna Achmatova
Anna Achmatova (Auteur), Hans Boland (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ACHM |
31/12/2008
Dichters sterven ook. Tenzij ze herinnerd worden in de verzen van andere dichters of in het collectieve geheugen van hun lezers. De gedichten die aan de Russische dichteres Anna Achmatova (1889-1966) opgedragen zijn, nemen meer boekdelen in beslag dan haar eigen oeuvre. Dat zegt veel over haar impact, maar nog meer over haar poëzie. Al jong droeg ze in haar verzen zorg voor 'haar' doden: in haar spiegelschrift waren ze geborgen, daarin wilde ze de stem zijn die hen weer tevoorschijn riep, in een magische taal, verankerd in concrete dingen, toegerust voor een toekomst die de doem van meedogenloze onderdrukking zou kunnen lichten. Achmatova's oeuvre is de poëtische pendant van de moedige memoires van Nadedzja Mandelstam, de echtgenote van de grote dichter, die een bloedstollend relaas bracht van de mensonterende omstandigheden waaraan haar man Osip uiteindelijk zou bezwijken, en van taaie volharding in wankele hoop. Achmatova is niet in een strafkamp weggeteerd, maar haar leven was geen makkie en haar medeleven onmetelijk groot. Ze had gewoon talent voor verdriet en sprak doorheen haar verwoording ervan de mensen aan met wie ze zich in haar treuren al solidair had verklaard. In een fonkelend essay over de dichteres, 'The Keening Muse (in Less than one, 1987), schreef Joseph Brodsky: "Het voornaamwoord 'wij' dat ze omstreeks die tijd gaat gebruiken om zich te wapenen tegen de onpersoonlijkheid van de pijn waarmee de geschiedenis haar kwelde werd, niet door haarzelf maar door de overige taalgebruikers, tot het taalkundige uiterste gerekt. De toekomst was van dien aard dat dit 'wij' zich een blijvende plaats zou verwerven en dat het gezag van de gebruiker zou toenemen."
Het is dus aangewezen om Achmatova's biografie bij haar verzen te betrekken. Ze wordt in 1889 bij Odessa geboren, in een adellijke familie. Eigenlijk heet ze Anna Gorenko, maar haar vader kan het niet hebben dat 'zijn' naam door de literaire kapsones van zijn dochter zou worden besmeurd. Als kind heeft de dichteres 'maanziekte'. Op haar tiende leeft ze enige maanden op de rand van de dood. In 1910 huwt ze met de dichter Nikolaj Goemiljov, na heel wat vergeefse aanzoeken van zijn kant. Achmatova begint al jong gedichten te schrijven en publiceert in 1912 Avondrood, haar eersteling. De dichteres is populair en treedt veel op, haar bundel Rozenkrans (1914) wordt acht keer herdrukt. Goemiljov neemt in 1913 dienst in het leger omdat Duitsland Rusland de oorlog had verklaard. Na de machtsgreep van Lenin zal van Achmatova tot in 1940 geen enkele bundel meer verschijnen. Ze scheidt van Goemiljov, die in 1921 wordt geëxecuteerd. Achmatova krijgt met lastercampagnes te maken. In 1936 bezoekt ze Osip Mandelstam, die in 1938 zou omkomen in een kamp. Achmatova's zoon Lev wordt gearresteerd. In 1940 verandert het Kremlin zijn politiek tegenover de dichteres. Er kunnen weer gedichten van haar verschijnen en ze wordt razend populiair. Maar een speciaal spionageteam houdt haar toch weer in de gaten. In 1946 wordt het Zjdanov-decreet uitgevaardigd: alleen het socialistisch-realisme in de kunsten wordt geduld. Een kaakslag voor Achmatova! Na een nieuwe arrestatie van haar zoon schrijft de dichteres gedichten die het regime niet mogen mishagen en haar zoon uit de Goelag moeten terugbrengen. Die verzen neemt ze later niet op in haar verzameld werk. In 1953 grijpt Chroestsjov de macht. Achmatova's echtgenoot Poenin sterft in een kamp. Lev komt uit de Goelag terug. In 1962 maakt ze kennis met de latere Nobelprijswinnaar Joseph Brodsky. Ook Achmatova wordt voor de hoogste literatuurprijs genomineerd. In 1963 verschijnt het gedicht 'Requiem' (geïnspireerd door het verblijf van haar zoon in een werkkamp) in München. De dichteres krijgt in Italië de Taormina-prijs en reist later naar Oxford om een eredoctoraat in ontvangst te nemen. In 1965 verschijnt het eerste deel van haar verzameld werk in de Verenigde Staten, en in Rusland verschijnt Het vlieden van de tijd, de nog onvolledige editie van haar werk. Op 5 maart 1966 overlijdt Anna Achmatova in een sanatorium bij Moskou.
De dichter Aleksander Blok (1880-1921) was de laatste symbolist van de Russische poëzie. Maar ook in zijn verzen loopt het mystiek verhevene al samen op met de brute en banale werkelijkheid. Het symbolisme moest omstreeks 1910 wijken voor het futurisme (denk maar aan Majakovski) en het acmeïsme. Achmatova was een van de leidende figuren van die laatste stroming, samen met Goemiljov en Osip Mandelstam. Het komt er in het acmeïsme (ook wel adamisme genoemd) op aan afstand te nemen van het zweverige, oubollige symbolisme. De acmeïsten (afgeleid van het Griekse 'akmè', bloeitijd) waren wel erfgenamen van het symbolisme, maar wilden het wollige taalgebruik vermijden waarin woorden verankerd in de realiteit uiteindelijk ook moesten verwijzen naar een hogere werkelijkheid. De acmeïsten streefden naar zuiverheid en precisie. Een ding was mooi omdat het was wat het was, niet omdat het symbool stond voor iets anders. Verzen moesten concreet en helder zijn. De acmeïsten keken bewonderend op naar de Europese beschaving. Dichters uit de oudheid waren hun voorbeeld, naast Dante, Shakespeare en Poesjkin. Achmatova zou jarenlang vol toewijding de poëzie van de maker van Jevgeni Onegin bestuderen. Haar breuk met het symbolisme resulteerde in beknopte, eenvoudige en intieme dagboeklyriek, wars van mystiek en gegroeid uit weemoed en desillusie. Haar latere werk is klassiek-plechtig en breder van themathiek. De dichteres wordt de stem van het verdrukte Russische volk, die maar één vraag op de lippen heeft: hoeveel dood, verbanning en verdriet kan een mens in zijn leven verdragen?
Aanvankelijk schreef Achmatova vooral liefdeslyriek, in een klare en directe zegging. De verzen uit haar eerste bundels zijn beknopte, veelzeggende verhaaltjes. Maar de tijd waarin ze moest leven, drukte ook een stempel op haar poëzie. Repressie, burgeroorlog, de onderdrukking onder Stalin, de Tweede Wereldoorlog maken van de dichteres, die altijd ook persoonlijke lyriek bleef schrijven, de vertolkster van de emoties van het Russische volk. Paradoxaal genoeg verbreedde het publicatieverbod haar publiek. In 'Requiem' bv. ? in Rusland pas gedurende de perestrojka verschenen ? neemt Achamatova het woord namens alle vrouwen van wie de echtgenoot of de zoon door Stalin gearresteerd werden. "Bergen staan voor deze smart gebogen", zo luidt het eerste, aangrijpende vers in een oudere vertaling van Klaus Boland (1981).
In het Nederlands werden we de afgelopen maanden verwend met twee prachtige Achmatova-boeken. Hans Boland publiceerde vroeger al vertalingen van de dichteres uit Sint-Petersburg. In 1981 In andermans handen, een korte anthologie, in 1989 gevolgd door Vlucht van de tijd: gedichten en herinneringen, waarin ook prozateksten staan. Trouw aan Uitgeverij Meulenhoff vertaalde Boland nu een uitvoerigere, geannoteerde selectie, Sneeuwstorm, noodlot, lied: gedichten 1909-1966, met informatie over Achmatova's leven en poëzie. Het werd een eentalige uitgave (zo'n 200 pagina's gedichten), met een alfabetische lijst van oorspronkelijke titels/beginregels. Het notenapparaat is uitgebreid (58 bladzijden) en geeft ook de context en de achtergrond van de bundels. Boland deelt de gedichten als volgt in: verspreide verzen (1909-1966), cycli en epiek. Over zijn vertaalstrategie laat hij niets los. Wel schrijft hij dat er veel nieuw materiaal over Achmatova is opgedoken na de politieke dooi in Rusland. En dat hij geen genoegen meer neemt met zijn vroegere vertalingen. Hij heeft alles grondig herzien en er een twintigtal nieuwe gedichten aan toegevoegd. Zijn bronteksten haalt hij uit de zesdelige uitgave van Achmatova's werk bij Ellis Luck (Moskou).
Ook Uitgeverij Van Oorschot publiceert een nieuwe vertaling van Achmatova's werk, in de onvolprezen Russische bibliotheek. De vertalingen, aantekeningen en nawoord zijn bezorgd door Margriet Berg en Marja Wiebes. Werken is een tweetalige uitgave. De vertaalsters hebben de lyriek per bundel ingedeeld en er 'Epische en dramatische fragmenten' aan toegevoegd, alsook de 'Poëmen'. De (minder uitvoerige) aantekeningen beslaan 34 bladzijden. In de bibliografie wordt verwezen naar drie uitgaven van het oorspronkelijk werk, zonder dat de vertaalsters aangeven op welke uitgave ze hun vertalingen gebaseerd hebben. In haar beknopte nawoord rept Marja Wiebes met geen woord over de vertaalstrategie. De titel Werken is enigzins misleidend. Er zijn "ruim 300 gedichten" in het boek opgenomen, volledigheid is hier geen doelstelling.
Wat valt over de vertalingen te zeggen? In een interview in het vertaaltijdschrift 'Filter' (2007, nr. 4) verklaarde Paul Claes: "Mijn strategie wordt telkens bepaald door het genre van de brontekst, het doelpubliek en de functie van de tekst. [...] Hoe verder een tekst in tijd en ruimte van ons afstaat, hoe meer hij naar de lezer toe gehaald moet worden. Soms is een drastische herschrijving nodig om de pit van het origineel te bewaren." De Achmatova-vertalers hebben niet aan "drastische herschrijving" gedaan. Maar hun vertalingen klinken toch pertinent anders. Boland haalt de gedichten sterk naar de hedendaagse lezer toe. Zijn vertaling is pittig, vol eerbied voor de vorm (en dus berijmd) maar in een hedendaags Nederlands dat soms iets te licht, zelfs te 'prozaïsch' uitvalt. Berg en Wiebes brengen ook vormvaste omzettingen, maar hun vertalingen zijn archaïserend, met meer aandacht voor de afstand die de dichteres van haar huidige lezers scheidt en dus historischer. Soms klinken zeker de vroege gedichten iets té plechtstatig. Ik vraag me af of beide vertalingen door hun vormvastheid niet de directe en eenvoudige zegging verdoezelen. Mijn voorkeur gaat ondanks deze Nederlandse topprestaties nog altijd uit naar The complete poems of Anna Achmatova, de Engelse vertaling van de volledige verzen, die van Judith Hemschemeyer (Zephyr Press, Boston en Canongate Press, Edinburgh, 1992). Hier geen zware taal die door rijmdwang beladen wordt, maar eenvoudige, indringende verzen die de lezer haast fluisterend toespreken en de vormdwang aan de kant zetten. De vraag die aan alle Achmatova-vertalingen zou moeten voorafgaan, is volgens mij deze: hoe het meest recht doen aan Achmatova's directe, bijna alledaagse maar soms ook verheven taalgebruik, waarin ze zowel over de liefde als over de historische dimensie van het bestaan schrijft? Moeten vertalers daarom niet van rijm (en rijmdwang!) afzien? Ik stel de vraag en suggereer geenszins het antwoord. Jaren geleden verdedigde dichteres en slaviste Miriam Van hee al een onberijmde versie.
Mijn slotconclusie: men moet beide vertalingen lezen, naast elkaar. Zo houden Bolands pittigheid en de eerbied die Berg en Wiebes opbrengen voor de historische afstand elkaar in evenwicht. Men zal vaak verbaasd zijn over de uiteenlopende vertalingen van dezelfde tekst. Of: hoe twee in opzet grondig van elkaar verschillende (en niet geëxpliciteerde) vertaalstrategieën samen de lezer meenemen naar de poëtische wereld van een van Ruslands grootste dichteressen. [Bart Vonck]
Willem G. Weststeijn
Anna Achmatova (1889-1966) behoort tot de belangrijkste en geliefdste Russische dichters van de twintigste eeuw. Haar eerste bundels, die nog voor de Eerste Wereldoorlog verschenen, zijn dagboekachtig en gaan vooral over de liefde. In haar latere werk krijgen politiek en geschiedenis een steeds grotere rol. Achmatova is de afgelopen decennia vrij uitvoerig vertaald, door verschillende vertalers. Een daarvan is Hans Boland, die nu al zijn vertalingen van haar poëzie in een bundel heeft bijeengebracht. Een flink aantal daarvan zijn herzien en verbeterd. De bundel bevat een inleiding en tamelijk uitvoerige aantekeningen. Dit is superieure poëzie in een adequate vertaling, waar liefhebbers van poëzie veel genoegen aan zullen beleven. Bijna tegelijkertijd met deze bundel verscheen een tweetalige uitgave van Achmatova's poëzie in de Russische Bibliotheek van Van Oorschot*. Die vertalingen - van Marja Wiebes en Margriet Berg - doen niet onder voor die van Boland.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.