Overspel
Bob Mendes
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Manteau, 2002 |
VOLWASSENEN : ROMANS : MEND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Manteau, 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MEND |
em/ov/08 n
Twee Antwerpse thrillerauteurs komen bijna gelijktijdig met een nieuwe misdaadroman, gesitueerd in de havenstad. Piet Teigeler schreef Karoshi, het zevende deel in zijn reeks politieromans rond de Antwerpse flikken Carpentier en Dewit. Bob Mendes situeerde zijn nieuwe misdaadroman Bloedrecht in de Antwerpse diamantwijk. Beide boeken zijn klassieke voorbeelden van twee subgenres binnen de thriller. Teigeler voert een archetypisch politieduo op, een populaire formule in het thrillergenre, waarnaar ook in Vlaanderen nogal wat schrijvers teruggrijpen. Denk aan Van In en Versavel, de Brugse speurneuzen van Pieter Aspe, of Bosmans en Deleu, die het Mechelen van Luc Deflo veilig moeten houden. Bob Mendes schrijft faction-thrillers in het spoor van succesvolle buitenlandse voorbeelden als Frederick Forsyth of Gerald Seymour. Zijn sterkste thrillers, Vergelding en De kracht van het vuur, die allebei werden bekroond met De Gouden Strop voor het beste Nederlandstalige spannende boek, situeerde hij tegen de achtergrond van de explosieve toestand in het Midden-Oosten. Voor Bloedrecht keerde hij terug naar Antwerpen.
Karoshi is een Japans woord dat letterlijk ,,dood door overwerk'' betekent, iets wat in Japan steeds vaker voorkomt, als een gevolg van de onmenselijk hoge werkdruk in veel bedrijven. Op een nacht ontdekt Carpentier het levenloze lichaam van een man. De ongelukkige blijkt een werknemer te zijn van een firma die grossiert in religieuze kitsch. Zelf is Carpentier geen verdachte, maar tegen de collega's die het onrustwekkende sterfgeval onderzoeken, wil hij niet zeggen waar hij die avond heeft gezeten. Dat is meteen de interessantste verhaallijn in het boek. Voor het overige is de plot vooral ingewikkeld. Er vallen nog een paar doden en zo ongeveer de hele Antwerpse onderwereld draaft op in een nodeloos gecompliceerd verhaal. Al levert de confrontatie binnen de nieuwe eenheidspolitie tussen Carpentier en een ex-rijkswachter, bijgenaamd Napoleon, wel boeiende bladzijden op. Karoshi is een van de zwakkere romans uit de reeks. Teigelers boeiende personages verdienen een betere plot.
Daarbij vergeleken is de plot van Bob Mendes in Bloedrecht een staaltje van eenvoud en helderheid. In de overtuiging dat zijn voorouders het eigendomsrecht van een Zuid-Afrikaanse diamantmijn werd ontstolen, plant Erasmus Jacobs een gedurfde overval op een Antwerpse diamanthandelaar, en dat midden in de diamantwijk, een van de meest beveiligde buurten ter wereld. Hij vermomt zich als een joodse diamanthandelaar, met baard en bijpassende kledij, en slaagt erin om aan de haal te gaan met een grote partij edelstenen. Op zijn vlucht molesteert hij de vader van Sam(uela) Keizer, die daardoor in het ziekenhuis belandt. Sam Keizer, die Mendes al introduceerde in zijn verhalenbundel Dirty Dancing, heeft zich net in de diamantwijk gevestigd als privédetective. Wat volgt, is het klassieke kat-en-muisspelletje tussen de speurder en de crimineel. De ultieme confrontatie krijgt zijn beslag in Zuid-Afrika.
Mendes zet zijn plot met veel vakmanschap in elkaar. In alternerende hoofdstukken volg je de exploten van Keizer en Jacobs. Dat komt de spanning ten goede. Het is een beproefd procédé dat veel grote namen uit het genre met succes hebben toegepast, denk maar aan De dag van de Jakhals van Forsyth, waarin tegelijk een huurmoordenaar die een aanslag plant op Generaal de Gaulle en de speurder die hem op het lijf zit, worden gevolgd. Het is overigens opvallend dat Mendes in Bloedrecht een veel strakkere en directere stijl hanteert dan in zijn vorige boeken.
Mendes gaat er prat op dat zijn boeken een groot realiteitsgehalte bezitten. Hij heeft zich zichtbaar verdiept in de joodse cultuur en het reilen en zeilen van het Antwerpse diamantdistrict. Die researchmanie blijkt bijvoorbeeld uit een scène in het begin van het boek waarin Sam in het Antwerpse stadspark wordt lastiggevallen door een aantal losgeslagen jongeren. Eén alinea gaat over de rapmuziek waar de jongeren naar luisteren. Alleen al voor die ene scène, die verder amper iets terzake doet, merk je dat Mendes zich uitvoerig heeft gedocumenteerd over deze muziekstijl. En hij moet ook beseft hebben dat de scène waarin Jacobs zich nog even vergrijpt aan de secretaresse nadat hij de diamanten heeft gestolen, niet echt geloofwaardig is. Want waarom zou een crimineel die zijn slag heeft geslagen, en die in de eerste plaats aan zijn vlucht zou moeten denken, eerst nog even zijn primaire driften willen bevredigen? Dat komt, zo legt Mendes honderd bladzijden later haarfijn uit, omdat hij lijdt aan de ,,bezetenheidstrance of ook nog de dissociatieve identiteitsstoornis.'' Het is maar dat u het weet.
PIET TEIGELER, Karoshi, Houtekiet, Antwerpen, 190 blz., 14,75 euro (595 fr.). BOB MENDES, Bloedrecht, Manteau, Antwerpen, 326 blz., 18,94 euro (764 fr.).
em/ov/08 n
Twee Antwerpse thrillerauteurs komen bijna gelijktijdig met een nieuwe misdaadroman, gesitueerd in de havenstad. Piet Teigeler schreef Karoshi, het zevende deel in zijn reeks politieromans rond de Antwerpse flikken Carpentier en Dewit. Bob Mendes situeerde zijn nieuwe misdaadroman Bloedrecht in de Antwerpse diamantwijk. Beide boeken zijn klassieke voorbeelden van twee subgenres binnen de thriller. Teigeler voert een archetypisch politieduo op, een populaire formule in het thrillergenre, waarnaar ook in Vlaanderen nogal wat schrijvers teruggrijpen. Denk aan Van In en Versavel, de Brugse speurneuzen van Pieter Aspe, of Bosmans en Deleu, die het Mechelen van Luc Deflo veilig moeten houden. Bob Mendes schrijft faction-thrillers in het spoor van succesvolle buitenlandse voorbeelden als Frederick Forsyth of Gerald Seymour. Zijn sterkste thrillers, Vergelding en De kracht van het vuur, die allebei werden bekroond met De Gouden Strop voor het beste Nederlandstalige spannende boek, situeerde hij tegen de achtergrond van de explosieve toestand in het Midden-Oosten. Voor Bloedrecht keerde hij terug naar Antwerpen.
Karoshi is een Japans woord dat letterlijk ,,dood door overwerk'' betekent, iets wat in Japan steeds vaker voorkomt, als een gevolg van de onmenselijk hoge werkdruk in veel bedrijven. Op een nacht ontdekt Carpentier het levenloze lichaam van een man. De ongelukkige blijkt een werknemer te zijn van een firma die grossiert in religieuze kitsch. Zelf is Carpentier geen verdachte, maar tegen de collega's die het onrustwekkende sterfgeval onderzoeken, wil hij niet zeggen waar hij die avond heeft gezeten. Dat is meteen de interessantste verhaallijn in het boek. Voor het overige is de plot vooral ingewikkeld. Er vallen nog een paar doden en zo ongeveer de hele Antwerpse onderwereld draaft op in een nodeloos gecompliceerd verhaal. Al levert de confrontatie binnen de nieuwe eenheidspolitie tussen Carpentier en een ex-rijkswachter, bijgenaamd Napoleon, wel boeiende bladzijden op. Karoshi is een van de zwakkere romans uit de reeks. Teigelers boeiende personages verdienen een betere plot.
Daarbij vergeleken is de plot van Bob Mendes in Bloedrecht een staaltje van eenvoud en helderheid. In de overtuiging dat zijn voorouders het eigendomsrecht van een Zuid-Afrikaanse diamantmijn werd ontstolen, plant Erasmus Jacobs een gedurfde overval op een Antwerpse diamanthandelaar, en dat midden in de diamantwijk, een van de meest beveiligde buurten ter wereld. Hij vermomt zich als een joodse diamanthandelaar, met baard en bijpassende kledij, en slaagt erin om aan de haal te gaan met een grote partij edelstenen. Op zijn vlucht molesteert hij de vader van Sam(uela) Keizer, die daardoor in het ziekenhuis belandt. Sam Keizer, die Mendes al introduceerde in zijn verhalenbundel Dirty Dancing, heeft zich net in de diamantwijk gevestigd als privédetective. Wat volgt, is het klassieke kat-en-muisspelletje tussen de speurder en de crimineel. De ultieme confrontatie krijgt zijn beslag in Zuid-Afrika.
Mendes zet zijn plot met veel vakmanschap in elkaar. In alternerende hoofdstukken volg je de exploten van Keizer en Jacobs. Dat komt de spanning ten goede. Het is een beproefd procédé dat veel grote namen uit het genre met succes hebben toegepast, denk maar aan De dag van de Jakhals van Forsyth, waarin tegelijk een huurmoordenaar die een aanslag plant op Generaal de Gaulle en de speurder die hem op het lijf zit, worden gevolgd. Het is overigens opvallend dat Mendes in Bloedrecht een veel strakkere en directere stijl hanteert dan in zijn vorige boeken.
Mendes gaat er prat op dat zijn boeken een groot realiteitsgehalte bezitten. Hij heeft zich zichtbaar verdiept in de joodse cultuur en het reilen en zeilen van het Antwerpse diamantdistrict. Die researchmanie blijkt bijvoorbeeld uit een scène in het begin van het boek waarin Sam in het Antwerpse stadspark wordt lastiggevallen door een aantal losgeslagen jongeren. Eén alinea gaat over de rapmuziek waar de jongeren naar luisteren. Alleen al voor die ene scène, die verder amper iets terzake doet, merk je dat Mendes zich uitvoerig heeft gedocumenteerd over deze muziekstijl. En hij moet ook beseft hebben dat de scène waarin Jacobs zich nog even vergrijpt aan de secretaresse nadat hij de diamanten heeft gestolen, niet echt geloofwaardig is. Want waarom zou een crimineel die zijn slag heeft geslagen, en die in de eerste plaats aan zijn vlucht zou moeten denken, eerst nog even zijn primaire driften willen bevredigen? Dat komt, zo legt Mendes honderd bladzijden later haarfijn uit, omdat hij lijdt aan de ,,bezetenheidstrance of ook nog de dissociatieve identiteitsstoornis.'' Het is maar dat u het weet.
PIET TEIGELER, Karoshi, Houtekiet, Antwerpen, 190 blz., 14,75 euro (595 fr.).
BOB MENDES, Bloedrecht, Manteau, Antwerpen, 326 blz., 18,94 euro (764 fr.).
John Vervoort
em/ov/03 n
Bob Mendes is de auteur van thrillers als Vergelding en De kracht van het vuur, beide onderscheiden met de Gouden Strop voor de beste Nederlandstalige thriller. De plots waren breed opgezet en speelden zich af op diverse continenten. Hoewel een deel van Bloedrecht zich in Zuid-Afrika afspeelt, is dit toch vooral een Antwerpse thriller geworden.
De plot is eenvoudig maar spannend. In de overtuiging dat zijn voorouders het eigendomsrecht van een Zuid-Afrikaanse goudmijn is ontstolen, plant Erasmus Jacobs een uiterst gedurfde overval op een Antwerpse diamanthandelaar, en dat in een buurt die geldt als een van meest beveiligde ter wereld. Hij vermomt zich als een joodse diamanthandelaar en slaagt er zowaar in aan de haal te gaan met een grote partij edelstenen. Op zijn vlucht molesteert hij de vader van privédetective Sam(uela) Keizer. Zij wil achter de crimineel aan: het eeuwige kat-en-muisspelletje dus.
Een klassieker opgezette thriller kan je amper vinden. Mendes neemt de tijd om zijn karakters te introduceren en schrijft in dit boek strakker en directer dan ooit.
Dat de research in de faction-thrillers van Mendes erg belangrijk is, blijkt uit de vele scènes waarin hij het heeft over de joodse cultuur en de manier waarop de Antwerpse diamanthandel in mekaar zit. En ook aan die ene alinea in het begin, over rapmuziek, merk je dat Mendes zich uitputtend heeft gedocumenteerd over deze muziekstijl. Bloedrecht is vakwerk over de hele linie.
Overwerk
Piet Teigeler (65) is bezig aan een mooi opgezette, enigszins klassieke reeks politieromans rond de Antwerpse flikken Carpentier en Dewit. Ze zijn eveneens goed gedocumenteerd maar nummer zeven, Karoshi , is zwakker dan wat voorafging.
Karoshi is Japans voor ,,dood door overwerk'', iets wat in Japan nogal schijnt voor te komen door de onmenselijk hoge werkdruk. De plot begint met de moord - of een geval van karoshi? - op een werknemer van een firma die grossiert in religieuze kitsch. Volgt een ingewikkeld verhaal waarin zowat de hele Antwerpse onderwereld, en die is nogal uitgebreid, betrokken geraakt.
Twee kleine elementen maken dit boek toch enigszins boeiend. Vooreerst wil John Carpentier, die het eerste lijk als bij toeval 's nachts ontdekt, niet zeggen waar hij die nacht is geweest. Ten tweede krijgt Carpentier af te rekenen met Napoleon, een ex-rijkswachter die, nu de eenheidspolitie een feit is, hem danig in de weg loopt. Carpentier heeft boeiende karakters rondlopen, maar ze verdienen een betere plot.
31/12/2002
Diepgewortelde frustratie en seksuele obsessie, een ziekelijke affectie voor zijn zus en op haat en wraak geteelde dwangneurosen hebben van Erasmus Jacobs een gevaarlijke psychopaat gemaakt. Hij is er -- mede door het vaderbeeld dat zich in hem heeft vastgeankerd -- stellig van overtuigd dat zijn familie destijds groot onrecht en financieel verlies is aangedaan. Hij moet en zal zich revancheren. Minutieus bereidt hij zijn grote slag voor. Vermomd als een joods-orthodox diamantair zet hij in Antwerpen een 'onmogelijke' roofoveral op het getouw. Jacobs werkt op het eerste gezicht voor eigen rekening, maar al snel zijn er links merkbaar naar de Russisch-Georgische maffia en naar Zuid-Afrika als draaischijf van de illegale handel in zgn. bloeddiamant. Directe tegenhanger en antagonist van Jacobs is de jonge, mooie en aantrekkelijke Samuel Keizer, een Antwerpse van joodse origine. Zij bouwt aan een internationale carrière als deskundige in veiligheid en misdaadpreventie in de internationale bedrijfswereld en wordt ingehuurd door de Hoge Raad voor Diamant. Zij raakt op een zeer directe en confronterende manier betrokken bij de zaak Jacobs wanneer haar vader en zijzelf door een -- wat heet -- toevallige samenloop van omstandigheden het slachtoffer worden van diens niets ontziende geweld.
Het fictieve romangebeuren wordt prima ondersteund door de overigens goed gedocumenteerde, kleurrijke verhaalsetting in de internationale diamantscène in het algemeen en joods en diamantair Antwerpen in het bijzonder. Het verhaaltechnische palet met wisselende locaties en verhaalstandpunten, cliffhangers en synthesemomenten is inmiddels vrij traditioneel, en de mix van actie en avontuur, geweld en romantiek oogt klassiek. Ze dragen ook een aantal onvermijdelijke clichés en een flinke portie voorspelbaarheid in zich. En toch weet Mendes de lezer aan het verhaal vast te kluisteren. Met het hem kenmerkende, doortimmerde vakmanschap heeft hij eens te meer een ongecompliceerde, spannende en meeslepende faction-thriller afgeleverd. Uitstekende ontspanning voor een zeer brede lezerskring. [Luc Lannoy]
G.P. Schuring
Erasmus Jacobs, een Zuid-Afrikaanse crimineel, beraamt een diamantroof in Antwerpen. Tegelijk denkt hij wraak te nemen voor het feit dat een voorouder van de diamanthandelaar die hij wil beroven, zijn grootvader van een partij diamanten heeft beroofd. Helaas voor hem speelt zijn meervoudig persoonlijkheidssyndroom hem parten. Een helaas voor hem krijgt hij te maken met Samuela Keizer, die toevallig net van plan is zich als privé-detective te vestigen. Als Jacobs haar vader levensgevaarlijk verwondt, dan heeft zij ook een persoonlijke rekening te vereffenen. Een nieuwe thriller van Mendes doet de recensent op het puntje van zijn stoel zitten. Zou deze weer net zo goed zijn als de vorige? Mendes doet het steeds weer. Een knap en geloofwaardig plot, realistische personages, een authentiek decor met oog voor de politieke verwikkelingen. En volop vaart en spanning. Uit een kort verhaal kent de liefhebber Sam Keizer al, een telg uit een orthodox joods geslacht, een gegeven dat in deze roman een belangrijke rol speelt. Ze heeft inderdaad potentie voor een hele roman. Een derde Gouden Strop voor Mendes? Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.