Rembrandt : zijn leven, zijn werk, zijn tijd
Bob Haak
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Meulenhoff/Landshoff, 1984 |
MAGAZIJN : REFERENTIE : ENKEL RAADPLEEGBAAR NA RESERVATIE NEDERLAND 737 HAAK |
31/12/2004
Hollandse Schilders in de Gouden Eeuw van Bob Haak heeft het uitzicht en gewicht van een solide bouwsteen; op zich een mooi symbool voor een periode uit de Nederlandse kunstgeschiedenis die tot op de dag van vandaag blijft boeien en inspireren. De auteur was als directeur van het Amsterdams Historische Museum en als lid van het Rembrandt Research Project nauw betrokken bij de onderzoekingen op kunsthistorische gebied en wil met deze uitgave de tendensen en hoogtepunten in 17e-eeuwse schilderkunst in kaart brengen, en tegelijkertijd een aantal misvattingen hieromtrent uit de wereld helpen.
Met de Gouden Eeuw bedoelt men de periode van begin 17e eeuw tot 1672, toen de noordelijke zeven Verenigde Provinciën inzake handel, wetenschap, kunst en zeemacht aan de wereldtop stonden. Het boek heeft een chronologische opbouw, Bob Haak begint zijn verhaal in de zestiende eeuw waardoor de lezer een goed beeld krijgt van de gebeurtenissen die aan de basis lagen van deze gouden jaren. Daarop volgen drie delen: 1580-1625; 1625-1650, 1650-1680 met telkens de belangrijkste schilders of de hoogtepunten uit het werk van een schilder. Haak vertelt in zijn voorwoord dat hij in eerste instantie wou uitgaan van de economische, sociale en politieke ontwikkelingen en omstandigheden om de opmerkelijke ontwikkeling van de schilderkunst te duiden, maar heeft zich uiteindelijk beperkt tot historische schetsen. Die geven in het kader van dit boek voldoende informatie om mee te gaan in de interpretaties van de auteur, maar wie enige zicht heeft op deze periode vindt hier nauwelijks iets nieuws, terwijl een genuanceerde benadering van de wisselwerking tussen kunst en cultuur wellicht een dynamischer, persoonlijke en tegelijk inspirerender boek had kunnen opleveren. De alom bekende schilders Frans Hals, Rembrandt van Rijn en Johannes Vermeer nemen een belangrijke plaats in die periode en dus ook in dit boek in, maar Haak slaagt erin om een veel rijker geschakeerd beeld van de kunstenaarswereld naar voren te schuiven door ook minder bekende, maar niet minder begenadigde kunstenaars aan bod te laten komen.
Het historisch kader geeft de lezer de gelegenheid om de schilderkunst vanuit een juister perspectief te kijken. Niet de afkomst maar opleiding en inkomen werden indertijd bepalend voor de maatschappelijke status. Waar in Vlaanderen adel en kerk nog steeds de belangrijkste opdrachtgevers van de kunstenaars waren, werden dat in de Nederlandse provinciën de rijke kooplui. Dit tekent zich o.m. af in de onderwerpskeuze, maar had ook consequenties voor de zakelijke afhandeling. Hoewel ook nu bijbelse en mythologische verhalen een inspiratiebron vormden lag de nadruk niet langer op grootse ontzagwekkende taferelen, maar eerder op intieme scènes. Haak brengt de favoriete onderwerpen -- o.m. figuurstukken, portretten, stillevens, landschappen -- gedetailleerd in kaart en focust daarop per periode. De nieuwe rijken lieten zich graag portretteren, vaak ging het om groepsportretten van regenten, schutters- en ambachtsgilden en bepaalde de grote van de investering de plaats die elk individu op het schilderij zou innemen. Haak plaatst een aantal groepsportretten naast elkaar en dan zie je hoe een virtuoos schilder als Rembrandt van Rijn persoonlijkheden neerzet en een dynamiek oproept waardoor de schilderijen los van de context waarin ze tot stand kwamen ongemeen krachtig blijven. Terloops wordt ook het verhaal bijgesteld dat Rembrandt na het schilderen van 'De compagnie van kapitein Frans Banning Cocq', beter bekend als 'De Nachtwacht' in ongenade gevallen zou zijn.
Haak relativeert de overtuiging als zou de 17e-eeuwse schilderkunst door en door Hollandse beelden brengen en ons een betrouwbare inkijk in het leven van alledag gunnen. Net als schilders in de vorige eeuwen bedienden de 17e-eeuwse kunstenaars zich van beeldspraak uit het dagelijkse leven, maar wat lijkt op een dagelijks tafereel kan in wezen een moraliserend of zinnebeeldig verhaal zijn. Door het ontbreken van geschreven opdrachten, schilderijen werden vaak via kunsthandels verkocht, hebben kunsthistorici zich door de eeuwen heen nogal vrij kunnen uitleven in hun interpretaties hebben aardig wat misvattingen opgeleverd. Bovendien gingen eigenaars niet altijd even respectvol met bezit om, hedendaags onderzoek toont aan dat men er geen graten in zag om aanstootgevende elementen later weg te schilderen of te verdoezelen, waardoor een schilderij een geheel ander verhaal vertelt. Op de momenten dat Haak op dit soort ontdekkingen ingaat, komt hij over als een begeesterd ontdekkingsreiziger en heeft hij de lezer volledig in zijn ban. Het stuk over Jan Steen heb ik met veel plezier gelezen.
De uitvoerigheid waarmee de auteur soms op specifieke schilderijen, kleur en lichtinval of op details uit het leven van de schilders in gaat, weegt soms loodzwaar op de leesbaarheid. Door de opdeling in chronologische periodes zijn er nogal wat herhalingen die voorkomen hadden kunnen worden, zo trek je als lezer besluiten uit bepaalde stellingen en zie je 200 bladzijden verder, als Haak een volgend decennium verkent, of je het al dan niet bij het rechte eind hebt. De auteur heeft een vlotte pen en slaagt erin om voor de doorsnee lezer hinderlijk vakjargon te vermijden, maar zijn zin voor detail is eigelijk nefaster voor de lectuur van dit boek. Door uitvoerig op lichtinval en kleur in te gaan heeft de auteur wellicht het ontbreken van paginagrote kleurenreproducties willen opvangen. Je vindt in deze uitgave vrijwel uitsluitend zwartwitreproducties in een overigens ronduit saaie, ja, zelfs lelijke, lay-out. Het doet mij denken aan de zuinigheid die vroegere kunstbezitter ertoe bracht om schilderijen van grote meesters in twee of vier deed delen om er meer geld voor te kunnen vangen.
Al leest dit boek niet altijd even prettig het geeft wel een helder en degelijk beeld van een unieke periode uit de geschiedenis van Nederland toen opmerkelijke kunstenaars de kans kregen om de dynamiek van de voorspoedige samenleving waar ze deel van uitmaakten op canvas vast te leggen. Jammer dat de rijkdom van die periode niet in de vormgeving van dit standaardwerk tot uiting mocht komen. [Marita Vermeulen]
Redactie
Er bestaat tegenwoordig door het betrekken van economische en sociale factoren een genuanceerder beeld van de "Gouden Eeuw". In dit overzicht van de zeventiende-eeuwse Nederlandse schilderkunst zijn alle wetenschappelijke inzichten op een voor ieder begrijpelijke manier verwerkt. Na een algemeen historische inleiding volgen hoofdstukjes over de opdrachtgevers en de verschillende onderwerpen (landschappen, portretten etc.); daarna volgen in drie delen (tot 1625, tot 1650 en tot 1680) de schilders, min of meer geordend per stad. Het boek is vlot geschreven en overvloedig in zwart-wit en kleur geïllustreerd. Een voorbeeld van een door een autoriteit geschreven boek dat toch voor een breed publiek toegankelijk is.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.