Gestrand
Tahmima Anam
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Artemis, cop. 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7614 |
31/12/2008
Lieve echtgenoot, vandaag ben ik onze kinderen kwijtgeraakt." De openingszin van Het bijtende gevoel van verdriet liegt er niet om en contrasteert fel met de slotwoorden, die Rehana Haque, het hoofdpersonage, richt tot haar echtgenoot: "Deze oorlog, die zoveel zonen heeft opgeëist, heeft de mijne gespaard. Deze tijd, die zoveel dochters heeft verbrand, heeft de mijne niet verbrand. Ik heb het niet laten gebeuren." Tussenin liggen ruim 300 bladzijden, die doorheen een familieverhaal een minder goed gekend deel van de wereldgeschiedenis naar voren haalt: de oorlog en de daaruit voortvloeiende scheiding tussen Pakistan en Bangladesh.
De roman begint in maart 1971, een moment waarop zowel het leven van Rehana als de geschiedenis van Bangladesh een beslissende wending nemen. Tien jaar eerder is Rehana weduwe geworden en een rechter oordeelde dat ze niet goed is omgegaan met de dood van haar man en te jong is om goed voor haar kinderen te zorgen. Daarom werden Maya en Sohail toegewezen aan de oudere broer van haar man in Lahore. Het kostte haar twee jaar en veel geld om de kinderloze oom en tante en de rechter te overtuigen dit onrecht ongedaan te maken. Eerst verkocht ze alle bezittingen, zelfs de juwelen en giften van haar ouders en ten slotte bouwde ze op raad van haar buurvrouw een tweede huis, zo groot en imposant mogelijk. De verhuring stelde haar in staat opnieuw moeder te worden. Elk jaar viert Rehana in maart de dag waarop haar kinderen terugkwamen, haar overwinning. Buren en vrienden worden uitgenodigd en de buurvrouw kondigt de verloving aan van haar dochter, Silvi, met een Bengaalse luitenant. Voor Sohail valt een droom aan scherven. Hij is met Silvi opgegroeid en ze houden zielsveel van elkaar. Maar Silvi respecteert de beslissing van haar moeder. Op de dag van de verloving valt het West-Pakistaanse leger Oost-Pakistan binnen. De avondklok wordt ingesteld, Bengaalse vlaggen worden verwijderd, nog tijdens het feestmaal klinken de eerste schoten. Silvi's verloofde staat als luitenant in het Pakistaanse leger voor een dilemma. Haar moeder vraagt hem bovendien dezelfde avond nog te huwen om de veiligheid van haar dochter te verzekeren. Sohail simuleert onverschilligheid, terwijl hij tot getuige van het huwelijk wordt genomen. Er rest hem weinig meer dan zijn politieke engagement aan te scherpen. Het leger heeft de universiteit bezet, broeinest van communistische en nationalistische ideeën. Jeeps rijden rond in de hindoewijken en soldaten vuren blind en meedogenloos door ramen en deuren. Majoor Zia kondigt de onafhankelijkheid van Bangladesh af en vraagt om internationale erkenning en protest tegen de genocide. Terwijl vele hindoes de stad en het land ontvluchten, begraaft Sohail zijn pacifistische ideeën en sluit zich met zijn vrienden aan bij het verzet. Maya heeft het moeilijker. Aan haar nationalistische gevoelens en marxistische ideeën valt niet te twijfelen, maar haar weg is niet zo rechtlijnig. Als meisje kan ze niet aan alle acties deelnemen en haar verhouding met Rehana is hard en vol onbegrip. Tussen moeder en dochter heersen stilte, boosheid en afstand.
De portrettering van Rehana is bijzonder scherp. Dat ze als jonge weduwe haar kinderen moet afstaan aan haar schoonbroer en hen twee jaar lang niet kan opzoeken, tekent haar. Wanneer ze hen heeft teruggewonnen, geniet ze van hun samenzijn, maar op de achtergrond blijft het besef van de broosheid hiervan en wanneer de oorlog uitbreekt, wordt haar vrees bewaarheid. Haar kinderen volgen wegen waarop ze hen niet meer kan behoeden, zelfs niet meer kan volgen. Toch doet ze pogingen. Wanneer Sohail en zijn vrienden haar vragen om wapens in de tuin te begraven en later zelfs een majoor en leider van het verzet bij haar willen onderbrengen, kan ze niet weigeren. Ondanks haar Indische afkomst en het feit dat Urdu haar moedertaal is, groeit ook haar nationalisme. De enige reden hiervoor zijn haar kinderen, hun overtuigingen en hun toekomst. Ze wil hen niet meer verliezen en schuldgevoelens hierover dwingen haar verder te gaan dan ze rationeel goed acht. Op vraag van Sohail schuift ze al haar angsten opzij om de man van Silvi, intussen een gevangengenomen rebel, te bevrijden. Het levert haar een pijnlijke, vernederende confrontatie met haar schoonbroer op en ze negeert doelbewust alle waarschuwingen. Later zal ze vaststellen dat haar heroïsche daad geen zuivere zelfopoffering was en dat goede daden niet altijd goede gevolgen hebben. Maar Rehana krijgt het gevoel dat ze iets betekent in een strijd die weliswaar niet de hare is, maar haar verbindt met haar kinderen, haar land en met waarden als rechtvaardigheid, democratie en vrede. In haar metamorfose herken je de bij tijden wanhopige maar verbeten strijd van Bangladesh en bij uitbreiding van elk volk dat vecht voor onafhankelijkheid en een eigen identiteit. En zo worden steeds opnieuw de broederoorlog tussen Pakistan en Bangladesh en het levensverhaal van Rehana Haque en haar kinderen met elkaar verweven. De majoor is aanvankelijk slechts een zwaar gewonde soldaat. Maar hij is ook een kennis van Sohail en z'n vrienden en Rehana verzorgt hem moederlijk en zonder vragen te stellen. Na enkele onwennige weken groeit het wederzijdse vertrouwen en wordt genegenheid geheime en schroomvolle liefde. Uiteindelijk vertelt ze hem haar grootste geheim, de manier waarop ze haar kinderen heeft teruggewonnen.
De dramatische geschiedenis van negen maanden burgeroorlog vormt een spiegelend kader voor de al even moeilijke, verscheurende verhouding tussen Rehana en haar kinderen of tussen Rehana en haar familie en vriendinnen. Hoe moet ze zich gedragen tegenover haar schoonbroer, die aan de andere kant vecht dan haar kinderen en hoe moet ze zijn vermogen tot mededogen of zijn hardvochtigheid inschatten? Discussies tijdens familiefeesten, cricketwedstrijden of partijtjes met de kaartclub worden heftig gevoerd en monden uit in een onderverdeling in sympathisanten en collaborateurs. Uit de antwoorden van haar zoon leert Rehana dat haar vragen over wie de oorlog zal winnen zinloos zijn. "We hebben allemaal zoveel verloren". Met deze ene zin vat Sohail alles samen.
De auteur trapt niet in valkuilen als een overdreven pathetische toon of een onevenwicht tussen de kleine familiegeschiedenis en het nationaal conflict. Wel krijg je soms het gevoel dat dit boek is geschreven voor Bengali en in tweede instantie voor Pakistanen en Indiërs. Je mist een verklarende woordenlijst en of het nu gaat om politiek, kledinggewoonten, recepten of cricket, wie niet uit voormelde landen komt mist achtergrondinformatie. Toch mag dit geen reden zijn om het boek opzij te schuiven. Het verhaal van Rehana is authentiek, haar nationalisme wordt gedomineerd door menselijkheid, moederliefde en levenswijsheid en raakt je vaak diep in je lezershart. De vertaling bevat nogal wat schoonheidsfoutjes, maar weet op belangrijke momenten in het verhaal de juiste woorden te vinden. De sprekende titel levert hiervan het bewijs.
Tahmima Anam is van Bengaalse afkomst, de stad Dhaka waar Rehana woont is haar geboortestad. Momenteel woont ze in Londen. Anders dan velen voor haar vertelt ze geen geschiedenis van immigranten, maar keert ze terug naar haar geboorteland. Ze is geboren in 1975, vier jaar na de onafhankelijkheidsoorlog en dus put ze ongetwijfeld rijkelijk uit herinneringen en verhalen van haar ouders en verwanten. Ze slaagt er echter ook in deze dramatische belevenissen een plaats te geven in een indringend en beklijvend romandebuut.
[Dirk Magerman]
Redactie
Als in 1971 de onafhankelijkheidsoorlog van Bangladesh in Oost-Pakistan uitbreekt, verandert het leven van weduwe Rehana Haque dramatisch. Het verhaal begint met het jaarlijkse feestje dat Rehana geeft ter ere van de terugkeer van haar inmiddels bijna volwassen kinderen. Haar zoon en dochter werden, toen haar man in 1959 overleed, van haar afgenomen door haar zwager. Na anderhalf jaar wist ze hen terug te krijgen, dit alles heeft een diepe wond bij Rehana achtergelaten. Door haar kinderen wordt de a-politieke Rehana bij de onafhankelijkheidsoorlog betrokken. Ze is getuige van de ellende, moorden en martelingen. Aan het einde van de oorlog zijn Rehana’s kinderen dankzij al haar opofferingen nog in leven. In mooie, beeldende taal geschreven verhaal waarin de Bengaalse geschiedenis tot leven komt. De oorlog wordt sober beschreven vanuit een vrouw die alles voor haar kinderen over heeft. Debuutroman van de in 1975 in Dhaka (Bangladesh) geboren schrijfster die tegenwoordig in Londen woont. Werd in Engeland goed ontvangen. Kleine druk. www.tahmima.com.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.