Koning op een ezel : verhalen uit het Nieuwe Testament
Nico ter Linden
Nico ter Linden (Auteur), Ceseli Josephus Jitta (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Balans, 2007 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD INFO (PAARS) : GELOVEN-DENKEN
Bijbel |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Balans, 2007 |
Jeugdinfo (paars): Geloven - Denken
Bijbel |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Balans, 2007 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE :
Bijbel |
31/12/2008
De profeet in de vis is het laatste deel van Nico Ter Lindens kinderbijbel, die samen met Het land onder de regenboog en Koning op een ezel tracht van de Bijbel een actueel boek te maken dat kinderen en volwassenen aanspreekt. Dat Ter Linden daarin wonderwel slaagt, heeft met verschillende factoren te maken. Zo is er in de eerste plaats opnieuw het gebruik van de verteller. Ditmaal in de figuur van Amos, de buurman van het toekomstige bruidspaar Judith en Tobias. Op hun verzoek neemt hij de rol van hun Oom Ben over. Amos vindt dat niet erg, want hij is een schrijver pur sang en hij probeert verhalen van wijze mensen en profeten van Israël zo neer te schrijven dat het Joodse volk in Babylonische ballingschap uit die verhalen iets kan leren met het oog op de terugkeer naar Kanaän, het land onder de regenboog. Of zoals Amos zelf zegt: "Het zijn geen verhalen over wat er toen precies gebeurd is, want daar gaat het niet om. We schrijven niet zomaar over vroeger, we schrijven over vroeger voor later, om er wijzer van te worden." Een tweede factor die ervoor zorgt dat de verhalen uit het Oude Testament actualiteitswaarde hebben, is het verweven van verklaringen van moeilijke woorden en symbolen in de verhaaltekst zelf. Zo wordt bv. uitgelegd wat een profeet is en ontdekt de lezer dat ook vandaag nog profeten bestaan en dat ze ook vandaag niet of nauwelijks gehoord worden. Of Amos vertelt dat de vernietiging van de stad Jericho niet gaat over een echte oorlog, maar over de eeuwige strijd tussen goed en kwaad. Of de lezer komt te weten dat de Bijbel wonderverhalen vertelt telkens wanneer er iets fantastisch gebeurt, zoals de bevrijding uit Egypte of de intocht in het Beloofde Land. Of de auteur zelf verheldert in de inleiding van het boek Daniël de reinheids- en voedselvoorschriften van de Joden. Een derde factor is het spelenderwijs aanbrengen van ook de 'moeilijkere' Bijbelteksten, zodat de lezer niet voortdurend met dezelfde bestsellers uit het Oud Testament om de oren wordt geslagen en de aandacht verliest. De Bijbelverhalen worden als verhaal neergezet. Amos vertelt, de toehoorders geven commentaar of stellen vragen. Die commentaar en vragen vertolken als het ware wat de verhalen bij de lezer oproepen en bieden verduidelijking. Meer naar het einde van het boek toe verdwijnt de figuur van Amos en komen het Bijbelboek Ester en het Bijbelboek Daniël aan bod. Die verhalen kon Amos hen niet vertellen omdat ze ongeveer honderd jaar na hun dood werden neergeschreven toen Antiochus, koning van Syrië, over Israël heerste en probeerde de Joden en hun godsdienst uit te roeien. Ter Linden legt duidelijk uit dat ook die Bijbelboeken ter lering geschreven zijn. De mensen die ze hoorden, beseften maar al te goed hoe actueel die verhalen waren, ook al speelden ze zich ogenschijnlijk in een ver verleden af. Het boek eindigt met een brief die koning Darius schrijft aan alle volken van de gehele aarde onder de titel 'Bestaat God?', waarin hij aangeeft dat de God van Israël gebeurt "wanneer wij niet langer het geld aanbidden en wanneer wij gastvrij zijn voor vreemdelingen. Die God gebeurt wanneer in alle landen van de aarde die God geschapen heeft de kinderen mogen leren en spelen en wanneer de zwakken niet worden uitgebuit. Die God gebeurt wanneer de rijken hun rijkdom met de armen delen en wanneer zij die zuiver van hart zijn niet voor de leeuwen worden gegooid." Actueler kan een Bijbeltekst niet zijn! Een hele grote troef, die deze kinderbijbel maakt tot wat hij is, is de inbreng van illustrator Ceseli Josephus Jitta. Soms met enkele pennenstreken, soms heel figuratief slaagt hij erin de teksten uit de Bijbel te verbeelden. De koningin van Seba heeft werkelijk zeer uitgesproken heupen en borsten onder haar doorzichtige sluier en de weduwe van Saréfat ziet er echt arm, mager en moedeloos uit. Dat de stad Jericho valt dankzij de rondgang van het volk, wordt verbeeld in een over twee bladen verdeelde ring vol mensjes waarvan kracht uitgaat. Heel vaak werkt de illustrator in zwart-wit, wat de kleuraccenten nog steviger maakt. Dat is bv. het geval voor een van de illustraties bij het boek Daniël waar alle bazen en bovenbazen buigen voor het beeld van Nebukadnessar, behalve de drie Joodse bazen van Babel zelf. Nico Ter Linden vertelt en verheldert tegelijk. Hij slaagt erin oude verhalen nieuw leven in te blazen. Daarbij wordt hij voortreffelijk geholpen door de illustrator, die met stevige, symboolrijke illustraties de teksten handen en voeten geeft.
Bijbelse verhalen voor kinderen van D.A. Cramer-Schaap is een klassieker tussen de kinderbijbels. Hij werd voor het eerst uitgegeven in 1957 en op dat moment als een vernieuwende, aan kinderen aangepaste, hervertelling beschouwd die vooral door progressieve christenen werd gebruikt. Wat vandaag voorligt, is een jubileumuitgave omdat de kinderbijbel van Cramer-Schaap een halve eeuw bestaat. Gelukkig niet ongewijzigd! De 33e druk in 1994 werd stevig herzien zowel wat het taalgebruik betrof als om inhoudelijke redenen, en werd van nieuwe illustraties voorzien. De kinderen van 1994 leefden nu eenmaal in een ander tijdsklimaat dan die van 1957. Ook de voorliggende jubileumuitgave is grondig veranderd. De tekst is nu vooral vergeleken met 'De Nieuwe Bijbelvertaling' van 2004 en met nog andere en ? bij twijfel ? zelfs oudere Bijbelvertalingen zoals de Statenbijbel uit 1637. Het doel van deze kinderbijbel is vooral toegankelijkheid voor een breed publiek én een Bijbelgetrouwe weergave en dat is duidelijk een ander doel dan dat van Nico Ter Linden.
Het gevolg daarvan is dat de Bijbelverhalen uit het Oude en het Nieuwe Testament verteld worden in een taal die kinderen aankunnen en goed kunnen begrijpen. Vertellende elementen worden toegevoegd. Denk hierbij bv. aan de twijfel van Abraham als God hem de opdracht geeft zijn enige zoon te offeren en de opwinding van Isaak die nietsvermoedend het ritje met zijn vader naar de berg Moria als één groot en spannend avontuur beschouwt. Die vertellende elementen verhogen de leesbaarheid, maken van de Bijbelverhalen verhalen die kinderen aanspreken en bevorderen de toegankelijkheid voor een breed publiek. Maar het gevolg is ook dat bepaalde stukken uit de Bijbelverhalen die door Ter Linden weggelaten worden (bv. het verhaal van de profeet Elia die het zoontje van de weduwe van Saréfta opnieuw tot leven wekt) wel verteld worden. Anderzijds vindt de lezer bij Ter Linden dan weer verhalen die niet bij Cramer-Schaap te vinden zijn. Zo wordt aan het afscheid van Jozua bij Cramer-Schaap één regeltje gewijd, terwijl dit in De profeet in de vis een volwaardig verhaal is waarin nog eens benadrukt wordt wat de betekenis is van de God van Israël. Men kan zich hier de vraag stellen wat het belangrijkste is: een boodschap brengen op basis van de Bijbel of Bijbelgetrouwheid? Een tweede groot verschil met De profeet in de vis is het feit dat Ter Linden 279 bladzijden gebruikt om een deel van de oudtestamentische verhalen te vertellen, m.n. een deel van de verhalen over en van de profeten. Cramer-Schaap gebruikt ongeveer evenveel, maar dan om het hele Oude Testament in samen te vatten. Daardoor heeft Ter Linden wel wat meer speelruimte om minder gekende verhalen een plaats te geven en om te verhelderen en te actualiseren.
De jubileumuitgave bevat naast het Oude Testament ook een tweede deel waarin stukken uit de Evangelies, de Handelingen, de eerste Brief aan de Korintiërs en het boek van de Openbaring zijn herverteld. Het nieuwtestamentische deel begint met een korte inleiding voorafgaand aan het verhaal van de boodschap aan Maria die het verband tussen het Oude en het Nieuwe Testament duidelijk maakt. Daarna volgen de beide kerstverhalen, de opdracht in de tempel, de vlucht naar Egypte, de 12-jarige Jezus in de tempel. Ze worden op een kindvriendelijke, heldere en aangename manier verteld. Wanneer dan het openbare leven van Jezus begint met de aankondiging ervan door Johannes de Doper, zien we hier de zogenaamde bestsellers verschijnen: wonderverhalen, parabels, Zacheüs, Bartimeüs... Maar daar is niets mis mee aangezien het de voornaamste bedoeling van deze kinderbijbel is een breed publiek te bereiken. Meer dan bij de oudtestamentische verhalen worden de verhalen uit het Nieuwe Testament in een bredere context geplaatst en worden gebruiken en gewoontes van het Joodse volk geschetst. Eigenlijk kan men dit ook een vorm van verhelderen noemen. Toch blijft de invloed van de oorspronkelijke auteur merkbaar. Soms zijn de beelden die ze met haar vertellende stijl oproept, zonder meer Nederlands te noemen. Een beetje verwarrend toch voor verhalen die zich in het Oude Nabije Oosten afspelen. Maar net zoals in de Bijbel van Nico Ter Linden vormen de illustraties, hier van Annemarie Van Haeringen, een groot pluspunt voor deze herwerkte jubileumuitgave. Haar beeld van de kruisiging is bv. onovertroffen en weet op een schitterende manier de sfeer van angst, woede en verdriet op te roepen die daarbij zeker aanwezig was. De manier waarop ze het enthousiasme van Pinksteren illustreert, de kleur en de aanwezige beweging als Saulus door God geroepen wordt, de schitterende koningen in de stal naast een lieve ezel, Jona die door elkaar geschud wordt in de walvis, het haar van Simson, de harp van David... alle illustraties slagen erin de verhalen te ondersteunen en kracht te geven.
Bijbelse verhalen voor kinderen is opnieuw een kinderbijbel van formaat geworden. De Nederlandstalige markt wordt overspoeld met vertaalde kinderbijbels uit de Angelsaksische wereld waarin de personages dikwijls in oude gordijnen figureren en de wonderen zonder enige uitleg verteld worden. Het lijkt wel alsof deze Bijbels 'hoe spectaculairder hoe beter' als leidmotief hebben. De hierboven besproken kinderbijbels steken hier met kop en schouders boven uit. De eerste (Nico Ter Linden) voor wie meteen inzicht wil krijgen in het beeldrijke en aan het toenmalige wereldbeeld aangepaste taalgebruik van de schrijvers van toen en wil weten waarom de Bijbel na 2000 jaar nog zo'n belangrijke plaats inneemt, de tweede (Cramer-Schaap) is een aanwinst voor wie de verhalen wil leren kennen zoals ze lang geleden werden neergeschreven zonder door de bril van een 21e-eeuwse schrijver te moeten meekijken. En, wie de verhalen uit de Bijbel als historisch waar gebeurd beschouwt en dat op een rustige manier aan kinderen wil doorgeven, heeft met Cramer-Schaap zeker een goede leidraad.
[Hilde Debacker]
Prof. dr. K.A.D. Smelik
Dominee Nico ter Linden is bekend geworden door zijn navertellingen van de Bijbel voor volwassenen: ‘Het verhaal gaat…’. Daarna schreef hij een reeks hervertellingen van de Bijbel voor kinderen. In dit tweede en laatste deel na 'Het land onder de regenboog'* gaat het om de historische en profetische Bijbelboeken, geplaatst in het kader van de Babylonische ballingschap, de tijd waarin een deel van deze verhalen mogelijk op schrift is gesteld. Ook Bijbelboeken uit de tijd na de Ballingschap komen aan de orde. Hoofdpersonen zijn een joodse man en vrouw, pas getrouwd, die van een wijze schrijver de verhalen te horen krijgen. Ook hun persoonlijk levensgeschiedenis komt aan de orde, waarbij de auteur een brug naar het heden slaat door deze kinderen een meer hedendaags karakter te geven. In de navertelling zijn commentaar bij de Bijbeltekst en historische toelichting verweven. De verhalen zijn gemakkelijk om te lezen, maar de theologische boodschap is soms zeer nadrukkelijk aanwezig. Het boek is mooi uitgegeven en geïllustreerd door Ceseli Josephus Jitta in haar poëtische, maar voor kinderen vrij abstracte stijl. Stevig gebonden. Vanaf ca. 11 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.