Meisjesherinneringen
Annie Ernaux
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 2440 |
31/12/2008
Het leven zoals het is, in een Parijse voorstad. De Franse schrijfster Annie Ernaux hield in de periodes van 1985 tot 1992 en 1993 tot 1999 dagboeken bij, die later uitgegeven werden als respectievelijk Journal du dehors (Gallimard, 1993) en La Vie extérieure (Gallimard, 2000). Deze twee boeken kregen nu een prima Nederlandse vertaling getiteld De blik naar buiten. Wat gebeurt er als een Normandische dorpelinge naar de grote stad verhuist? Wat is de impact van de nieuwe omgeving en veranderende interactie op je persoonlijkheid? Het motto van Rousseau maakt de intenties van Ernaux duidelijk: "Ons echte ik bevindt zich niet volledig in ons". Maar waar dan wel? Haar experiment tot zelfonderzoek en zelfanalyse was geboren. Heel nauwgezet observeerde ze haar omgeving ? meestal op de metrolijn RER A van Cergy naar Paris ? en schreef al haar waarnemingen uiterst sec neer, zonder al te veel emotionele poespas. Via deze enigszins 'neutrale' kijkoperatie hoopt ze 'betekenis' te kunnen geven aan de realiteit en het leven dat zich afspeelt in die driehoek gevormd door het appartement, de supermarkt en de parkeergarage. De ambiguiteit van dit sociologisch getint experiment is dat een in wezen op toeval gebaseerde reeks van gebeurtenissen onvrijwillig een impact krijgt op de waarnemer zelf, die tijdens het observeren imiteert of onbewust geïndoctrineerd wordt. Ook emoties zijn niet uit te sluiten, alleen al door het proces van selectie. De schrijfster beseft dit ook en merkt meermaals op dat ze er wil achterkomen hoe anderen leven en hoe ze zelf had kunnen leven. Er zijn twee methodes om met de gebeurtenissen uit de realiteit om te gaan. Bij de eerste verwerk je ze, smuk je ze op en breng je ze tot een groter geheel. Op die manier creëer je zelf betekenis. Bij een tweede methode houdt je het bij het willekeurig noteren, het bronmateriaal. Wat Ernaux doet, is fotograferen met woorden: de vluchtige ontmoetingen, de blikken die mensen naar mekaar werpen, de gesprekken om haar heen. Of nog: de graffiti op de muren, de bedelaars voor het nieuwe winkelcentrum die ruziën om het territorium, de uitverkoop en de publiciteitsborden bij het bushokje. Alles wat haar fascineert schrijft ze dwangmatig op. De moeder die haar dochter een standje geeft, die op haar beurt een jeugdherinnering bij Ernaux activeert. Gefragmenteerde momentopnames zijn het, die het routineus opgebouwde leven in de stad steeds scherper uittekenen. Heel vaak gaat het over wachten, of het nu in het kapsalon is, bij de bakker of op de metro. Dat is wat stedelingen doen, wachten en geduld uitoefenen. De essentie, dat is iets voor de volgende dag. De scherpe waarnemingen over het banale, alledaagse leven laten uitschijnen dat er geen essentieel groot patroon dient gezocht te worden. De droge mededeling dat "uw betaalkaart niet langer leesbaar is" betekent het einde van de verkoopstransactie, niet meer dan dat. Maar verzameld bieden deze meeslepende dagboekfragmenten niettemin een toegevoegde waarde. Ze geven een gezicht aan de onbekende, anonieme stedelingen en scheppen een accuraat beeld van de jaren '80 en '90 van de vorige eeuw. Het is Parijs, maar het had net zo goed Londen, Berlijn of Brussel kunnen zijn. Of hoe een detailstudie naderhand toch nog een universeel karakter verkrijgt. [Laurent Meese]
C.H.M. Beijer
Dagboeknotities over het leven in een Parijse voorstad eind 20e eeuw. In korte fragmenten noteert de auteur wat haar opvalt, imponeert of intrigeert tijdens het reizen per RER, het boodschappen doen in supermarkten of het winkelen in prijzige passages, tijdens kappersbezoeken of wat in televisie-uitzendingen wordt vertoond. Dat alles is onderwerp van haar scherpe observatievermogen, dat vaak gericht is op het onaanzienlijke en vluchtige dat zich ook toont in graffiti, gebaren, gelaatsuitdrukkingen en houdingen. De helder en sober verwoorde indrukken van een buitenwereld geven evenzeer een beeld van de sociaal-politieke denkwereld van de auteur, die zich herkent in anonieme anderen, alsof die een deel van haar geschiedenis bewaren. De vlot vertaalde en nauwelijks gedateerde bundel is een samenstel van 'Journal du dehors' (1993) en 'La vie extérieure'(2000). De auteur (1940, Lillebonne), die debuteerde in 1974, heeft een opmerkelijk, sterk autobiografisch getint oeuvre op haar naam staan; in 1984 ontving zij de Prix Renaudot voor de roman 'La Place'. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.