De lancering
Timo Parvela
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lemniscaat, cop. 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SORT |
31/12/2008
Frida is zeventien en staat voor het leven en voor de paasvakantie. Haar vader is thuis weggegaan en neemt zijn telefoon niet meer op. En dan wordt ze ook nog eens midden in de nacht wakker met een vervelend gevoel in haar ogen. Gelukkig is haar moeder onmiddellijk daar om haar te troosten en haar de volgende dag naar de opticien te sturen. Deze stuurt haar door naar de oogarts op het einde van de straat, welke haar op zijn beurt verwijst naar het Academisch Ziekenhuis. Deze oogarts is formeel: ze moet de antibioticakuur afmaken die ze gekregen heeft en verder kan nog niet gespeculeerd worden. Als het dan toch echt moet voor "Lastige Patiënt Frida": in het slechtste geval kan haar hoornvlies zodanig beschadigd raken dat het moet vervangen worden door donor-hoornvlies of ze wordt blind. Tussen al deze consultaties door rijpt bij Frida een reisplan voor deze paasvakantie. "Liegende en stelende Frida" boekt stiekem geld over vanuit de kinderbijslagrekening van haar moeder en bestelt een interrailticket. Geïnspireerd door een vakantiefoto van het gezin in betere tijden vertrekt ze 's anderendaags naar Florence. "Waarom doe ik dit? Wil ik echt weg? Naar Florence of waar ik ook terechtkom, alleen om mijn vader dwars te zitten? Of wil ik iets van de wereld zien voordat ik blind word?" Frida voelt zich wel vrij onderweg, maar eigenlijk toch voornamelijk eenzaam. Tot ze in de plaatselijke McDonalds een Noors telefoongesprek opvangt. Jakob is negentien en net als Frida alleen op reis in het kader van een persoonlijk project. Frida smelt onmiddellijk weg in de Italiaanse Paaszon. Via leugentjes krijgt ze Jakobs gezelschap en kennis. Maar zal ze ook zijn liefde krijgen? Jakob is immers verliefd op een ander en wil geen gedonder op reis. Frida vergezelt hem op zijn tocht van Florence naar San Gimignano, Venetië, Colmar en ten slotte zelfs Parijs! Op en top romantische steden volgens Frida. Hoeders van kunstschatten volgens Jakob. Een minuut eerlijkheid gaat over liefde en kunst.
Jakob is een echte kunstfanaat. Hij wil aan de hand van 33 vooraf gekozen kruisigingschilderijen een artikelenreeks voor jongeren schrijven over de westerse kunstgeschiedenis. Frida, die het heerlijk vindt om te luisteren naar iemand die veel weet over iets ingewikkelds, spoort Jakob aan: "Ga je over alle periodes in de kunsthistorie vertellen aan de hand van Jezusschilderijen?" Via deze raamvertelling belandt de lezer in een chaotische variant van De wereld van Sofie. De kunstgeschiedenis, zo waarschuwt Jakob, is immers niet zo'n soort penseel-estafette van de ene periode naar de andere. Periodes overlappen elkaar. "Als je het zo bekijkt is het eigenlijk allemaal heel moeilijk," volgens Jakob, waarop Frida voorstelt om zijn ideeën voor zijn artikelen op haar uit te testen, alsof zij een "complete randdebiel" is. Deze didactisch verantwoorde verhaallijn tekent zich vervolgens letterlijk uit door de kleuren-reproducties die opgenomen zijn in dit lijvige jeugdboek, waarop we samen met de personages naar kruisigingstaferelen kijken van Giotto tot Tuymans. Deze reproducties blijken een welkome aanvulling te zijn op de povere uitleg van Jakob. De hoofdstromingen uit de westerse kunstgeschiedenis vanaf de vroeg-renaissance worden immers slechts zeer beknopt toegelicht aan de hand van bijvoorbeeld één enkel kenmerk, dat dan door Jakob kan worden aangewezen op het desbetreffende schilderij. Voor de kijker valt er gelukkig veel meer te ontdekken dan voor de lezer. Hippe namen als Mr Incredible (Giotto), Super Trouper (Rubens) en Mystery Man (Gauguin) en Frida's naïeve vragen, zoals "Wat maakt een goed schilderij eigenlijk goed?" of "Wie heeft de bijbel geschreven?" zijn een weinig verdienstelijke poging om deze "moeilijke" materie bevattelijk te maken voor de jeugdige lezer. "Schoolmeester Jakob" vervalt bovendien in onnodige herhalingen van dooddoeners als: "Grote schilders zijn zo groot dat ze de kunstgeschiedenis opnieuw definiëren." Deze woelige trip doorheen de kunstgeschiedenis neemt tevens zeer variabele snelheden aan, wat een vlotte lectuur niet ten goede komt. Door de thematische keuze van het kruis moet een aantal kunststromingen immers besproken worden zonder voorbeeldtafereel uit die periode. Daarnaast zijn de personages ook op rondreis, waardoor ze het enkele dagen zonder kunstwerken moeten stellen, om zich dan aan een overdosis te laven in de volgende stad. Een laattijdig ingebouwde rechtzetting hiervan is de introductie van Jakobs map, waarin reproducties opgenomen zijn die de reizigers niet op hun pad zullen treffen en die bijgevolg in hotelkamers en treincoupés bezichtigd kunnen worden. Wanneer dan ook nog blijkt dat Jakob een aantal keer schilderijen vergat te bezichtigen in de reeds aangeroerde steden, wordt het hele reisgebeuren in feite overbodig in dit boek. Maar de belangrijkste reden waarom de kunstlijn een weinig coherent en stromend verhaal is, is wellicht de permanente doorkruising van de tweede verhaallijn: de liefde.
Toegegeven, Jakob doet zijn best, maar hij mag zijn verhaal gewoon niet rustig brengen. Hij wordt voortdurend onderbroken door de kwetterende gedachtestroom van de verliefde Frida: "Ik bedenk dat ik eigenlijk niet veel meer wil in dit leven dan hier zitten met deze kunstnerd", "Ik probeer op een heel ontspannen, natuurlijke manier diepzinnig te kijken, maar ik weet niet zeker of het lukt" of "Het is een belachelijk cliché, maar ik weet niet of ik nog zonder hem kan leven". Volgens Frida vormen kunst en liefde een goede combinatie, maar ongetwijfeld is een figuur als Alberto Knox uit De wereld van Sofie een efficiëntere constructie om de les te laten beklijven. De verliefdheid van Frida wordt goed voorbereid in de eerste hoofdstukken: Frida vertrekt verstoken van vaderliefde op reis en vraagt zich een paar dagen later aan het beroemde balkon in Verona af of zij ooit zoveel van iemand zal houden dat ze voor hem zou willen sterven. Zij, de luisteraar, is dan ook betoverd van bij de eerste ontmoeting met verteller Jakob en wacht hem 's anderendaags op aan de Paradijsdeur in Florence. Ook op liefdesfront gooit ze haar beste vragen in de strijd, zoals: "Wat voor soort meisjes vind jij leuk?" of "Je klinkt alsof je in God gelooft. Dan geloof je waarschijnlijk ook in liefde?" De respons van Jakob is dubbelzinnig, waardoor Frida zich nog meer opdringt: "In oorlog en liefde is alles geoorloofd." Ze overdondert hem met haar constructie van de "één minuut eerlijk", waarin iedereen één minuut eerlijk moet zijn over een belangrijk onderwerp, wat borg staat voor enkele bizarre gedwongen minuten. Verder gebruikt ze al snel haar oogaandoening om Jakob aan zich te binden: "Ik hoop dat Jakobs quotum "aardig-zijn-voor-een-binnenkort-gehandicapte" niet zo snel op zal raken. Misschien ben ik niet gehandicapt genoeg? Ik zie nog steeds god en ik kan nou niet direct zeggen dat ik graag blind wil worden, al zeggen ze dat liefde blind maakt." Dat "blind worden" van Frida is voor de lezer moeilijk te plaatsen: is het een hysterische constructie in haar verwarde geest of is het die bittere realiteit die we in onheilspellende flash-forwards kunnen lezen? Het kleine troosteloze meisje dat ze in de openingsscène was, lijkt in ieder geval een razende spurt ingezet te hebben naar volwassenheid. Of naar eerlijkheid? Of naar de waanzin? Frida is een nog meer bevreemdend personage dan Jakob. Haar beweegredenen zijn vaak onduidelijk, waardoor ze moeilijk te volgen is op deze toch al onrustige trip.
Bjørn Sortland creëert een mooi raamvertelling waarin de lezer ongedwongen wat zou kunnen opsteken over de Westerse kunstgeschiedenis, maar de uitwerking gebeurde jammer genoeg nogal ongeorganiseerd. Meer dan eens wordt een kunststroming gereduceerd tot een kenmerk en mogen we dus van geluk spreken dat het verhaal verrijkt werd met reproducties. Daarnaast levert Eén minuut eerlijkheid geen vlotte lectuur omdat het verhaal zich op te veel verschillende snelheden afspeelt en gedragen moet worden door te complexe personages voor dit opzet. Een liefdesvatbaar meisje kruist het pad van een jongeman op kruistocht en hoewel Eros en Thanatos in vele kaders dankbare helden zijn, smoren ze in deze chaos van verwarde identiteiten en overbodige reizen elkaar in de kiem. Ze vechten om de meeste aandacht van de lezer en eisen van de auteur een strenger optreden. Deze gokte voor deze kunst-variant op De wereld van Sofie jammer genoeg op te veel paarden en miste een mooie kans om kunst en jeugdliteratuur zuiver en matuur te laten samensmelten. [Ann Vertongen]
Wendy Buenen
Ik-figuur Frida is zeventien als ze ontdekt dat ze een ernstige oogziekte heeft waardoor ze blind kan worden. Ze besluit op reis te gaan om zo veel mogelijk van de wereld te zien, voordat alles zwart wordt. Ze koopt een interrailticket en gaat naar Florence. Ze voelt zich alleen en verloren, totdat ze Jakob ontmoet. Hij schrijft een artikel over schilderkunst en Frida vergezelt hem op zijn reis door Europa om de grote meesters te zien. Terwijl haar zicht steeds slechter wordt, geeft Jakob haar met zijn kennis over de kunstgeschiedenis een nieuwe visie op de wereld en meer inzicht in zichzelf. Het boek doet denken aan 'De wereld van Sofie', waarin de hoofdpersoon wordt geïntroduceerd in de filosofie. Hier is het verhaal echter meer dan een kapstok om de grote lijnen van de kunstgeschiedenis te ontvouwen. Het is een goed geschreven, meeslepend verhaal over liefde, kunst en eerlijkheid. Het eerste jeugdboek van de Noorse schrijver die verschillende kunstboeken schreef. Het boek bevat replica’s in kleur van de besproken schilderijen. Vanaf ca. 14 jaar.
Veerle Uyttersprot
ua/an/22 j
‘Eén minuut eerlijikheid’ is het verhaal van Frida, een Noors tienermeisje van zeventien, dat net voor de paasvakantie te horen krijgt dat ze een oogaandoening heeft die misschien wel blindheid kan veroorzaken. In afwachting van labo-uitslagen en verdere onderzoeken, besluit Frida hals over kop om naar Firenze te reizen met een interrailticket. Waarom weet ze zelf niet goed: op zoek naar zichzelf, naar de verloren gegane liefde van haar ouders die ooit een romantische reis door Toscane maakten. Of wellicht wil ze zoveel mogelijk mooie dingen in zich opnemen vóór ze die misschien niet meer zal kunnen zien? Lang reist Frida niet alleen, in Firenze ontmoet ze Jacob, nog een jonge Noor alleen op stap. Frida wordt halsoverkop verliefd op Jacob en de twee trekken een tijd samen op. Anders dan Frida heeft haar reisgezel een welbepaald doel: als kunstfreak heeft hij de opdracht gekregen om voor een jongerentijdschrift een reeks artikeltjes te schrijven over de westerse christelijke kunst. Jacob heeft het plan opgevat om drieëndertig (de leeftijd die Jezus had toen hij aan het kruis stierf) kruisigingstaferelen onder de loep te nemen en aan de hand daarvan meteen een overzicht van de verschillende opeenvolgende kunststromingen te geven. Frida is maar al te graag bereid om als testpubliek te dienen. Frida’s verhaal over haar oogperikelen, haar impulsieve reis naar het zuiden, de hevige verliefdheid die ze voelt voor Jacob en de onzekerheid die daarmee gepaard gaat omdat ze niet weet of ook Jacob iets voor haar voelt; dit alles vormt eigenlijk een raamvertelling. Het eigenlijke onderwerp van deze roman is de westerse cultuurgeschiedenis en dan meer bepaald de betekenis van kruisigingstaferelen. Het is een onderwerp dat de kans biedt om het bijvoorbeeld uitgebreid te hebben over het passieverhaal, de verschillende evangelies en de rijke symboliek die in de schilderijen verwerkt is. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan vormelijke aspecten van de besproken kunstwerken zoals compositie, kleurgebruik en perspectiefwerking. De lezer volgt Jacob en Frida op hun culturele tocht doorheen Europa, van Firenze tot Parijs, van Giotto tot Picasso. Niet alle drieëndertig schilderijen zien ze ‘in levende lijve’. Over een aantal vertelt Jacob tussen het reizen door, aan de hand van kleurkopies die hij in een map heeft verzameld. Alle behandelde werken zijn eveneens in kleur opgenomen in het boek. Beide verhaalniveaus raken elkaar ook inhoudelijk. Volgens Jacob is de eenzaamheid van Jezus aan het kruis en zijn ultieme vraag waarom God hem verlaten heeft, het grote moment van de waarheid, de echt grote minuut eerlijkheid (p. 246). Maar eigenlijk is ‘één minuut eerlijkheid’ Frida’s uitvinding. Ze heeft vastgesteld dat iedereen, zijzelf incluis, zich te pletter liegt in het dagdagelijkse leven. Daarom heeft ze zich voorgenomen om één keer in de twee weken een minuut lang volslagen eerlijk te zijn. De hele reis die ze onderneemt, kan worden gelezen als een tocht om in het reine te komen met zichzelf. Maar uiteindelijk duurt het toch tot het einde van het boek vooraleer Frida echt eerlijk met zichzelf kan zijn en haar verwardheid en onzekerheid onder ogen durft te zien. Met dit boek wil Bjorn Sortland ondermeer de kennis van jongeren over bijbelse en daarmee samenhangend, cultuurhistorische onderwerpen bijspijkeren op een toegankelijke en boeiende manier. Jonge mensen hebben inderdaad de grootste moeite om de christelijke kunst nog te kunnen plaatsen en te interpreteren; het is een probleem dat vele lesgevers wel zullen herkennen. Dat een negentienjarige ‘kunstnerd’ de schoolmeester van dienst is en zijn directe publiek een verliefde en verwarde tiener, zal de aantrekkelijkheid van deze roman inderdaad ten goede komen. Sortland leverde een verdienstelijke poging om een gat in de markt te dichten, maar het resultaat is toch niet onverdeeld positief te noemen. De raamvertelling vertoont nogal wat onlogische elementen. Het lijkt bijvoorbeeld onwaarschijnlijk dat Frida’s moeder totaal niet op de hoogte lijkt te zijn van de schoolvakanties van haar dochter. Frida meldt zich ziek op school enkele dagen vóór het begin van de paasvakantie en vertrekt richting zuiden zonder dat haar moeder daar tegenin gaat. Ook het verhaalmotief rond de oogkwaal overtuigt niet echt en wordt niet altijd even goed geïntegreerd in het verhaal. Zo blijkt aan het einde van de roman dat Frida de medicijnen die ze moet indruppelen systematisch verkeerd heeft gebruikt waardoor de ontsteking een kritiek stadium heeft bereikt. Daar is in de loop van het verhaal echter slechts sporadisch iets van te merken. Het motief wordt wel gebruikt om spanning in de roman te brengen. Via verschillende flashforwards met paniekerige ziekenhuistoestanden weet de lezer al van bij het begin dat Frida’s gezondheidsproblemen inderdaad acuut worden. Wat betreft de cultuurhistorische rode draad valt op dat Sortland zijn best doet om zijn onderwerp in hippe termen aan te brengen (Giotto is bijvoorbeeld Mr. Incredible (p.134)) en het groot aantal personages op Vasari’s kruisigingstafereel wordt omschreven als een voetbalelftal van vrouwen en mannen (p.149), maar inhoudelijk blijft de informatie vaak toch beperkt en daardoor soms ook weinig accuraat. Ik denk bijvoorbeeld aan de karige en eenzijdige uitleg over de betekenis van zon en maan bij kruisigingstaferelen (p.214) of aan de wat onduidelijke commentaar over de iconografie rond Mozes en de uittocht uit Egypte (en vooral dan het verband met het Nieuwe Testament) in de Collegiatakerk in San Gimignano (p.198 e.v.). Ondanks deze punten van kritiek is deze roman toch een origineel antwoord op de reële lacunes in de culturele bagage van vele jongeren. En misschien laten een aantal onder hen zich wel, net als Frida, meeslepen door Jacobs enthousiasme.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.