Ieder hangt aan zijn gevallen toren : jonge Vlaamse en Nederlandse dichters
Rogi Wieg
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : WIEG |
T. van Deel
Rogi Wieg (1962) is met zijn vorige bundel, 'De Ander' (2004), en de daarop volgende bloemlezing uit zijn werk 'Waar hij zijn jas hangt' (2006), duidelijk goed en anders op gang gekomen, dat blijkt overduidelijk uit 'De kam', onmiskenbaar zijn beste dichtbundel tot dusver. Hier is een dichter aan het woord die zijn eigen, dubbelzinnige en wankelbare stem weet in te zetten om een persoonlijke, het eigen leven weergevende vorm te bereiken, die inzicht en troost kan bieden. "Het vraagstuk van de ik / in een gedicht is oud", zo begint een ragfijn en helder gedicht, waarin de ik tegelijkertijd ook de ander is. Wieg heeft het vermogen zijn eigen leven zowel van nabij als op afstand te bezien, zijn formuleringen zijn scherp, maar nooit al te geslepen; hij weet gevoelens uit te buiten, maar tevens te beheersen, zonder daarmee wanhoop, onmachtigheid, verbrokkeling uit te sluiten. "Of ze me verneuken of niet staat los van jou en poëzie, / heeft niets te maken met het gebeurde, de lente die aanbreekt / over een verdachte, de eerste maaltijd in een matig restaurant, / de eerste wandeling tussen zwiepende takken in het dalende licht." Dat is poëzie die ertoe doet. De schitterende illustraties van Guy Swart rijmen met het subtiel zwart-witte en gekwelde karakter van deze gedichten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.