De tulp en de kunst
Sam Segal
Sam Segal (Auteur), Joris Dik (Auteur), Mariël Ellens (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Waanders, cop. 2006 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 700 VAN HUYSUM XXL |
31/12/2007
Deze voortreffelijke grondige monografie over de 18e-eeuwse bloemenschilder Jan Van Huysum verscheen ter gelegenheid van een gelijknamige tweevoudige tentoonstelling in Delft (september-december 2006) en in Houston/VS (februari-mei 2007). Het boek bespreekt niet alleen uitvoerig leven, achtergrond, familie en oeuvre van deze schilder, maar betrekt daar ook zijn artistieke herkomst en wording bij door ruime aandacht te besteden aan zijn 17e-eeuwse voorgangers. Anderzijds wordt via de tijdgenoten en de navolgers ook de verdere evolutie toegelicht van het door hem beoefende genre van de bloemen- en fruitschildering. Het kernstuk van dit boek is de tentoonstellingscatalogus zelf. Deze bevat 78 uitvoerig beschreven nummers, met 52 items (veertig bloemstukken en 12 landschappen) van Jan van Huysum zelf. De overige 26 tentoongestelde werken zijn van acht voorlopers, (o.m. Justus I van Huysum, J.D. de Heem, en Willem van Aelst), en resp. zeven tijdgenoten en navolgers (o.m. Jacob en Michiel van Huysum, Coenraad Roepel en Gerard van Spaendonck). Van Huysum stamde dus duidelijk uit een schildersgeslacht, met leden uit drie opeenvolgende generaties. Opvallend in de geschiedenis van deze Nederlandse bloemenschilderkunst is ook de vrouwelijke aanwezigheid, met figuren als Maria van Oosterwyck, Rachel Ruysch en Margaretha Havermann.
Jan van Huysum, beslist een van de belangrijkste bloemen- en vruchtenschilders van alle tijden en zonder concurrentie veruit de best betaalde schilder van zijn eeuw, was een uitmuntend vakman, wiens hele oeuvre getuigt van een verfijnde smaak en een onovertroffen zin voor detail in de kleur- en stofweergave van bloemen en vruchten, vlinders en insecten. Een subtiel gevoel voor schikking en vlakvulling kenmerkt zijn gedurfde compositie. In coloristisch opzicht kan hij bovendien naast de allerbesten staan, zoals Titiaan of Rafael. De kleurafbeeldingen zijn van uitnemende kwaliteit en de talrijke uitvergrote fragmenten maken het mogelijk oog te krijgen voor de miniemste details (die mede de specifieke charme van dit soort stillevenschilderkunst uitmaken). Wie anderzijds vooral belangstelling mocht hebben voor de puur 'botanische' kant van de schilderijen, verwijzen we graag naar het anderhalf dozijn werken waarvan de afbeelding vergezeld gaat van een exhaustieve opsomming met nauwkeurige identificatie van elk van de plant- en diersoorten die erop voorkomen. En dan zijn er de inleidende teksten zelf, waarvoor Joris Dik, Mariel Ellens en Sam Segal een pluim verdienen. De auteurs hebben aandacht voor de werken zelf, voor hun situering in de algemene stijlevolutie van die tijd (late barok en rococo), voor het iconografisch/iconologisch aspect (bloemensymboliek), voor de technische kant van het schilderen, voor het probleem van authenticiteit (echt of vals, eigenhandig of atelierwerk), voor een verantwoorde toeschrijving, voor de evolutie van de waardering bij de perceptie van het oeuvre... Een veelzijdige benadering kortom, die nagenoeg geen enkel aspect in dit oeuvre onbelicht laat ? zij het met een ruimere aandacht voor de uiterst gegeerde bloem- en fruitstukken en iets minder aandacht voor de (ook veel minder gekende en bestudeerde) landschappen van deze schilder. Voor een goed begrip dient wel nog gezegd dat dit géén oeuvrecatalogus is, maar het voor deze tentoonstellingen verrichte onderzoeks- en studiewerk moet wel aan de uiteindelijke opstelling van een nieuwe (door dr. Segal te redigeren) oeuvrecatalogus bijdragen. Uit het voorgaande mag tegelijk duidelijk zijn dat het boek aan strenge wetenschappelijke vereisten voldoet, zoals ook blijkt uit de nauwkeurigheid in het wetenschappelijk supplement (notenapparaat, literatuuropgave, namenindex). Tot slot nog dit: de 78 werken in deze dubbeltentoonstelling komen uit de meest vermaarde verzamelingen in Europa (van Schwerin en Sint-Petersburg tot Londen, Madrid en Lissabon) en Amerika (Getty, Pierpont Morgan). Slechts één enkel stuk (een bloemstuk van Rachel Ruysch) komt uit Belgisch bezit (de Koninklijke Musea Brussel). [Paul Huys]
A. van Renssen
De auteur, opgeleid als bioloog-florist, verruilde rond 1970 biologie voor kunstgeschiedenis. Na studies over het bloemstilleven in de 17e en 18e/19e eeuw, en andere baanbrekende publicaties, richt hij nu zijn pijlen op de briljante bloemschilder Jan van Huysum (1682-1749). Deze tweede telg uit een Fries/Amsterdams schildersgeslacht kreeg een grote tentoonstelling (ca. 55 nummers) in de Delftse Prinsenhof in het najaar van 2006*. De door Segal beoogde oeuvrecatalogus heeft in de monumentale catalogus een indrukwekkende voorloper, waarin weinig over Van Huysum onvermeld blijft. Biografie, voorlopers en school, kunsttheorie, symboliek etc. krijgen elk een hoofdstuk, soms door specialisten ondersteund (Ellens en Dik). Voor liefhebbers zijn de prachtige kleurillustraties geanalyseerd op soortnaam van bloemen en insecten. Voorbeeldige bibliografie van 20 pagina's.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.