De keuken van ons moeder : het culinair erfgoed van België
Filip Verheyden
Eddie Niesten (Auteur), Yves Segers (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2007 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 906.4 NIES |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2007 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 906.4 NIES |
31/12/2007
Pomologen en peromanen hielden zich in de 18e eeuw bezig met de wetenschap van de fruitteelt en brachten door onderzoek, soortselectie, onderricht en mooi geïllustreerde publicaties de fruitteelt tot bij de gegoede middenklasse, die passioneel opgingen in hun nieuwe vrijetijdsbesteding. Dit bracht een toenemende interesse mee voor fijnere groentesoorten, zoals bloemkool, andijvie, komkommer, selderie, salade, artisjokken en zuring, die samen met fruittaarten en exotische fruitschalen op het menu verschenen. De arbeidersklasse at vooral aardappelen en grove groenten, zoals bonen, erwten, wortelen en kolen. Na de rampzalige misoogsten van aardappelen en broodgranen investeerde de overheid in campagnes om de kennis over de teelt van groenten en fruit te verspreiden. Her en der werden tuinbouwscholen opgericht en genootschappen voor groenten en fruit zagen het licht. Door die weidse verspreiding van kennis en praktijk verloren groenten en fruit aan status, en de pomologische bezigheden van de gegoede burgerij stierven een stille dood. De opbrengst van de boerenboomgaarden en de toegenomen invoer uit het buitenland, dankzij nieuwe koeltechnieken, deden de prijs zakken en brachten groenten en fruit ook op het menu van de arbeidersklasse. Talrijke innovaties op het gebied van de groenteteelt vonden aan het einde van de 19e eeuw ingang, zoals het gebruik van kunstmest en het aanjagen, forceren of vervroegen van gewassen in glazen serres. De opkomst van de conserven- en stroopindustrie betekende voor menig tuinbouwer een verzekerde afzet. Het begin van de 20e eeuw was vooral gefocust op de verbetering van de kwaliteit, de uitbreiding van de glasteelt, de variatie in de productie en de organisatie van de afzet. De beurscrash van 1929 luidde echter een crisis in die tot aan de Tweede Wereldoorlog zou duren. De Duitse bezetter probeerde greep te krijgen op de economie van het land en de tuinbouw werd in een corporatief stelsel gedwongen. Na de bezetting kende de tuinbouw een trage heropleving met een beginnende agromarketing. De vrije markt werd gesymboliseerd door de veiling, waar de wetten van vraag en aanbod des te explicieter speelden en waar de simultane handel mogelijk werd. Bedrijven moesten inspelen op de veranderende realiteit van de Europese markt en de technologische vernieuwingen in productie en distributie. De inperking van het brede aanbod van groente- en fruitsoorten was veelal de enige redding voor de tuinbouwers, die concurrentieel moesten blijven in een nieuw economisch en politiek landschap.
Niettegenstaande de uitstekende verdienste om een sociaal-economische geschiedenis te bieden van de tuinbouw in Vlaanderen, hinkt dit boek op twee gedachten. De uitermate verzorgde vormgeving, de vele kleurenafbeeldingen en de voortreffelijke sfeerfotografie van Marc Wauters verraden de populariserende intenties van deze publicatie. Maar eerder dan een consistent verhaal te bieden van ons rijke agrarische verleden en de culinaire waarde van oude erfgoedgroenten, verliest de tekst zich soms in de opsomming van getallen, percentages ? al of niet in tabellen ondergebracht ?, geografische en andere namen en gebeurtenissen. De auteurs, beiden verbonden aan het Centrum voor Agrarische Geschiedenis (CAG), verraden hiermee meermaals hun voorliefde voor de wetenschappelijkheid van kronieken. Het vergt een zeer gemotiveerde lezer om het boek van kaft tot kaft uit te lezen. Maar die vindt dan wel een schat aan historische gegevens. [Edward Vanhoutte]
Redactie Vlabin-VBC
In dit boek brengen Eddie Niesten en Yves Segers, verbonden aan het Centrum voor Agrarische Geschiedenis (CAG) van de Katholieke Universiteit Leuven, het erfgoed van de Vlaamse groente- en fruitteelt in kaart. Na een korte inleiding en een proloog over de periode van de middeleeuwen tot de 17e eeuw volgen hoofdstukken die de geschiedenis van de 18e eeuw tot nu schetsen, te beginnen bij de zgn. pomologen en peromanen, die zich bezighielden met de wetenschap van de fruitteelt. Verder gaat het o.m. over de oprichting van tuinbouwscholen en innovaties als kunstmest in de 19e eeuw, de opkomst van de conserven- en stroopindustrie aan het begin van de 20e eeuw, de beginnende agromarketing na de Tweede Wereldoorlog en de recente invloed van de Europese markt. Tussendoor krijg je algemene informatie op groene pagina's. Achteraan is er een bibliografie. De tekst verliest zich soms in opsommingen en getallen, maar bevat wel een schat aan historische gegevens. Mooie lay-out in tweekolommendruk en op glanzend papier, met veel kleurenafbeeldingen en voortreffelijke sfeerfoto's van Marc Wauters.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.