Wie was Anne Frank? : haar leven, het Achterhuis en haar dood : een korte biografie voor jong en oud
Hans Ulrich
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Goor, cop. 2007 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ULRI |
31/12/2007
Van God gegeven
De Pilgrims, 17e-eeuwse puriteinen die prat gingen op hun persoonlijke relatie met God en hun strikte levenswijze, zijn niet meteen een onderwerp waarover je als doorsnee (jonge) lezer zondermeer enthousiast wordt. En toch speelde Hans Ulrich het in zijn derde boek, De nieuwe wereld van Willam Tinker, klaar dat onderwerp in een vlotlezend, aantrekkelijk verhaal te gieten. Of de roman daarnaast ook een historisch accuraat én geloofwaardig beeld geeft van de godvrezende kolonisten en hun waarden en normen, blijft echter de vraag.
Omdat het streng protestantse gedachtegoed van de Pilgrims onvermijdelijk een ver-van-je-bed-show is voor Ulrichs doelpubliek, koos hij terecht voor een aantal hoofdpersonages waarmee (post)moderne lezers zich kunnen identificeren. Via die identificatie kunnen zij de lezer introduceren in een vreemde wereld waarin zij wél helemaal thuis zijn. De auteur zoomt binnen de grote, geschiedkundige context van een groep Engelse protestanten die via Leiden naar Amerika trekken, in op het persoonlijke verhaal van een elfjarige jongen, William Tinker. Zoals dat wel vaker het geval is voor kindprotagonisten uit historische jeugdromans heeft dat hoofdpersonage, in tegenstelling tot verschillende andere nevenpersonages, nooit bestaan. Die ingreep geeft Ulrich de kans jonge lezers via inleving in Williams avonturen inzicht te geven in een aantal complexe historische gebeurtenissen. Maar langs de andere kant kan hij hen via diezelfde weg ook duidelijk maken dat de wereld er, vooral op ideologisch vlak, destijds fundamenteel anders uitzag.
Het historische kader dat de auteur aan het begin van zijn roman schept, laat over dat laatste geen twijfel bestaan. Het is 1619 en we bevinden ons in Williams geboortestad Leiden waar de Engelse Pilgrims omwille van de Nederlandse godsdienstvrijheid een rustig leven kunnen leiden in dienst van God. De mogelijkheden die het register biedt voor het creëren van een 17e-eeuwse setting, benut Ulrich maar in beperkte mate; een aantal woorden, zoals "kakdoos", moeten daarbij volstaan. Dat we ons in een lang vervlogen tijd bevinden, spreekt vooral uit de talrijke uitspraken over een behoedende, maar vooral ook straffende God die binnen het dagelijkse leven als enige toetssteen lijkt te fungeren. Dat bv. zelfs over het slechte weer niet gemopperd mag worden, wordt er bij William letterlijk en figuurlijk ingeslagen: "'Het weer is van God gegeven,' had zijn vader gezegd en hij had William een klap in het gezicht gegeven."
Een prominent verhaalelement dat die tijdsgebonden, puriteinse opvattingen overstijgt, is de verliefdheid tussen William en Maayke, een Leids meisje dat als 'gewone' protestante niet zo veel op heeft met de beginselen van de Pilgrims. Een liefdesverhaal vormt binnen historische (jeugd)literatuur vaak de ultieme manier om lezers duidelijk te maken dat sommige menselijke emoties en ervaringen universeel en tijdloos zijn. Ook Ulrich maakt gretig gebruik van de gevoelens van de twee jongeren om bij hen de eerste zaden van twijfel over hun geloof te zaaien en hun opvattingen zo een stukje toegankelijker te maken voor de lezer. Zo denkt William: "Wat moest Maayke ook met hem, een arme Pilgrimszoon? [...] Opeens haatte hij de armoede thuis en al dat gepraat over God die dít niet goedvond en dát niet wilde." Een grotere rol dan die van herkenbaar verhaalelement lijkt de liefdesaffaire in het verhaal echter niet te moeten vervullen, waardoor de relatie tussen de jongeren verder nauwelijks uitgewerkt wordt. Wanneer Williams ouders in 1620 beslissen de overtocht naar Amerika te wagen om aan de kwalijke invloed van de 'verdwaalde' Leidenaars te ontsnappen, leggen beide tieners zich vrij snel bij die beslissing neer, wat de geloofwaardigheid van hun relatie niet ten goede komt.
Aanvankelijk vermijdt Ulrich handig de val van een te ver doorgedreven actualisering waarbij personages gecreëerd worden die in hun opvattingen zo sterk afwijken van de rest van hun tijdgenoten dat ze niet eens meer thuis lijken te horen in hun tijd. In het grootste deel van zijn roman doet hij zelfs het tegenovergestelde. William doet namelijk een aantal uitspraken die de doorsnee moderne lezer wel eens tegen de borst zouden kunnen stuiten. Wat zijn houding ten opzichte van de indianen betreft, is hij bv. een echt kind van zijn tijd: "Hoe kan je nou van indianen iets stelen? Dat waren toch geen mensen? Dat waren een soort dieren, gevaarlijke dieren zelfs. Daar moest je voor uitkijken. Stelen van indianen? Hij haalde zijn schouders op, wat een onzin."
Toch worden ook hier al een aantal ideologische beweegredenen van de auteur duidelijk. Die zullen hem op het einde van het boek wél aanzetten tot een te ver doorgedreven actualisering. Wanneer we enkele citaten tussen de lijntjes lezen, zien we hoe Ulrich de hypocritische voorbeeldigheid van de Pilgrims tracht te ontmaskeren. De puriteinen gebruiken hun God te pas en te onpas als een soort excuus voor hun anders onaanvaardbare gedragingen of gevoelens. Vooral de volwassenen ontziet de auteur op dat vlak niet. Maar ook bij William kunnen we lezen hoe hij zijn geloof misbruikt om zijn eigen gevoelens van jaloezie en haat te vergoelijken. Wanneer hij Maayke bv. ziet flirten met andere jongens, schaamt hij zich voor haar en denkt: "Pilgrimmeisjes zouden zoiets nooit doen. [...] Dat hoort gewoon niet.", terwijl het uiteraard zijn jaloezie en niet zijn godsvrucht is die hem zo fel doet reageren. Een stuk verder in het boek, wil hij op dezelfde manier een veel minder aanvaardbaar gevoel van pure haat goedpraten: "Wat goed van God, dacht William. Die John had hem overboord willen gooien en nu lag hij zelf in zee. Hij had zijn verdiende loon gekregen. De haaien zouden hem helemaal tot op het bot kaalvreten." Ulrich ontmaskert de schijnheiligheid van de volwassen personages op een veel minder verdekte manier. Wanneer iemand in de kolonie rebelleert, beweren de kolonisten al snel vanuit "het van God gegeven gezag" het recht te hebben die persoon te straffen. Moderne lezers zullen dit machtsmisbruik ongetwijfeld niet zomaar slikken terwijl het misbruik dat William van zijn geloof maakt veel minder vervreemdend werkt en identificatie dus minder in de weg staat.
Door de vermelde uitspraken en gebeurtenissen slaagt Ulrich er mooi in duidelijk te maken hoe zeer de puriteinse waarden en normen verschillen van de onze, zonder zijn persoonlijke, (post)moderne mening over dat gedachtegoed té dik op de verhaal te leggen. Spijtig genoeg lijkt hij, naarmate het verhaal vordert, een grotere ideologische stempel op de tekst te willen drukken. Daarom vindt hij het blijkbaar noodzakelijk Williams opvattingen (nog) nauwer te laten aansluiten bij die van de lezer om zo zijn moderne standpunt ten opzichte van racisme duidelijker uit de verf te laten komen. Op die manier wordt de historische werkelijkheid steeds meer een spiegel van de hedendaagse werkelijkheid met haar politiek correcte opvattingen over xenofobie. Zo gaat William steeds meer twijfelen "aan alle 'waarheden' van de Pilgrims" en wordt hij op een nogal stereotypische wijze bevriend met enkele indianen. Wanneer men tussen de lijntjes leest, wordt zelfs duidelijk dat enkele volwassen personages hun mening over de indianen herzien, hoewel zij daar uiteraard, in tegenstelling tot William, niet openlijk voor kunnen uitkomen. "'Squanto is mijn vriend.' Myles Standish keek hem scherp aan. 'Pilgrims kunnen geen vrienden van indianen zijn. Dat zijn ongelovige heidenen, geen christenen.' Maar toen sloeg hij zijn rechterarm om Williams schouder."
Terwijl de waarden en normen die eigen zijn aan het historische kader aanvankelijk nog een terechte plaats krijgen in het verhaal, resulteert Ulrichs te ver doorgedreven actualisering in een wat geforceerde werkelijkheid die een stuk minder authentiek aandoet. Wanneer lezers in de schoenen van historische personages stappen, krijgen die personages pas een zekere geloofwaardigheid wanneer hun schoenen bij de lezer af en toe wringen of knellen. Aan het einde van De nieuwe wereld van William Tinker passen Williams schoenen de lezer haast perfect. Zo verdwijnt samen met de geloofwaardigheid van het personage ook voor een stuk de geloofwaardigheid van het verhaal. Historische jeugdromans zijn onvermijdelijk ideologische media, maar de interpretatie die de auteur aan de historische werkelijkheid geeft, zou niet in de weg mogen staan van de historische authenticiteit, noch van de geloofwaardigheid van het verhaal. [Lien Fret]
Elma Draaisma
De ouders van de 11-jarige William Tinker zijn in het begin van de zeventiende eeuw van Engeland naar Nederland verhuisd. Zij waren door hun strenge protestantse geloof niet meer veilig in Engeland. In Nederland werd William geboren in Leiden. Hij heeft een oogje op Maayke Puyt, de dochter van de bakker. Williams ouders vinden de stad Leiden te werelds en besluiten te emigreren naar de 'nieuwe wereld', het latere Amerika. Over deze tocht op de Mayflower en de ontberingen die de Pilgrims moesten doorstaan, gaat dit onderhoudende boek. Heel veel historische feiten bewijzen het grondige onderzoek dat de auteur moet hebben verricht. De auteur (1939) is jarenlang leraar geschiedenis geweest aan het Stedelijk Gymnasium Leiden en heeft veel schoolboeken geschreven. In 2004 kwam zijn eerste jeugdboek uit: 'Paolo. Leonardo da Vinci's leerling'*. Korte hoofdstukken; brede marges en een ruime interlinie zorgen voor een overzichtelijke bladspiegel. Op de omslagillustratie staat William enigszins kinderlijk afgebeeld. Het verhaal over William en Maayke is somber, maar spannend en romantisch. Het schetst een goed beeld van die tijd. Vanaf ca. 10 jaar.
Gonda Lesaffer
ua/an/22 j
Leiden, 1619. De elfjarige William Tinker woont met zijn ouders en zijn broertje in Leiden. Tien jaar eerder moesten zij, strenge calvinisten, Engeland samen met andere families ontvluchten. William woont graag in de stad, want hij is een beetje verliefd op Maayke, de dochter van de bakker. Op een avond wordt het meisje aangerand door Pieter Volkertz, zogenaamd een vrome ouderling. Het leven wordt moeilijk voor de familie van Maayke. De Engelse puriteinen willen hun geloof zuiver houden. Daarom beslissen ze om samen in te schepen op de Mayflower. Vanuit Plymouth varen ze naar het noordwesten van Amerika. William maakt met zijn familie de overtocht mee. De helft van de pilgrimfathers overleeft het niet. Het leven is hard op de plantage. Toch houden ze stand. William, intussen wees, denkt nog vaak aan Maayke. Zou ze ooit de overtocht wagen en naar hem komen? Dit jeugdboek verhaalt de weinig bekende periode uit de geschiedenis van de Engelse puriteinen of calvinisten die voor de afreis naar Amerika in Holland verbleven. Het boek gaat ook over hypocrisie, vriendschap en volharding. Tijdens de jaarlijkse Thanksgiving herdenken de Noord-Amerikanen de lotgevallen van deze Pilgrims. Soms slordig en foutief taalgebruik, bv. ze spinde (p. 6).
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.