De onzichtbare maat : archeologie van goed en kwaad
Andreas Kinneging
Andreas Kinneging (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Het Spectrum, 2007 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 179 KINN |
31/12/2007
De vraag naar goed en kwaad dringt zich steeds weer onvermijdelijk op. Bij elke ernstige handeling of beslissing staat de mens voor de keuze tussen allerlei alternatieven die beter of slechter zijn. Sterker nog, de mens is zelf een mengeling van goed en kwaad. Maar wat is goed en wat is kwaad? Het antwoord op deze vraag is niet makkelijk. De (moraal)filosofie heeft deze twee aspecten doorheen de geschiedenis in het licht gesteld. Sommigen trachtten het kwaad weg te praten en de mens alleen als goed te zien, anderen legden de klemtoon op het kwaad en brachten soms zeer pessimistische beelden over de mens naar voren. Onder de redactie van de twee Leidse hoogleraren Andreas Kinneging en Rob Wiche wordt nu een reader uitgebracht van 17 uitgewerkte lezingen die in 2005 gehouden werden in het Studium Generale van de Universiteit van Leiden. Elke lezing behandelt de vraag naar de betekenis van het kwaad in de filosofische denkwereld van een specifieke filosoof.
Op basis van de gegevens van de redacteurs kan je de lezingen indelen volgens drie categorieën: de optimisten, de pessimisten en de gematigden. De optimisten zijn van mening dat het kwaad geen prominent onderdeel is van het menselijk bestaan. De pessimisten daarentegen beschouwen het kwaad als het dominante beginsel. De gematigden beweren ten slotte niet bij voorbaat dat het goede de overhand heeft op het kwade of omgekeerd. Bij elk van deze drie categorieën kan men bovendien nog een onderscheid maken tussen twee tendenzen: de principiëlen, die van geen marchanderen willen weten, en de rekenaars, die ervan uitgaan dat een zekere hoeveelheid kwaad soms nodig is om iets goeds tot stand te brengen.
De categorie van de principiële pessimisten gaat vooral terug op Augustinus (5e eeuw) en kwam sterk aan bod in het werk van Kierkegaard en Levinas. Als pessimistische rekenaars komen in deze bundel figuren als Machiavelli en Hobbes aan de orde. Als representanten van de principiële optimisten krijgen Spinoza, Rousseau en Nietzsche aandacht, terwijl als rekenaars in bij de optimisten Thomas van Aquino, Leibniz, Hume en Hegel beschouwd worden. Bij de gematigden komen alleen principiële figuren naar voren: Plato, Aristoteles, Cicero, Kant en Arendt.
Interessant in dit werk is dat we geconfronteerd worden met de vele gezichten van het kwaad. Enkele voorbeelden maken dit duidelijk: het kwaad wordt gezien als onheil in de wereld (Plato), als turbulenties van de geest (Cicero), of als nevengevolg van menselijk handelen (Thomas van Aquino). Verder gaat het over de menselijke hang naar het kwaad (Kant), het kwaad als moreel verzinsel (Nietzsche) en de banaliteit of het niet-denken als het kwaad (Arendt).
Elke lezing plaatst de visie van de filosoof in de context van de eigen tijd en tracht ook na te speuren welke invloeden het sterkst gewerkt hebben. Als filosofisch-historische selectie brengt deze reader uiteraard niet alle elementen van het kwaad aan bod, maar hij biedt toch voldoende spanning in het denkproces over de betekenis en de rol van het kwaad in het menselijk leven. Bovendien slagen de auteurs er over het algemeen goed in de actualiteitswaarde van de grote filosofische theorieën aan te duiden. Deze teksten zijn niet bedoeld voor vakgenoten, maar voor een breed, academisch geïnteresseerd publiek. Voor wie geïnteresseerd is voor verdere studie, is aan het einde van ieder hoofdstuk een korte bibliografie opgenomen met de interessantste literatuur. [Willy Deckers]
Wim Fiévez
Een bundel filosofische opstellen over het kwaad, eerder in de vorm van lezingen in 2005 voor de Studium Generale in Leiden gehouden. De selectie is historisch georiënteerd en tamelijk tradioneel. Oordelen over goed en kwaad zijn alomtegenwoordig en onvermijdeljk. Buitenmorele opvattingen van goed en kwaad moeten wijken voor morele. Wat het morele betreft, is het uitgangspunt van de bundel dat kwaad veel meer is dan afwezigheid van het goede. Het kwaad is een zelfstandige kracht. De gedachte dat de mens goed is, is door de harde werkelijkheid geloochenstraft. De samenstellers beweren dat het kwaad nooit uit de realiteit kan worden geëlimineerd. Gelukkig blijken de meeste opstellen uitdrukking van een veel genuanceerder standpunt. Het is een hele geruststelling te merken dat het moeilijk is om het kwaad te begrijpen als een kracht, onafhankelijk van het goede. Elk opstel eindigt met een literatuuropgave en/of eindnoten. Achterin het boek informatie over de auteurs.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.