Een altijd weer vernieuwd geluk : briefwisseling
Stijn Vanclooster
Stijn Vanclooster (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Pelckmans, 2006 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : * 851.6 GILL |
31/12/2007
In een brief, gedateerd 23 januari 1930, beloofde Emmanuel de Bom aan Maurice Gilliams dat hij diens verzenbundel De Flesch in zee ergens zou bespreken, "zoodra ik de gelegenheid vind." Onderaan de brief noteerde Gilliams nadien, op een wel heel kortaffe manier: "Natuurlijk heb ik er niets meer over gehoord." Pas op 28 september 1935, ruim vijf jaar later dus, zou Gilliams de correspondentie met De Bom weer opnemen, dit keer met het beleefd verzoek een opstel over Gust De Smet in 'Elseviers Maandblad' te plaatsen. De briefwisseling zou nadien niet meer stilvallen: in Gilliams' en De Boms nalatenschap werden 205 brieven, kaarten, briefkaarten en telegrammen teruggevonden die van 1930 tot de jaarwisseling 1951-'52 of 1952-'53 lopen. In het kader van zijn wetenschappelijk onderzoek heeft Stijn Vanclooster een leeseditie van deze briefwisseling bezorgd.
Brieven hebben steeds iets intiems over zich. Hier leer je, ruim een halve eeuw na de laatste brief die De Bom aan Gilliams richtte, veel over de mens achter de literatuur. Over Gilliams' desastreuze huwelijk met Gabriella Baelemans of over De Boms permanent zieke echtgenote Nora Aulit bv., maar ook over de manier waarop beide auteurs het drama van de Tweede Wereldoorlog hebben beleefd. En ook hoe beiden er totaal verschillende poëtica's op nahielden: via zijn brieven zoekt en definieert Gilliams zichzelf, net zoals zijn oeuvre zijn gecultiveerde zelfbeeld dient; tegenover deze radicale introspectie staat De Boms schrijven dat eerder op anderen is gericht. Het blijft intrigerend te zien hoe beide 'karakters' elkaar toch weten te vinden, zonder zich daarbij ook echt helemaal bloot te geven. In zijn brief van 24 december 1943, hier opgenomen onder het nummer 126, schrijft Gilliams over zijn autobiografische aantekeningen in zijn boek Man voor het venster dat het manuscript niet integraal is gedrukt, want 'de rest is nog veel erger'.
Stijn Vanclooster heeft de brieven waar nodig voorzien van beknopte, maar telkens verhelderende annotaties, die in nauwe samenhang met de brieven zelf een kwarteeuw sociale en culturele geschiedenis van Vlaanderen in kaart brengen. [Jooris Van Hulle]
Redactie Vlabin-VBC
Deze leeseditie van de briefwisseling tussen de Vlaamse schrijvers Maurice Gilliams en Emmanuel de Bom verschijnt als nr. 6 in de 'Studia Flandrica'-reeks en is het resultaat van een wetenschappelijk onderzoek van Stijn Vanclooster. De brieven lopen van 1930 tot begin jaren '50 en het valt telkens weer op hoe Gilliams en de Bom zich in elkaar weten te vinden, zonder dat ze zich helemaal blootgeven. De schrijvers hebben het o.m. over hun belevingen in de Tweede Wereldoorlog en hun totaal verschillende poëtica's, waarbij de radicale introspectie van Gilliams tegenover het eerder extraverte werk van De Bom staat. Om de leesbaarheid te vergroten is o.m. de spelling geüniformeerd en werden er een aantal redactionele aanvullingen opgenomen. De beknopte maar verhelderende noten onderaan de tekst brengen samen met de correspondentie zelf ten slotte ook een kwarteeuw sociale en culturele geschiedenis van Vlaanderen in kaart. Het boek sluit af met de stambomen en bibliografieën van de schrijvers, een overzicht van de geraadpleegde literatuur en een register met namen en trefwoorden.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.