Silas en de wolf
Selma Noort
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Zwijsen, 2007 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : EERSTE LEZERS : AVI 4 |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Zwijsen, 2007 |
JEUGD : VERHALEN GEEL-GROEN (6-7 J.) : AVI 4 |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Zwijsen, 2007 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : NOOR |
31/12/2008
leesmateriaal voor kleuters
Kinderen aan wie thuis en in de kleuterschool veel wordt voorgelezen, ontwikkelen spontaan een interesse voor letters en woorden. Ze ontdekken snel dat woorden niet alleen een betekenis hebben, maar ook een vorm en ze raken gefascineerd door het zelf leren ontcijferen van eenvoudige woorden. Op deze prille lezertjes mikt de serie 'Kleuters samenleesboek' van uitgeverij Zwijsen. De verhalen verschenen eerder in 1997 in de serie 'Schatgravertjes'. De vierkante boekjes hebben een stevig kaft met een speelse, uitnodigende tekening. De rechterpagina's zijn bedoeld voor de kleuter die graag woordjes leert lezen. Op de linkerpagina's staan een plaatje en een blokje tekst die door een ervaren lezer wordt voorgelezen. De verhalen die Maria van Eeden in deze heruitgaven brengt, zijn grappig en hebben meestal een verrassende ontknoping. Al spelend leren de kinderen een aantal eenvoudige éénlettergrepige woorden en hun letters herkennen. Dit is leuk en stimulerend materiaal om thuis en in de derde kleuterklas aan de beginnende geletterdheid van kleuters te werken.
Leesmateriaal voor kinderen die leren lezen
Gedurende een vrij lange periode die van kind tot kind varieert, zijn de kinderen in het eerste leerjaar bezig met het leren decoderen van woorden via een systematisch opgebouwde leesmethode. Eens in de fase van het zelfstandig kunnen lezen van nieuwe woorden krijgen ze leestechnisch gemakkelijk leesmateriaal als oefenstof voorgeschoteld. Bij de methode Veilig Leren Lezen van uitgeverij Zwijsen horen een aantal leesseries die nauw aansluiten bij opeenvolgende etappes in het verwerven van de leestechniek. Deze series bieden ook aanvullende leesstof bij andere leesmethodes.
De boekjes in de serie 'Maan roos vis: zo leuk is lezen' hebben niveau AVI 1 en kunnen na een viertal maanden door de gemiddelde eersteklasser zelfstandig worden gelezen. De verhaaltjes bestaan uit korte zinnen, één zin per regel, met eenlettergrepige woorden. De auteurs van dergelijke teksten zitten dus in een strak technisch keurslijf, waardoor het leesbegrip wel eens wordt belemmerd. In een samengestelde zin wordt de betekenis immers duidelijker door het voegwoord. Een zin zoals: "het regent, dus ga ik niet te voet", kan vanwege zijn lengte niet in een AVI 1-tekst. Om binnen AVI 1 te blijven wordt deze zin gesplitst in twee zinnen: het regent. ik ga niet te voet. De relatie ertussen moet de lezer zelf leggen. Vandaar dat heel wat teksten in AVI 1 het leesbegrip eerder verhinderen dan bevorderen. Om een AVI-1-tekst te kunnen begrijpen heb je immers veel contextinformatie nodig, want in de tekst zelf kunnen maar een beperkt aantal mededelingen worden gedaan. Juist voor zwakke lezers is dat een moeilijk punt.
Dit is ook duidelijk het geval in de twee boekjes van deze leesserie. De titel juf is in luf kan voor enige verwarring zorgen. Wat betekent "luf"? Uit de context kan je afleiden dat juf jet verliefd (in love) is op de meester, die ? wegens leestechnische regels van AVI 1 ? "mees koen" wordt genoemd. "Maak een tekening bij het verhaal", wordt om dezelfde reden: "maak maar wat ik lees". Een blad papier wordt "een vel". In mees kaas maakt lol wordt de fluitspelende juf beschreven als: "juf pon pakt vaak haar fluit". Als meester Koen het ook eens wil proberen, staat er: "mees kaas pakt de fluit van haar aan. en dan hapt hij in de fluit".
Strips voor beginnende lezers
In de reeks 'Strips voor beginnende lezers' verschenen twee boeken op AVI 3-niveau en twee op AVI 4-niveau. Bij AVI 3 kunnen korte zinnen betekenisvol worden afgebroken en doorlopen op de volgende regel. De nieuwe zin begint nog wel op een nieuwe regel. Er verschijnen drie - en meerlettergrepige woorden zonder spellingsmoeilijkheden. Bij AVI 4 kunnen zinnen betekenisvol worden afgebroken en doorlopen op de volgende regel. Een gesproken zin begint nog steeds op een nieuwe regel. Alle types drie- en meerlettergrepige woorden komen aan bod en ook leenwoorden zonder lastige, afwijkende teken-klankcombinaties: portemonnee, diskette.
Ridder Jesse ( AVI 3) is een grappig verhaal over een jongetje dat alleen naar school wil fietsen. Mama vertrouwt het nog niet en ze volgt hem stiekem op de eigen fiets. Niet Jesse, maar mama blijkt niet goed uit te kijken! De droomfant (AVI 4) is niet echt een stripverhaal. De tekeningen lopen vaak over een volledige bladzijde, waarbij de personages op de tekening een tekstballon krijgen. Door de vele zijsprongen en de afwisseling tussen realiteit en droom is de verhaallijn soms zoek. Een olifant wordt om leestechnische redenen ook weer een "fant".
Grappig en volgens mijn kleinkinderen van 6 en 7 jaar het mooiste stripboek is Een verhaal met een st@@rt. Het is een echt stripboek met een vijftal plaatjes en sprekende tekstballonnen per bladzijde. Tim bezoekt de dierentuin. Er is een nieuw aapje geboren. Dat blijkt een ondernemend diertje, want het trekt weg uit het dierenpark en komt zelfs in de school van Tim terecht, waar hij vooral in de gymles een uitmuntende leerling blijkt.
Ook Het nieuwe meisje is een knap verhaal over een nieuw kind in de klas. Mara woont bij het circus en ze kan allerlei kunstjes. Qua tekenstijl en tekstballonnen benadert dit boek perfect de kenmerken van een stripverhaal. Stripboeken uitgeven voor beginnende lezers vind ik een toe te juichen initiatief. In stripboeken kunnen de tekeningen immers veel verduidelijken van wat omwille van leestechnische beperkingen niet in de tekst kan. De dialogen klinken ook spontaner en natuurlijker dan vele verhalen met AVI 3- en 4-niveau.
Ik lees!
In de reeks 'Ik lees!' verschenen zes boeken op AVI 4-niveau. De auteurs van deze teksten krijgen al wat meer vrijheid qua keuze van woordenschat en zinsbouw. In deze fase van het aanvankelijk lezen komt het eropaan dat kinderen geboeid raken om verhalen zelfstandig te lezen. Bij series in AVI 4-niveau moeten de jonge lezers dus kansen krijgen om eigen leesvoorkeuren te ontdekken. De boeken in 'Ik lees!' bieden deze keuzemogelijkheid. Jonge lezers maken kennis met diverse genres: een dierenverhaal met Het monsterfeest; twee fantasieverhalen: Leve de nieuwe koning, over muizen die een kat als hun koning kiezen, en Nacht, stikdonkere nacht, een grappig verhaal over 14 piepkleine rovers, met knappe illustraties van Riske Lemmens. Verder ook een volksverhaal: Dansen op een koord, over de fratsen van Tijl Uilenspiegel, en Spoorzoeker, een realistisch verhaal dat kinderen laat dromen over sneeuwpret. Ik merkte bij mijn kleinkinderen dat ze vooral op de titel en de inhoudsbeschrijving achteraan op de cover afgaan om spontaan naar een boek te grijpen. Al zei Aaron (7 jaar) "Eigenlijk weet je pas of het verhaal spannend is als je het helemaal gelezen hebt. Nu zie je enkel de buitenkant." De boekjes in deze serie zien er uitnodigend uit en het tekstje op de cover eindigt telkens met een uitnodigende vraag die jonge lezers aanzet om het antwoord in het boek te vinden. Mijn kleinkinderen kozen unaniem voor Het monsterfeest, een verhaal over monsters die Ilse een onvergetelijke verjaardag bezorgen. De tekening op de cover : twee enge monsters die een doodsbang kind blijkbaar bedreigen, vonden ze super. Ook de tekeningen van Hugo van Look werden geapprecieerd. Dat Ilse met haar druk bezette ouders eigenlijk een eenzaam kind is en dat de monsters in haar fantasiewereld leven, ontdekten ze pas na lectuur. Zevenjarigen kunnen moeiteloos onderscheid maken tussen feit en fictie.
Nacht, stikdonkere nacht is een heerlijk verhaal dat zich uitstekend leent tot gebruik in de tweede klas. Men kan de kinderen om beurt het relaas van één rover laten lezen. Na de zevende rover lezen en/of zingen ze allemaal samen het hoofdstukje 'pauze' en daarna komen de zeven volgende rovertjes met hun verhaal.
In Leve de nieuwe koning! moeten jonge lezertjes heel wat hindernissen overwinnen: woorden zoals 'lakei', 'diverse maten', 'stamboom' horen niet tot de gebruikelijke woordenschat van zevenjarigen. Het verhaal is niet rechtlijnig en af en toe langdradig. Gelukkig bieden de illustraties van Annette Fienieg de nodige ondersteuning..
De Nederlandse uitgeverij Maretak geeft een aantal leesseries uit voor kinderen van 6-12 jaar waarbij leesplezier en leesbeleving centraal staan. De serie Giraf is bedoeld voor kinderen van het tweede leerjaar (groep 4 in Nederland). Ze omvat vier series van elk zes boeken. De boeken, gebonden met harde kaft, zijn helemaal in kleur uitgevoerd. De uitgever vermeldt op elk boek de Leeslat en binnenin wordt verwezen naar de nieuwe AVI-niveaus. De boeken bevatten veel tekst en een beperkt aantal illustraties, die doorgans prima de tekst ondersteunen en verduidelijken.
De serie bevat vijf realistische verhalen over allerlei spannende of avontuurlijke belevenissen van zevenjarigen, zoals leren ijsschaatsen in Twee vrienden op het ijs, een nieuwe jongen in de klas in Een duik in de bladerzee en een pestprobleem in Boeven en rode hartjes. In vorige 'Giraf'-boeken verschenen reeds twee dierenverhalen over Haas en Pad. In Haas en Pad en de wedstrijd wil Haas de fietswedstrijd in het bos winnen. In dit boek is de taal vrij moeilijk. Uitdrukkingen zoals "ze schrikken zich een hoedje", "in de maling nemen", "wezenloos" kunnen het leesbegrip bij taalzwakke of anderstalige kinderen verhinderen.
Ook bij deze reeks kozen mijn kleinkinderen op basis van de titel en de sprekende tekening op de cover. Stiekem in een hoekje, een verhaal over een verdrietige opa en een hond, en De vlieger van Loete, over een jongetje dat een weggelopen meisje vindt, werden eerst gekozen.
Johanna Kruit hanteert in dit boek een mooie én, voor de doelgroep, heel toegankelijke taal. Ook Een duik in de bladerzee van Peter Vervloed is een stilistisch mooi verhaal. Beide auteurs slagen erin om leestechnisch heel eenvoudige teksten toch mooi en vlot te laten klinken.
Blijven voorlezen
Leestechnisch sluiten al deze series naadloos aan bij wat kinderen in een bepaalde fase van het leesproces kunnen decoderen. Qua woordenschat, zinsbouw en verhaalstructuur kunnen zesjarigen echter receptief veel moeilijker teksten aan. Daarom blijven prentenboeken en voorleesverhalen in het eerste en tweede leerjaar een noodzakelijke aanvulling bij teksten op AVI 1, 2, 3 en 4, die dienen als oefenstof bij het leren lezen. Een boekenhoek met prentenboeken en cassettes waarop kinderen een verhaal kunnen beluisteren terwijl ze meekijken in het prentenboek zijn in de eerste en tweede klas noodzakelijk om de beginnende geletterdheid van de kinderen verder te stimuleren. In de meeste klassen van het eerste leerjaar beschikt men over een boekenhoek en kunnen de kinderen tijdens een 'kiesuurtje' of bij hoekenwerk vrij in boeken kijken. Voorlezen uit prentenboeken en er samen met de kinderen over praten zou een vaste rubriek moeten zijn in het lessenrooster. Het is beslist geen tijdverlies, want het zal ook het leestechnisch lezen van de kinderen in positieve zin beïnvloeden.
"Een serie voor kinderen van 7 en 8 jaar die snel vorderen met lezen", zo omschrijft de uitgever de vernieuwde serie 'Bolleboos extra'. De serie telt acht nieuwe titels. Alle boeken hebben een uitnodigende illustratie op de cover. De hoofdstukken tellen twee à drie bladzijden en één zwart-wittekening. Dé topper in de reeks bleek bij mijn kleinkinderen en hun vriendjes: Honden in de nesten van Dirk Nielandt. Het is een knap verhaal over proeven op dieren en hoe een dapper meisje hier een stokje voorsteekt. Ook Hij ligt nog in die vrachtwagen van Selma Noort kon op bijval rekenen. In dit verhaal hebben Lars en Lena elkaar ontmoet op de camping. Toevallig ontmoeten ze elkaar weer wanneer ze hun vaders vergezellen in hun vrachtwagens. Sommige uitdrukkingen klinken nogal Hollands met woorden zoals "sinas", "balen", "onwijs dorst hebben", "mafkees"...Vinden ze ons dan niet schattig? verwijst ook al naar Koninginnedag, al zullen ook Vlaamse kinderen zich herkennen in het rommelmarktgebeuren. China in zicht! en Rumoerige nachten zijn twee pretentieloze avonturenverhalen. Meester Moppermans is een flauw en langdradig verhaal over een onderwijzer die plots verandert van een vrolijke grappenmaker in een mopperaar. Wie al eens een bezoekje bracht aan de Efteling zal met plezier allerlei sprookjesfiguren herkennen in Oude, trouwe Lobbes, een dierenverhaal waarin poes Lobbes terechtkomt in het sprookjesdorp. Het meisje in de maan van Peter Vervloed is een mooi, maar iets minder toegankelijk verhaal omdat realiteit en fantasie met elkaar verweven worden en de gebeurtenissen zich afspelen in een vreemde wereld.
In deze reeks worden zowel de oude (van AVI 5 tot AVI 9) als de nieuwe AVI- niveaus (van AVI E 4 tot AVI E 7) op de cover van de boeken vermeld. Voor kinderen die snel vorderen met lezen zijn de meeste boeken die ze leestechnisch al aankunnen, inhoudelijk nog te moeilijk. Een initiatief zoals de 'Bolleboos'-serie, met boeken waarvan de inhoud beter aansluit bij hun interesses en bevattingsvermogen, lijkt me een goed initiatief. Maar bollebozen in het lezen zijn doorgaans ook erg kritisch wat het aangeboden leesvoer betreft. Verhalen voor deze vlotte lezertjes moeten dan ook vér boven de middelmaat uitsteken. Gewoon 'goed' volstaat niet en nét dat tikkeltje méér ontbreekt bij de meeste verhalen in deze reeks. [Anita Wuestenberg]
Drs. M.L. de Jager
Wies komt bij Mare logeren. Er is sneeuw gevallen. Eerst willen ze eigenlijk niet, maar uiteindelijk gaan ze avontuurlijk sporen volgen. Dan begint het weer te sneeuwen. In vijf hoofdstukken wordt een rustig verhaal verteld met oog voor details van de beleving van kinderen. Hoofdpersoon Mare is bekend uit eerdere verhalen van de auteur over het gezin met haar ouders en haar broers Geerten en Sil (omnibus 'Drakensnot met tumtummetjes'*). Het verhaal wordt regelmatig ondersteund door kleurenafbeeldingen in winterse tinten. De afbeeldingen staan soms los onder de tekst. Soms is de tekst in de tekening gedrukt wat de leesbaarheid vermindert. De lengte van de zinnen en het taalgebruik zijn afgestemd op het niveau van de gevorderde beginnend lezer. Het verhaal is eenvoudig en weinig sprankelend of creatief. Toch zal het door de details en de duidelijke aansluiting met de beleving van kinderen aanspreken bij lezers met AVI-niveau 4. Eerder verschenen in Leesleeuw 2004. Vanaf ca. 7 jaar.
Tanja Maes
ua/an/22 j
Al meer dan 150 jaar is Zwijsen actief op vlak van leesonderwijs. Ze hebben niet alleen leesmethodes, maar ook een uitgebreid aanbod van werkboekjes, spelletjes, cd-roms, websites en uiteraard een zeer gevarieerd aantal reeksen. De serie ‘Ik lees’ richt zich op beginnende lezers. Na vier maanden leesonderwijs zijn ze in staat om deze aantrekkelijke boekjes te lezen. Het AVI-niveau varieert van 1 tot en met 4. De boekjes zijn zoals gewoonlijk zeer aanlokkelijk en ze sluiten zeer goed aan bij de belevingswereld van de kinderen. Als Mare wakker wordt kan ze haar geluk niet op: het heeft gesneeuwd. Alles is bedekt onder een enorm sneeuwtapijt. Vandaag komt ook haar vriendinnetje Wies logeren. Ze halen de slee tevoorschijn, houden een sneeuwballengevecht en genieten met volle teugen. Als ze wat gaan wandelen, zien ze dat ze sporen maken in de sneeuw. Ze gaan op zoek en vinden algauw nog meer sporen: een vogel, een poes, een hond, … Mare en Wies wanen zich al gauw echte spoorzoekers en volgen het spoor van een poes. Dat gaat eerst over de stoep, dan over de straat, langs tuintjes, onder een boom door, naar een bruggetje en dan … de polder in. Eigenlijk mag Mare zo ver niet gaan, maar als echte spoorzoekers kunnen ze niet anders dan hun opdracht volbrengen. Ondertussen steekt de wind op en begint het weer te sneeuwen. Mare en Wies krijgen het koud, maar willen niet opgeven. Ze besluiten hun spoor terug naar huis te volgen. Maar het spoor is weg door de verse sneeuw. De meisjes zijn moe en geven het op. Ze hebben het te koud. Klappertandend gaan ze zitten, denkend aan een warm drankje en lekkere koekjes er bij … Gelukkig zijn mama, papa en de broers van Mare al op zoek. De kinderen worden vlug gevonden, krijgen een warm bad en heerlijke chocomelk met appeltaart. Dit boekje is qua sfeer erg herkenbaar voor kinderen en voor volwassenen heeft het iets ontroerends. De fantasiespelletjes waarin kinderen zo kunnen opgaan en waar ze zich aan vastklampen in moeilijke situaties zijn heel goed weergegeven. De wazige, zachte illustraties in de bekende stijl van Harmen van Straaten passen perfect bij het verhaal.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.