Offerkind
Rob Ruggenberg
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2007 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : AVONTUUR : VERHALEN : RUGG |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2007 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : RUGG |
31/12/2007
Slavenhaler is, na Het verraad van Waterdunen (De Leeswelp 2006, p. 140) over de Tachtigjarige oorlog tegen Spanje, Rob Ruggenbergs tweede historische jeugdroman. Ook dit keer belicht hij weer een in de kinder-en jeugdliteratuur vrijwel onaangeroerd onderwerp, dat van het aandeel van de Nederlanders in de slavenhandel en het in stand houden van de slavernij. In de roman blijkt al snel dat Ruggenberg er niet op uit is de lezers een kant en klare, eenduidige visie op dat aandeel voor te schotelen. Hij belicht op een vindingrijke manier de 17e-eeuwse Nederlandse slavenhandel vanuit twee standpunten: dat van de blanke scheepsjongen Tyn, en dat van zijn halfzusje Obaa, een halfbloed meisje dat zijn vader heeft verwekt bij een slavin en de enige familie die hem nog rest. De naïeve Tyn hoopt aan boord van een slavenschip op het Afrikaanse continent zijn zusje terug te vinden en samen met haar een nieuw leven te beginnen. Obaa leidt omwille van haar bruine huidskleur ondertussen een ellendig bestaan bij de zwarte stam waar haar vader haar moederloos achterliet en is zich veel bewuster van de niet zo rooskleurige realiteit. Wanneer ze betrapt wordt op het stelen van heilige stenen, wordt ze als mensenoffer afgevoerd naar een tovenaarsdorp. Ze weet te ontsnappen maar valt ten slotte toch ten prooi aan slavenhandelaars.
Na een opeenstapeling van onwaarschijnlijke toevalligheden komt Obaa uiteindelijk als slavin terecht op Tyns schip, dat de slaven naar de Nederlandse kolonie in Brazilië voert. Dat de twee elkaar in de Afrikaanse uitgestrektheid toch op miraculeuze wijze vinden, doet de lezer haast geloven in Tyns beeld van de Slavenkust als één groot dorp. Niet alleen de omstandigheden van hun ontmoeting zijn ongeloofwaardig, Ruggenberg zadelt zijn mannelijke hoofdpersonage ook op met een aantal ongeloofwaardige motieven voor zijn gedrag, wat het voor de lezer moeilijk maakt zich met hem te identificeren. Hoewel de auteur de illusie wekt aan de hand van Tyn ook de blanke kant van de slavenhandel te belichten, geeft hij de lezer enkel de kans zich in te leven in Obaas' zwarte kant. Haar personage is op psychologisch vlak nl. een stuk beter uitgewerkt dan dat van haar halfbroer, waardoor haar gevoelens en gedrag toegankelijker zijn voor de lezer.
Wanneer Tyn zijn halfzusje aanvankelijk niet kan vinden, is hij er bv. van overtuigd dat "het vieze kroesvee" (zoals de Afrikanen genoemd worden) Obaa vermoord heeft. Hoewel hij het meisje niet eens kent, is dat voor hem reden genoeg om de slaven als vuil te behandelen. Aanvankelijk heeft hij nog ethische bezwaren tegen het brandmerken van de zwarten, maar alles went; even later lijkt Tyn even gewetenloos als de rest van de matrozen, wanneer hij een slavin een klap in het gezicht geeft en gevoelloos toekijkt wanneer datzelfde meisje verdrinkt.
Ruggenberg lijkt die gewenning aan de gruwelijke praktijken aan te voeren als een soort verklaring voor het immorele gedrag van de slavenhandelaars. De meeste slavenhalers, waaronder ook Tyn, lijken geen last te hebben van gewetenswroeging omdat ze niet anders gewend zijn. Omdat Tyn de lezers waarschijnlijk eerder vervreemdt dan hen zijn standpunt laat begrijpen, lijkt Ruggenberg het nodig te vinden op andere manieren het gedrag van de Nederlanders toch nog enigszins begrijpelijk te maken. Zo ziet hij het aan het einde van de roman blijkbaar als zijn plicht om nog eens te benadrukken dat niet alle 'witten' duivels zijn. Tyn en Obaa zijn in Brazilië, na een veroordeling voor moord, op het nippertje kunnen ontsnappen uit de gevangenis maar worden op de hielen gezeten door Nederlandse soldaten. Net wanneer de twee kinderen op het punt staan een schuilstad voor gevluchte slaven te bereiken, richten twee soldaten hun musketten op hen. Beseffend dat ze niet tegenover moordenaars maar tegenover twee bange kinderen staan, laten ze hun geweren echter zakken. Opnieuw trekt Ruggenberg de 'gewenning'-kaart: "Het waren jonge soldaten, ze waren nog niet lang in Brazilië", alsof de gewetenloosheid van de andere kolonialen uiteindelijk ook hen wel zou 'besmetten'.
Ruggenberg slaagt er bijzonder goed in de illusie te wekken dat lezers zelf, op basis van verschillende invalshoeken, een mening kunnen vormen over de slavernij en het aandeel van de Nederlanders in de slavenhandel. In werkelijkheid stuurt hij, aan de hand van de vermelde ingrepen, die mening in grote mate. Slavenhaler is een knap staaltje vlotlezend proza, maar aandachtige lezers zullen merken dat de auteur wat te erg zijn best doet om hen zijn mening op te dringen. [Lien Fret]
J.H.J.B. Boelens
Na de dood van zijn vader monstert Tyn aan op een driemaster richting Slavenkust, waar hij zijn halfzus Obaa, door zijn vader verwekt bij een Afrikaanse slavin, hoopt te vinden. Obaa is echter vanwege het stelen van heilige stenen uit het dorp verjaagd. Tweede historisch kinderboek van de schrijver, gebaseerd op feiten, zich afspelend in Afrika en Brazilië in 1637 en 1638 ten tijde van de overheersing door de West-Indische Compagnie. Meesterlijk verteld, goed gedocumenteerd en tot het eind toe spannend avonturenverhaal, waarin gedetailleerde beschrijvingen van gruweldaden en onsmakelijkheden niet worden geschuwd. Wisselend perspectief vanuit de twee hoofdpersonen. Duidelijke karaktertekening. Met proloog, epiloog, verantwoording, verklarende woordenlijst en getekende landkaart op de schutbladen. Het debuut van de auteur, 'Het verraad van Waterdunen'*, werd genomineerd voor de Thea Beckman Prijs. Een meeslepend en schrijnend verhaal over een zoektocht naar vriendschap en vrijheid ten tijde van onderdrukking en slavernij (www.slavenhaler.nl). Vanaf ca. 12 jaar.
Lieve Raymaekers
ua/an/22 j
Wanneer Tyns vader overlijdt, ontdekt de wees het bestaan van zijn halfzus Obaa, door zijn vader verwekt bij een Afrikaanse slavin. In het voetspoor van zijn vader monstert hij aan op een schip naar de Afrikaanse Slavenkust. Obaa is intussen verdreven uit haar dorp omwille van haar vermeende magische krachten, en op weg om geofferd te worden. Tot ze in handen van slavenhandelaars valt ... Deze bijzonder meeslepende historische roman vertrekt vanuit een zeer zwarte bladzijde uit de geschiedenis. Uit het dankwoord blijkt dat Rob Ruggenberg zich geen moeite gespaard heeft om zich te documenteren en in te leven in de materie. De site slavenhaler.nl geeft overigens nog een boel bijkomende informatie over het onderwerp, aantrekkelijk gestructureerd en heel helder geschreven. Stof genoeg voor een spreekbeurt of project. Maar gelukkig is deze roman niet alleen historisch correct en rijk gestoffeerd. De schrijfstijl van de auteur is van een dergelijk niveau dat hij erin slaagt je mee te zuigen in een leefwereld die ver af ligt van de onze. Daarbij gaat hij de confrontatie niet uit de weg. De verhalenlijnen van de twee hoofdpersonages laten immers toe die afschuwelijke praktijk van slavenhandel vanuit de twee standpunten te zien. En dat is bijzonder boeiend. En wanneer de twee hoofdfiguren elkaar dan toch vinden, herkennen en erkennen, en uiteindelijk samen vluchten naar het historische paradijs voor gevluchte slaven, hou je als lezer echt wel je adem in.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.