Solenoïde
Mircea Cǎrtǎrescu
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1255 |
31/12/2008
Toen Roemenië op 1 januari 2007 toetrad tot de Europese Unie, kwam er een einde aan de isolatie waarin het land terecht was gekomen. Van alle vroegere Oostbloklanden was de Roemeense literatuur bij ons het minst gekend. Er was wat dissidentenproza van Paul Goma, het mysterieuze, weinig coherente boek Blinde vensters van Alexandre Vona, en Jan Willem Bos introduceerde de surrealistische Urmuz, de vader van de Roemeense avant-garde, en een bundel verhalen van Ana Blandiana, verklaard tegenstandster van het regime. Verder verschenen er ook nog een paar goede autobiografische romans. Roemeense literatuur staat nog steeds niet echt in de belangstelling, en is dus terra incognita. Een van de redenen is allicht het ontbreken van goede vertalers, al glimt er nu enig licht aan de horizon.
Roemenië was ook lange tijd een wat achtergebleven land. Tot nu toe worden er eeuwenoude tradities in stand gehouden. Prozaschrijvers, dichters en componisten verdiepten zich van in de 19e eeuw in de taal en de muziek van het platteland. Veel onder hen konden hun werk kwijt via een beweging als Junimea ('Jeugd', 1863), die ? hoe tegensprekelijk ook ? met gefundeerde kritiek kwam op de verwesterde liberalen. In die traditie werd krachtig voortgewerkt. Dat leverde in de jaren '20 en '30 van de vorige eeuw klassieke werken op die het wel tot een Franse of Engelse vertaling brachten, maar nooit echt een markt veroverden in het buitenland. Tevens duikt er een experimentele literatuur op. Een van de grootste 20e-eeuwse toneelschrijvers, Eugen Ionescu, raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog ingesloten in Parijs, waar hij zich Eugène Ionesco liet noemen, en de grondlegger werd van het absurde theater als reactie tegen het ideologisch conformisme. Het communistische tijdperk in Roemenië (1947-1989) leverde het klassieke oostblokfenomeen op: vaak boekten net die auteurs succes die zich dicht tegen het ontoelaatbare aan konden schurken en de lezers tussen de regels leerden lezen. Ana Blandiana is daar een goed voorbeeld van. Ze groeide uit tot een apert tegenstander van het regime, ging zich na de val ervan met politiek inlaten en eiste de openstelling van de geheime archieven.
Uit die rijke Roemeense literatuur heeft Jan Willem Bos onder de titel Moderne Roemeense verhalen een mooi uitgegeven selectie gemaakt, die hij zelf persoonlijk, subjectief en tijdsgebonden noemt. Volledigheid streeft hij dus niet na, maar de veeleisende lezer zal na lectuur van deze 14 verhalen alleszins wel stof tot nadenken hebben.
De bundel opent met een klassieke naam: Ion Luca Caragiale. (1852-1912) De man kwam uit Walachije en geldt als een meester van het kortverhaal en een van Roemeniës grootste toneelschrijvers (zijn standbeeld staat in Boekarest voor het Nationaal Theater, waar hij ten andere een tijdje directeur van was). Hij was ook een van de leiders van Junimea, waarin ook grote namen als Mihai Eminescu zaten. Hij was berucht voor zijn ironische beschrijvingen van de corruptie, de absurditeit en de brallerigheid van de samenleving van zijn tijd. Zijn impulsiviteit leverde hem heel wat aanvallen op van tegenstanders, waardoor hij zich gedwongen zag te emigreren naar Berlijn. Caragiale is beroemd om acht toneelstukken, waaronder het komische meesterwerk 'De verloren brief', een cynische beschrijving van een verkiezingsfraude. Zijn thema's waren bijna een eeuw later nog een doorn in het oog van Ceausescu, waardoor zijn werk in de communistische tijd zelden kon worden opgevoerd.
Caragiale was zonder twijfel de eerste om de levende Roemeense taal en denkwijze weer te geven. "Weinigen kennen het Roemeens als ik", zo luidt een uitspraak van de schrijver. Het ik-verhaal dat hier opgenomen werd, 'De herberg van Mânjoala' is een lief verhaal, waarin de mooie eigenares een pas aangekomen reiziger zo verwent dat hij node vertrekt, de sneeuwstorm in. Hij wordt op een magische manier terug naar de herberg gedreven, waar zijn schoonvader hem met geweld moet uitsleuren. Veel later zal hij vernemen dat de herberg verwoest is in een brand. Het slot van het verhaal is er een beetje aangebreid.
Het tweede verhaal is, zoals de plattelandsauteur Ion Creanga (1837-1889) het zelf noemt, "een lulverhaal". De auteur is een van de klassieken van de Roemeense letteren, schepper van sluwe, soms naïeve boeren uit het rurale Midden-Moldavië, die generaties kinderen vermaakten. Het 'Verhaal der verhalen', over een boer die omwille van zijn brutale bek tegen Christus zijn hele maïsoogst in lulkolven ziet veranderen, waar hij dan een winstgevend handeltje mee opzet, is thematisch zo oud als de straat en komt ook voor in de Russische verzameling van Afanasiev. De farce is rad verteld, maar het blijft niettemin een scabreus verhaal dat Creanga niet helemaal lijkt te liggen.
Mateiu Ion Caragiale (1885-1936) is een buitenechtelijke zoon van I.L. Caragiale. Met zijn vader verbleef hij lang in Berlijn, waar hij opgroeide in "een obsessie voor aristocratie, heraldiek en geschiedenis". Veel heeft hij niet geschreven, maar zijn korte roman Schelmen van het Oude Hof werd nog in 2001 door ruim honderd Roemeense literaire critici gekozen tot de beste Roemeense roman van de 20e eeuw. In 'Remember', een verhaal uit 1914, vertelt hij hoe hij zeven jaar eerder in Berlijn gefascineerd werd door een excentrieke Engelse jongeman, met wie hij geleidelijkaan een erg delicate, niet opdringerige vriendschap aanknoopt waarin veel vragen onbeantwoord blijven. Tot de mooie jongen op een avond vermoord wordt. De achtergrond van die moord wil de ik-verteller niet kennen. Als zeven jaar later een kroegkennis hem het hele verhaal met zijn verbijsterende einde wil vertellen, zal hij de man het zwijgen opleggen. Het verhaal en het avontuur zouden hierdoor hun charme verliezen. Mooi, erg sensueel proza.
Met 'Het geheim van dokter Honigberger' van Mircea Eliade (1907-1986) komt opnieuw een van de grootste Roemeense schrijvers aan het woord. Eliade is een wereldbefaamd godsdiensthistoricus, die ook fantasy schreef. In zijn jonge jaren verbleef hij vier jaar in India, waar hij vooral Sanskriet studeerde en aandacht had voor het sjamanisme, yoga en kosmologische mythen, een voor die tijd typisch zoeken naar nieuwe inspiratiebronnen. Zijn boek over Het heilige en het profane is tot op heden zeer invloedrijk, vooral dan door zijn theorie over de eeuwige terugkeer, die de begrippen 'geschiedenis' en 'tijd' exploreert. Eliade laat daarbij zien hoe die begrippen door gelovigen of ongelovigen op een verschillende wijze geïnterpreteerd worden in mythen en rituelen die vaak verschijnen in de rites de passage, die de sleutelmomenten van het leven begeleiden. In zijn fantasyverhalen demonstreert hij zijn interesse voor het bovennatuurlijke. Ze worden vaak bevolkt door vampieren en geesten, er wordt geschoven met de tijd en gezocht naar de verborgen wereld achter de dingen. 'Het geheim van dokter Honigberger' (1940) illustreert Eliades interesse voor het magische achter de dingen. Door doorgedreven speurwerk in de geschriften van een Indië-vorser komt een ter hulp geroepen geleerde tot de vaststelling dat de man zichzelf onzichtbaar heeft gemaakt via yoga. En dat niet alleen: ook de buitenwereld blijkt helemaal veranderd en in een andere tijd te verkeren. Een spannend verhaal dat evenwel een beetje kapseist door het overmatige getheoretiseer.
Van de getormenteerde arts en dichter Vasile Voiculescu (1884-1963) is 'Magische liefde: kern van een roman' opgenomen. Voiculescu werd na de Tweede Wereldoorlog door het regime vervolgd, op 74-jarige leeftijd nog gevangengezet, en na vier jaar, toen hij al stervend was door kanker, weer vrijgelaten. Zijn hoofdwerk 'De laatste verzonnen sonnetten van Shakespeare in een ingebeelde vertaling' kon, net als het merendeel van zijn werk, pas na zijn dood worden uitgegeven. Zijn verhaal gaat over de confrontatie tussen een steeds duo en een achterlijk dorp, waar toverij, bijgeloof en hekserij nog de dienst uitmaken. Een van de twee stedelingen wordt hierdoor tot waanzin gedreven. Een klassiek verhaal dat zich afspeelt in de verlaten streek van de Dobrogea.
Huiveringwekkend is het verhaal van Geo Bogza (1908-1993) over 'De dood van Jacob Onisia'. Die straatarme mijnwerker heeft om tijd te winnen tijdens het naar huis gaan de kabelbaan genomen zonder eraan te denken dat de stroom wordt afgesneden met Kerstmis. Halfweg, in de volle vrieskou, komt hij op een vreselijke manier aan zijn eind als hij verkleumd van de kabel in de diepte glijdt. Een uitstekend gecomponeerde tekst.
Van de bij ons ook goedgekende Ana Blandiana (Jan Willem Bos vertaalde al in 1992 Kopie van een nachtmerrie en de dichteres was ook meerdere keren te gast op poëziefestivals in Nederland) is 'Jeugdherinneringen' opgenomen, een vreemd, surrealistisch verhaal, gevoelig proza van een dichteres die haar hele leven met het regime gekampt heeft. Het verhaal bevat een aangrijpende passage waarin haar vader zijn boeken, die de hele zolder in beslag nemen, een voor een in de kachel opstookt: het lot van subversieve literatuur. 'De reconstructie' is een verhaal uit 1967 van Horia Patrascu en wordt volgens de inleider ook gezien als een klassieker van de literatuur tijdens het communisme. Het vertelt de wedersamenstelling van een gevecht tussen twee dronken vrienden. Het is een stikhete zomerdag en de hele vechtpartij moet overgedaan en gefilmd worden. Alles loopt evenwel uit de hand. De autoriteiten zijn incompetent, de jonge daders onberekenbaar. Indirect wordt het systeem bekritiseerd. Het verhaal leest als een filmscenario en bestaat uit korte takes. Het succes van het verhaal gaat dan ook voor een groot deel terug op de verfilming een jaar later, die een enorm succes werd, en kort na de première door de autoriteiten uit de roulatie genomen werd. De regisseur ervan werd zelfs uitgewezen.
Mircea Cartarescu (geb. 1956) is de meest vooraanstaande schrijver van zijn generatie en wordt sinds enige jaren getipt voor de Nobelprijs. Bovendien is hij ook de best verkopende auteur. Van hem krijgen we hier 'De architect', een gruwelijk, fascinerend en origineel verhaal over een alledaagse architect en ontwerper van slaoliefabrieken(!), die na veel sparen een Dacia (de nationale auto van Roemenië) koopt, en er oneindig trots op is. Hij raakt geobsedeerd door de claxon, spendeert zijn hele maandloon om die te vervangen door een hebbedingetje dat een wijsje speelt, om dat dan weer te vervangen door een toetsensysteem waarop hij melodieën componeert, die hem tientallen jaren later wereldberoemd zullen maken. De architect-componist komt de auto niet meer uit, vergroeit er helemaal mee, terwijl hij een synthesizer en orgels bouwt die de aarde en het heelal zullen vullen en doen uiteenspatten tot een nieuw melkwegstelsel. Het naadloos overstappen van de ene realiteit in de andere, van het logische naar het absurde, is een typisch kenmerk van het werk van deze auteur.
Van Ioan Grosan (geb. 1954), die ooit van de Roemeense schrijversbond de debuutprijs voor proza kreeg, is hier 'De nachttrein' (uit 1989) opgenomen, dat al in verschillende talen vertaald is. Een gemoedelijk en realistisch verhaal met een overvloed aan dialoog dat uitloopt op een fantastisch slot. Een halteplaats ergens in the middle of nowhere, waar alleen een goederentrein en een stoptrein passeren, wordt bediend door een seinwachter, die er een luizenbaantje heeft. Hij krijgt plots een chef aangesteld die van een groot station komt en vermoedelijk naar deze woestenij is overgeplaatst omdat hij ergens iets heeft uitgespookt. De chef vertelt de seinwachter over een geheimzinnige trein die alleen 's nachts voorbijraast en een geur van rozen nalaat. Nadat die trein een paar keer voorbijgekomen is, is de seinwachter er zo door geïntrigeerd, dat hij hem dwingt even te stoppen. Hij gaat op de traptrede staan als de trein vertrekt en wordt naar binnen gezogen in een geur van rozen.
Gabriela Adame?teanu (geb. 1942) had al enkele romans op haar naam staan van in Ceausescu's tijd, en is na diens val vooral over de overgang van de communistische staat naar de nieuwe maatschappij gaan schrijven, over de verwerking van het communistische verleden. Daarover gaat ook 'L'air du temps', waarin een zgn. in de communistische tijd geschreven verhaal in voetnoten wordt becommentarieerd vanuit het perspectief van 2004. Een chaotisch verhaal over een aftands scharreltje tussen een functionaris en zijn ondergeschikte partijgenote.
Liviu Antonesei (geb. 1953) is een bijzonder interessant auteur. Hij publiceerde een rist dichtbundels, schreef ongeveer 1500 artikels, recensies en essays, is hoogleraar aan de universiteit van Iasy, is bijzonder betrokken bij de politiek, en was de drijvende kracht achter het culturele maandblad 'Timpul' ('De tijd'). In 2003 verzamelde hij zeven korte verhalen in de bundel Check Point Charlie, met een voorwoord getiteld 'Het moment waarop je de streep trekt', m.a.w. wanneer je tot het besef komt dat je in de eerste plaats een schrijver bent. Het boek werd een groot succes. In 'Het verhaal van het paard en de wagenmenner' behandelt Antonesei het thema van de collectivisatie, dat vreemd genoeg in weinig Roemeens proza behandeld wordt. In de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw werd de boeren, net als in Rusland dertig jaar eerder, goedschiks of kwaadschiks de collectivisatie, het gemeenschappelijk bezit van de gronden, opgedrongen. De veertigjarige en kinderloze weduwnaar Vasile kan maar niet begrijpen hoe het Staatslandbouwbedrijf zomaar zijn paard, wagen en bezittingen in beslag kan nemen en in een collectief onderbrengen. De partijmensen kunnen hem niet overtuigen, ook al nemen ze hun toevlucht tot geweld, ook al wordt hij opgesloten en gemarteld. Hij dient een emigratieverzoek in om naar Australië te mogen, wat hem meer dan vijf jaar kamp oplevert, maar toegeven kan hij niet. Aan het slot wordt het verhaal verteld door een negenjarige getuige, die ziet hoe Vasile zijn hele hebben en houden in brand steekt. Door het kind wordt dit waargenomen als een reusachtig paard van Chagall, dat in de vlammen toch nog afreist naar Australië, zonder enig spoor na te laten. Een indrukwekkend verhaal met een fantastische uitloper.
Twee kortere verhalen completeren deze bundel. 'De afscheidskogel' van Cristian Teodorescu uit 1993 is het verhaal van een gebochelde directeur in een Cultuurhuis, die door zijn functie en familie nog met het oude regime verbonden is en toch tijdens een postrevolutionaire straatrel een kogel in zijn bochel krijgt tijdens een poging een van zijn brutale liefjes te redden. Die kan ontkomen naar Nederland, maar daar wil de ik-verteller niet heen. Hij wil er nl. alleen maar achterkomen wie die kogel in zijn bult heeft geschoten. Een klassiek, sec verteld verhaal.
Van Mira Feticu, een in Nederland wonende Roemeense schrijfster, is de korte impressie 'De zolderkamer met nr. 24' opgenomen, waarin een gekweld meisje voor de laatste nacht die ze op haar zolderkamertje wil doorbrengen een feestje plant, maar plots op hol slaat en zich, net voor de gasten afkomen, opsluit. Een verhaal uit 2001, dat de stress en de angst van die jaren onderstreept.
Met de vertaling van deze 14 representatieve verhalen heeft het Roemeens Cultureel Instituut te Boekarest de Roemeense literatuur door de grote poort ons taalgebied binnengeloodst. Ze mag er een plaats veroveren. [Jos Van Damme]
Willem G. Weststeijn
Op 1 januari 2007 is Roemenië toegetreden tot de Europese Unie, maar zijn literatuur is bij ons nauwelijks bekend. "Moderne Roemeense verhalen" laat zien dat die onbekendheid niet terecht is. De bundel biedt een aantal boeiende kortere en langere verhalen vanaf de tijd dat de Roemeense literatuur volwassen werd (halverwege de negentiende eeuw, nadat het land zich had losgemaakt van het Ottomaanse Rijk) tot heden. Auteurs van wie werk is opgenomen zijn onder meer Ion Creanga, vader en zoon Caragiale en Mircea Eliade (na de Tweede Wereldoorlog hoogleraar godsdienstgeschiedenis in Chicago). Speciale vermelding verdient de novelle (100 blz.) "De reconstructie" (1967) van Horia Patrascu, die een goed beeld geeft van de verwording van het communistische systeem. Ook de meest recente periode, na de val van het communistische regime in 1989, is met verschillende schrijvers vertegenwoordigd. De bundel is helder ingeleid en uitstekend vertaald: een fraaie introductie in de Roemeense literatuur. Normale druk
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.