Alles wat licht is
Marleen Nelen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2007 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : AVONTUUR : VERHALEN : NELE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds/Infodok, 2007 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : NELE |
31/12/2007
Blijven ontdekkingsreizen boeien?
Ontdekkingsreizen en zeevaartverhalen zijn van oudsher een dankbare bron voor het jeugdverhaal. In het Vlaamse geheugen ligt nog het klassieke IJslandepos van Johan Ballegeer, Geen meiden aan boord (1986) en in 2005 was er nog een herdruk van De winter van de Belgica (1993), het verhaal van de zuidpoolexpeditie van Adrien de Gerlache. En recent bundelde Els Launspach haar drie boeken rond de Engelse ontdekkingsreiziger sir Walter Raleigh nog in De komst van Guattaral. Hoe relevant zijn ze eigenlijk nog, de 'echt gebeurde' historische verhalen voor lezers die hun informatie met één tik op de internetsnelweg vinden? Duivelstocht, het debuut van Marleen Nelen, over de reis van Ferdinand Magalhaes, stemde tot nadenken.
Historische reisverhalen spelen in op de zin voor avontuur en de weetgierigheid van jonge lezers, maar om te blijven boeien moeten ze anno 2007 wel iets meer bieden dan naakte internetinformatie of een avontuurlijk heldenverhaal. Marleen Nelen nam de uitdaging aan. In haar debuut Duivelstocht vertelt ze over de reis van de Portugese ontdekkingsreiziger Magalhaes (Magellaan) die om diverse redenen zijn diensten aan Karel V van Spanje aanbood. Hij vertrok in 1519 met vijf schepen vanuit het Spaanse Sanlucar om een nieuwe zeeroute naar de Molukken te zoeken. De vermeende, manke 'duivel' ? vandaar de titel ? Magalhaes wou het concurrerende Portugal een lengte voor zijn. Het lijkt me geen evident thema voor een debuut.
marleen nelen: "Het idee voor dit verhaal kwam er eigenlijk nadat ik een paar boeiende reisverslagen in de bibliotheek was tegengekomen uit die periode. Ik vond het een ongelooflijke prestatie van Magalhães en zijn kornuiten, gezien de heel schaarse middelen waarover ze in die tijd beschikten. Mijn man is een geboren zeiler en sinds enkele jaren probeert hij het mij te leren. Zeeziekte heb ik aan den lijve ondervonden, intussen. En mijn bewondering voor die eerste reis rond de wereld nam er alleen maar mee toe. Zij waren helemaal aangewezen op de weersomstandigheden, hadden enkel een onzeker en heel subjectief beeld van hoe de wereld eruit zag en daar moesten ze het mee doen. Dat kunnen wij ons niet meer voorstellen. Vooral de gewone bemanningsleden zijn voor mij helden in de ouderwetse zin van het woord."
Aftasten van een thema
Het verhaal profileert zich niet meteen als een spannend reisverhaal. De titel en het eerste hoofdstuk laten je in het ongewisse over onderwerp, de tijd en plaats ? op een enkele vermelding van de stad Barcelona na. De lezer zonder encyclopedische kennis wordt dus niet op weg geholpen. De verslagen over de wereldreizen van Marco Polo en van Columbus uit de bibliotheek van den Nino kunnen een hint zijn, maar de eerste datum, die van de afvaart op 20 september 1519, komt rijkelijk laat. Of was het Marleen Nelen misschien niet in de eerste plaats om die ontdekkingsreis zelf te doen?
marleen nelen: "De reis was belangrijk voor me toen ik begon te schrijven, en als je feiten gebruikt, is het niet meer dan logisch dat je ervoor zorgt dat die kloppen. Maar het boek is niet geschreven met als boodschap dat Magalhães rond de wereld is gevaren. Natuurlijk zijn de personages geen figuranten. Julio komt in de meest barre omstandigheden tot de conclusie dat wat hij bereikt uit zichzelf moet komen. De slaaf groeit en zijn meester geeft op. Dat is minstens even belangrijk als de reis die ze in concreto maken."
De voordelen en beperkingen
Zoals in de meeste jeugdboeken koos Marleen Nelen voor de personele invalshoek om de naakte feiten leven in te blazen. De lezer beleeft de tocht hoofdzakelijk dankzij de ervaringen van de weesjongen Julio. Hij wordt als slaaf gekocht door de rijke edelman Antonio de la Cruz, met roepnaam don Nino. Julio treft het, want naast behoorlijke kledij en eten krijgt hij zelfs onderwijs. In een recordtempo leert hij niet alleen lezen en schrijven, maar absorbeert en interpreteert hij ook de boeken die zijn meester hem voorleest. Niet dat hij alles begrijpt, dat maken zijn reacties duidelijk: "Hij [De Nino] praat over Eratosthenes, Hipparchus en Ptolemaeus. Griekse geleerden die als eersten de wereld in kaart probeerden te brengen. Hij praat over lengtegraden, breedtegraden. Hij wiekt met zijn handen in de lucht, trekt aan zijn sikje en balt opgewonden zijn vuisten. Julio snapt er steeds minder van. De moeilijke woorden van Nino doen hem duizelen. Hij heeft allang spijt van zijn vraag. Maar Nino laat hem niet los."
De onderwijssessies zijn een handige zet om de beperkingen van de invalshoek te omzeilen. Don Nino kan als leraar zijn visie op de wereld debiteren ? en de lezer inlichten ? ook al gaat het Julio's petje te boven. Toch krijg je de indruk dat de jongen van zeven of acht zich in een korte tijdspanne ontpopt als een genie. Ook dat is te wijten aan de sprongsgewijze uitwerking en de geringe tijdsaanduidingen. Voor je het beseft is Julio een knaap van 12 die moeiteloos Aristoteles citeert: "Hij citeert Aristoteles en maakt uit zijn hoofd enkele berekeningen. Hij begint zelfs te ijsberen, om beter te kunnen nadenken. Niemand onderbreekt hem. Wanneer hij eindelijk is uitgesproken, valt een diepe stilte. Julio kijkt beschaamd naar de grond. Hij heeft zeker iets verkeerd gezegd. Julio gluurt naar Nino, maar die doet alsof het hem niet aangaat. Juan gaat naar Julio en legt een zware hand op de schouder van de jongen. 'Je weet aardig wat', zegt hij.'Voor een slaafje.' 'Dat is niet mijn verdienste,' antwoordt Julio bevend, 'maar die van mijn meester'."
De personele invalshoek biedt een uitgelezen kans om het maatschappelijk kader en de machtsverhoudingen persoonlijk te beschrijven. Julio's kijk op de verhouding tussen rijk en arm en slaaf en meester bepaalt de sfeer en kleurt het verhaal. Gezien door kinderogen contrasteert de mensonterende armoede van het weeshuis feller met de schittering en verfijning van Don Nino's huis dan door de ogen van een volwassen waarnemer.
marleen nelen: "Ik koos voor een weesjongen omdat ik iemand wilde die onderaan de sociale ladder stond. Iemand zonder echte banden, iemand die van niets moest
beginnen, die alles uit zichzelf moest halen om er iets van te maken en de reis van onderuit kon beleven."
Maar die invalshoek houdt ook beperkingen in. Een kleine jongen ziet vooral taferelen, hij smeedt ze niet zelf aan elkaar tot een vlot lopend verhaal. De waarneming kan een welgekomen alibi voor de auteur zijn en de vele korte en enkelvoudige zinnen bevestigen die indruk. Ze legt slechts vast wat Julio ziet en laat de verschillende scènes niet in elkaar overvloeien. De lezer en de 16e-eeuwse Spaanse aristocratie verdienden echter af en toe wat zwieriger zinsbouw en elegante vergelijkingen. Die valt hen gelukkig op volle zee meer te beurt, wanneer Julio ouder en wijzer wordt en de auteur zich overgeeft aan de vaart van het verhaal.
Klassieke personages
Naast een verstandige jongen is Julio ook heel gevoelig. De kleine jongen droomt ontroerend mooi over een mogelijke moeder en hengelt naar een vriendelijk woord of knikje van de strenge don Nino. Gedurende de tocht ontpopt hij zich zoals in de oude verhalen als een zachtaardig held, behulpzaam, met een afkeer voor geweld. Hij blijft een herkenbare jongen van 12 of 13 met het ideeëngoed van zijn tijd: "Hij struikelt keer op keer en worstelt met het wapen. Intussen denkt hij de gekste dingen. Misschien zijn de reuzen wel tovenaars. Straks zijn ze ineens verdwenen. Opgelost. Dan is hun kleine groepje verdoemd om hier te blijven ronddolen, tot ze sterven van honger en dorst. Ze vinden natuurlijk nooit de weg terug. [...] Misschien hebben hun vrouwen de kookpot al klaarstaan. Ze maken een groot vuur en draaien hen rond en rond, zodat ze niet aanbranden. Zeven grote biefstukken."
Ook Julio's tegenspelers leren we vnl. door zijn nieuwsgierige, ontzaghebbende, verschrikte en later meevoelende ogen kennen. Don Nino is de integere aristocraat. Als 'meester' is hij een product van zijn tijd, maar voor Julio is hij zowel streng als minzaam en welwillend. Hij is weetgierig en laat zich dus gemakkelijk overhalen om de reis als sponsor mee te maken. Don Nino contrasteert fel met zijn ruwere vriend Juan, een Spaanse officier bij de zeemacht. De verschrikte blik waarmee de kleine Julio de doorgewinterde zeeman bekijkt, wordt gaandeweg kritischer. Hetzelfde geldt voor de andere zeebonken, Magalhaes op kop. Een aparte plaats neemt de geleerde Domenico Caïlo in. Zijn notities, die Julio stiekem leest, bezorgen de lezer de nodige informatie over de 'ontdekkingen'. Een zinnetje als: "ze leunen tegen elkaar aan zonder het te beseffen" illustreert de groeiende twee- eenheid van Julio en don Nino. Hun relatie geeft het verhaal de nodige diepte. Ook de vriendschap tussen Julio en de iets oudere matroos Manuel zorgft voor wat diepgang, hoewel de relatie wel heel ideaal en braaf lijkt. Manuel komt toevallig komt, net als don Nino, uit een welstellend milieu en hij is zo wijs dat hij zijn tijd vooruit is en de meereizende geleerde Domenico voor een 'sadist' uitscheldt. Een slip of the pen die net als de kwajongensstreken van beide jongens een glimlach uitlokt. Hoe dan ook, net als Don Nino illustreert Manuel vooral de groei en het toenemende zelfbewustzijn van Julio. "Je doet het goed. Beter dan ik." zegt don Nino hem. En Manuel krijgt een verdiende veeg uit de pan van de zelfbewust geworden Julio: "Je moet me niet zo in bescherming nemen. Ik kan best voor mezelf zorgen."
Een klassiek verhaal?
Aan Duivelstocht is ongetwijfeld een degelijke research vooraf gegaan. De historische informatie is keurig verwerkt, van de bevoorrading tot het ongedierte aan boord, de muiterij, de onderhandelingen met de inlanders en de moordpartijen, de winsten en de verliezen. En wanneer je tijdens de tocht het noorden kwijt raakt, helpt het bijgevoegde kaartje je weer op koers. De invalshoek en neventhema's als vriendschap en de groei naar volwassenheid zijn klassiek in de jeugdliteratuur. Ook de personages zijn klassiek: de jonge held en een welwillende volwassene tegenover ruige tegenspelers. Er zit ruwheid en felheid, wreedheid en tederheid, angst en vertwijfeling, spanning en wat humor in het verhaal. Alle ingrediënten voor een klassiek verhaal zijn er dus, maar als lezer blijf je toch op je honger zitten, want het ontbreekt het boek aan originaliteit en verrassingen.
Dat heeft niet alleen met de uitwerking van het thema en de voorspelbare personages te maken, maar ook met de stijl: het verhaal blijft te veel in mooie sfeerbeelden steken. Met haar kortaangebonden zinsbouw fotografeert Marleen Nelen eerder dan ze filmt. Duivelstocht is goede start, maar we hopen dat Nelen in haar volgend jeugdverhaal meer dynamiek weet te leggen. [Jet Marchau]
D.J. Hoenink
Don Nino heeft zijn slaaf Julio gekocht in het weeshuis. Na enige jaren opleiding monsteren zij in 1519 aan op het schip van Magalhães om de westelijke vaarroute naar de Molukken te ontdekken. Een barre tocht volgt. Van de vijf schepen keren er na drie jaar uiteindelijk twee terug in Spanje ten koste van veel leed en vele mensenlevens. Julio heeft in die tijd van alles meegemaakt: verraad, moord, vreemde volken, honger en dorst, ziekte, verveling. Hij krijgt mensenkennis en leert een boot besturen. Hij maakt vrienden (en ook een enkele vijand). Avontuurlijk, soms rauw verhaal dat de ontwikkeling van een hulpeloos weeskind tot een zelfbewuste overlever goed schetst. Het draait namelijk in het hele verhaal over het zich zo goed mogelijk aanpassen aan de omstandigheden. Motieven als vriendschap, slavernij en ontdekkingsreis sluiten hier nauw op aan. Ook de denkwijze van de late middeleeuwer omtrent bijvoorbeeld slavernij en vreemde volken komt aardig uit de verf. Sommige zaken zullen voor de huidige lezer onwezenlijk blijven. Er worden wat begrippen verklaard, veel blijven er duister. De taal is niet altijd even soepel. En een goede lezer kan geïrriteerd raken door de vele ultrakorte zinnetjes. Geen illustraties, uitnodigend omslag. Vanaf ca. 12 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.