Het recht van de toekomst : over morele aspecten van duurzaamheid
Hendrik Philip Visser 't Hooft (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Klement, cop. 2006 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 170 VISS |
Besprekingen
31/12/2007
De vraag naar de toekomst van het milieu staat vandaag hoog op de agenda. Het is haast een intuïtieve drang van de mens dat hij de aarde niet zomaar kapot kan laten gaan. Toch is het rationeel gezien niet vanzelfsprekend te spreken over de rechten van de toekomst van de natuur. In principe komen rechten alleen toe aan menselijke subjecten met enige aanvaardbare uitbreiding naar gevoelsbekwame dieren. Maar hebben dingen ook rechten? En wat dan gezegd van de natuur? Er is hierover een duidelijke tegenstelling tussen het antropocentrische en het ecocentrische uitgangspunt. De ecocentrische zienswijze gaat ervan uit dat we de 'eigen waarde' van de natuur in ons handelen een plaats moeten geven. De natuur manifesteert zich uit eigen kracht (intrinsiek) als waardevol aan de mens. Ecocentristen spreken dan ook makkelijk over de rechten van de natuur. De mens mag die rechten niet schenden. De antropocentrische opvatting daarentegen stelt dat milieuzorg een morele intuïtie van de mens is en bijgevolg als ethische opdracht in het verkeer tussen mensen moet worden geplaatst. Zorg voor de natuur hoort dus bij de ethiek en die valt onder de verantwoordelijkheid van de mens. Uiteindelijk heeft het behoud van de natuur te maken met de belangen van de mens, met de levenskwaliteit niet alleen van de vandaag levende generaties, maar ook met de belangen van de toekomstige generaties. Hendrik Visser 't Hooft kiest voor deze antropocentrische benadering. Hij spreekt over een toekomstethiek en schaart zich daarmee aan de zijde van de Duitse filosoof Hans Jonas met zijn beroemde werk Das Prinzip Verantwortung (Frankfurt, 1979). Uiteindelijk ageren we als mensen in het heden en kunnen we de toekomst slechts begrijpen vanuit de blik van het heden. Dat houdt dus steeds een tijdsafstand in, maar dat belet niet dat we die toekomst aan een moreel perspectief kunnen onderwerpen. Het tijdsverschil tussen'nu' en 'straks' is uit moreel oogpunt dan ook irrelevant. Het komt eropaan de huidige risico's te leren afwegen en de bereidheid te tonen om op die risico's met de gepaste vrees en zorg te reageren. Dit houdt een zelftranscendentie in en het openstaan voor een ruimer tijdsverband zodat de toekomstdimensie beter in zicht kan komen. Ook het belang van gemeenschapsdenken is hier van belang als een confrontatie met de traditie en een verzet tegen een doorgeschoten individualisme en een historisch relativisme. Ten slotte kiest Visser 't Hooft in het spoor van Hans Jonas voor de toekomst als plicht, een plicht tot het behoud van mens en natuur, de basis van duurzaamheid.
Dit essay biedt een interessante bijdrage aan de discussie over de morele achtergronden van duurzaamheid in verband met het leefmilieu. De auteur slaagt erin het begrip toekomstethiek op een aanvaardbare wijze te verduidelijken. Spijtig blijft de opzet van dit essay erg theoretisch. Aanzetten tot concretere toepassing van de aangegeven perspectieven zouden zeer welkom zijn en de grondideeën voor een breder publiek toegankelijk maken. [Willy Deckers]
Drs. H. Alblas
In dit essay wordt nagedacht over de tijd; het gaat met name over onze verbondenheid met de toekomst van de Aarde en de na ons komende generaties. Milieubederf bedreigt een wereld die ook voor onze nazaten leefbaar zou moeten zijn. Verschillende psychologische factoren bevorderen een lage inschatting van ecologische risico's en een individualistische, op het heden ingestelde tijdgeest werkt daaraan mee. Morele intuïtie fluistert ons in dat we in onze samenleving niet alleen recht moeten doen aan tijdgenoten, maar ook aan de belangen van na ons levenden. Willen we dat en kunnen we dat? Wat motiveert mensen om offers te brengen voor de belangen van anonieme generaties die over honderd of duizend jaar de planeet zullen bevolken? Zo worden de grondslagen van een toekomst-ethiek, een milieu-ethiek, ontdekt en verhelderd. De auteur, emeritus-hoogleraar rechtsfilosofie, schreef een sympathieke terreinverkenning, die ook de lezer tot nadenken over duurzaamheid zal stemmen.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.