Ik was pas dertien
Lea Saskia Laasner
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Arena, cop. 2006 |
VOLWASSENEN : ROMANS : PAZI |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Arena, cop. 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7183 |
31/12/2007
Wie Afghanistan enkel kent van de nieuwsberichten of van boeken als Insjallah, mevrouw: ontmoetingen (z)onder de boerka, Globe, 2004) van Annemie Struyf en Lieve Blanquaert, zal versteld staan van dit Nacht over Kabul, de wat prozaïsche vertaling van A bed of red flowers (Vintage, 2006) van de Afghaanse journaliste en filmmaakster Nelofer Pazira. Hier verschijnt een heel ander Afghanistan, door de ogen van het meisje dat, geboren in 1973, gelukkig opgroeide in het moderne Kabul, met een arts als vader, een lerares als moeder, en een boezemvriendin Dyana. Als Nelofer vijf jaar oud is, heeft ze haar eerste politieke ervaring: ze bezoekt haar vader in de gevangenis, die een geëngageerde arts is die al snel door heeft dat het regime in zijn land corrupt is en zich verzet tegen een regering die een Sovjetregime wil installeren in Afghanistan. Vanaf dat moment leeft het gezin Pazira in angst. De ouders realiseren zich eerst niet dat hun elfjarige dochter stenen gooit naar Sovjettanks als die binnenvallen in Kabul. De bezetter zaait terreur, dood en verwoesting en veel burgers slaan op de vlucht. Nelofers vader vindt het echter zijn plicht als arts te blijven in het land en bij de mensen die hij liefheeft. Nelofer gaat in het geheim bij het verzet, de moedjahedien, maar uiteindelijk is het gezin toch verplicht te vluchten. De auteur beschrijft in detail het afscheid van Kabul en de vreselijke ontsnappingsroute naar Pakistan. Onvergetelijk is haar afscheid van haar huis, haar vaders boeken die ook de hare geworden zijn en die voor haar altijd een bron van leven waren.
Na enkele jaren in Islamabad slaagt het gezin erin als politieke vluchtelingen naar Canada te vertrekken, waar Nelofer kiest voor een opleiding in de journalistiek. Ze volgt op de voet wat er gebeurt met haar land, familie en vrienden. In 1998, zes jaar nadat de Sovjets verdreven zijn uit Afghanistan, besluit ze terug te gaan om alles met eigen ogen terug te kunnen zien. Ze gelooft haar eigen ogen niet: het land is veranderd van een bloeiend, prachtig, modern land in een woestenij van dood en verval. De Sovjets zijn weg, maar de oorlog is gebleven. De Amerikanen hebben de luchtmachtbasis van de Sovjets overgenomen. Het volk is nog steeds uitgehongerd. Uiteindelijk wil ze in Kabul haar boezemvriendin Dyana terugvinden om te ontdekken dat deze zelfmoord heeft gepleegd. Ten slotte wil ze zichzelf confronteren met diegenen die haar land verwoest hebben, de Russische generaals. Ze gaat hen opzoeken in Moskou, voert gesprekken met hen en met de verwanten van gesneuvelde Russische soldaten. Ze wil vooral de historische waarheid kennen: wie heeft de Russische bezetting gestart en waarom? Wat is de rol van de westerse machten, van de Verenigde Naties en van de Amerikanen in de verwoesting en de ellende van haar land? Op basis van al haar informatie zal ze meewerken aan en de hoofdrol spelen in een documentaire film die uiteindelijk zelfs een prijs in Cannes haalt. De film en het boek heeft Pazira echter geschreven voor zichzelf en voor wat ze noemt "de macht van de geschiedenis". Ze is ervan overtuigd dat "het graven in het verleden ooit zal leiden tot een begrip van het heden".
Het boek is veel meer dan een dagboek, het is ook een historisch onderzoek en een documentaire met scherpzinnige inzichten in de werking van de macht en de verhoudingen tussen machthebbers en het machteloze gewone volk. Interessant is dat westerse lezers die zich druk maken over de politieke correctheid van de hoofddoek en de boerka, hier kunnen lezen wat de eigenlijke oorsprong en betekenis is van die kleding. Die betekenissen zijn verschillend per tijdperk en per regio en vormen voor de vrouwen zelden een zelfgekozen symbool van geloofsovertuiging.
Dit boek is een zeldzame verweving van het persoonlijke en het politieke verhaal, van inzicht en gevoel, van brutaal oorlogsgeweld en de zuivere schoonheid van de natuur neergeschreven in een schitterende stijl. Het boek wordt afgesloten met een bondig chronologisch overzicht van Afghanistan, een beknopte verklarende woordenlijst en enkele noten. Een aanrader. [Monika Triest]
Dr. J. Kroes
Dit autobiografische verhaal is van een Afghaanse journaliste en filmmaakster van onder andere 'Return to Kandabar', die in 1978 op vijfjarige leeftijd de inval van de Sovjets in haar land meemaakte. Afkomstig uit een academisch milieu in Kabul vertelt ze over haar kinderjaren, de machtsovername van de communisten in 1978, de vlucht van de familie naar Pakistan in 1989 en kort erna naar Canada, haar briefcontact met vriendin Dyana en haar bezoek aan Afghanistan en Rusland in het begin van de 21ste eeuw. Het boek is levendig geschreven. Vooral de vlucht naar Pakistan wordt uitgebreid en indringend verteld, evenals de terugkeer naar haar moederland om onder meer haar vriendin Dyana op te zoeken. Haar persoonlijke ervaringen worden afgewisseld door beschouwingen over de - gecompliceerde - Afghaanse geschiedenis. Ter aanvulling is er aan het einde van het boek een chronologisch historisch overzicht vanaf 1747 tot 2002 toegevoegd. Het boek, dat niet is geïllustreerd, besluit met enkele noten, een beknopte bibliografie en een verklarende woordenlijst.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.