De onzichtbare vrouw
Herman Stevens
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Prometheus, 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 5337 |
31/12/2007
Aan het begin van de zomervakantie van 1968, Wessel de Roos is dan 12 jaar, verlaat zijn moeder zijn vader. Wessel gaat als vanzelfsprekend met zijn moeder, ooit een bekende danseres, mee naar haar balletschool. Hij verzinkt in de geurige meisjeswereld van de balletschool, wordt tekenaar voor de schoolkrant en ontmoet er zijn eerste liefde, Saskia. De liefde tussen hem en Saskia is allesverzengend. Ze gaan zo op in elkaar dat ze vergeten dat er buiten hen ook nog een wereld bestaat. Als Saskia dan naar Den Haag verhuist en alleen op zaterdag naar de balletschool kan komen, wordt het gemis langzaam onverdraaglijk en uiteindelijk komt er een einde aan hun relatie. Wessel klampt zich vast aan zijn vrienden van de redactie van de schoolkrant, neemt steeds minder vaak zijn schetsboek om te tekenen en maakt kennis met de sfeer van de jaren zestig: gigantische joints en vrijblijvende avontuurtjes. Na een tijdje begint hij weer een soort van relatie met Yvonne, een ander meisje van de balletschool. Maar het kan hem eigenlijk allemaal niets meer schelen, want hij weet dat geen enkel ander meisje ooit nog Saskia zal zijn. Intussen merkt hij bij de bezoekjes aan zijn vader dat die er steeds ouder en slechter gaat uitzien, tot hij uiteindelijk sterft. Op de begrafenis ziet hij Saskia kort terug, maar hij kan niet met haar praten. Later spreken ze nog eens af en slagen er na al die tijd toch min of meer in om elkaar los te laten.
Tussen zijn twaalfde en zijn zestiende verandert Wessel van een onzeker kind in een jonge volwassene. Toch is Moederziel door Stevens' poëtische stijl en de bijna filosofische manier waarop hij de personages laat nadenken over de zin van ons bestaan meer dan zomaar een ontwikkelingsroman. Liefde, seks, verdriet, afscheid en dood; er is maar één woord voor de manier waarop Stevens ze in beeld brengt: eenvoudigweg mooi.
[Kelly Loos]
L.A.A. Kruse
Rotterdam, 1968. Nina Fischer verlaat met haar 12-jarige zoon Wessel de Roos het huis van haar man, en gaat wonen in de balletschool, waarvan ze directrice is. Ze is een Duitse met een beladen oorlogsverleden: haar ouders kwamen om en zijzelf moest dansen voor haar leven. Nu is zij een strenge lerares, die teert op vergane glorie. Wessel is een fantasierijke, artistieke jongen, die snel zijn onschuld verliest. In drie jaar tijd komt hij in contact met wereldvreemde ouderejaarsgymnasiasten, die genie, baas van de wereld of God willen worden, en heeft hij op de balletschool omgang met allerlei vrijmoedige meisjes. Wessel wordt hopeloos verliefd op Saskia (het ‘mooi-weermeisje’) en beleeft met haar voor het eerst het ‘anatomische wonder’. Ze verlaat hem, maar hij kan haar niet vergeten. Dan sterft zijn vader en heeft hij alleen zijn moeder nog: ‘zij tweeën tegen de rest van de wereld’. Er is sprake van een klassieke opbouw in vijf delen (met telkens vijf hoofdstukken), een consequent personaal perspectief en een lineair, vlot verteld, maar toch wat langdradig verhaal. Paperback, vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.