De mooiste kastelen van Vlaanderen : toeristische & culturele gids
Irene Smets
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ludion, 2006 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 700 SPILLIAERT |
31/12/2006
"Altijd dezelfde, altijd anders": dat gaf Léon Spilliaert ooit eens op als zijn devies, en we kunnen die uitspraak nu misschien als motto gebruiken voor de huidige receptie van zijn oeuvre. Sinds de internationale tentoonstelling in Parijs/Brussel/Otterlo (1981-'82), en nog meer sinds de grote retrospectieve in Oostende (1996), is het niet meer gestopt, in België noch in het buitenland, met overzichtstentoonstellingen, maar ook specifiekere exposities van onbekend, grafisch of jeugdwerk. Het wijst erop dat men aanvoelt dat Spilliaert toch nog te weinig gewaardeerd of internationaal bekend is, of dat het wijdverbreide oordeel dat enkel de werken uit zijn topperiode ? de interieurs, zelfportretten, Oostendse zeedijken en vissersvrouwen van ca. 1904 tot 1912 ? de moeite waard zijn, misschien niet helemaal klopt. Dat is alvast de overtuiging van Anne Adriaens-Pannier, die de resultaten van haar jarenlange onderzoek uitwerkt in een grondige monografie en de grote retrospectieve 'Léon Spilliaert, een vrije geest' die op het ogenblik in Brussel loopt.
De bezielde blik
2006 is een 'Spilliaert'-jaar: de schilder (1881-1946) werd 125 jaar geleden in Oostende geboren en stierf 60 jaar geleden in Brussel. Dat was de aanleiding voor verschillende tentoonstellingen, eerst in Verviers, vervolgens in Oostende (zie hiernaast), en nu in Brussel. In de folder van de retrospectieve staat geschreven: "In zijn ruime allesomvattende blik beschouwt Spilliaert de mens in zijn wereld en verdiept zich terzelfdertijd in een diepe introspectie die visionaire zelfportretten genereren." Het tweede lid van deze ronkende zin wordt allang en algemeen beaamd. Het eerste zal misschien verrassen, maar ze is het resultaat van de ruimere blik op Spilliaert die Anne Adriaens-Pannier propageert in Spilliaert, de bezielde blik.
Adriaens-Pannier splitst het zeer diverse oeuvre van Spilliaert op in thematische blokken, die elkaar min of meer chronologisch opvolgen. De sprongen tussen de blokken worden bepaald door veranderingen in de gedachten en geestesgesteldheid van de kunstenaar, de evolutie binnen die blokken door de uitpuring van het beeld en de technische vervolmaking. Die opmerkelijke vormelijke evolutie(s) weet de auteur uitstekend te duiden, net als Spilliaerts meesterschap in het gebruik van Oost-Indische inkt, krijt en potlood. Om de vele thema's en stijlen van Spilliaert in een min of meer gestructureerde lijn te krijgen, moet ze soms gewaagde associaties, analogieën en interpretaties maken, en de gelijktijdigheid van een aantal thema's verwaarlozen. Niettemin is het een rijke analyse, die een heleboel totnogtoe onbegrepen elementen in het werk van Spilliaert verheldert, bv. van de symbolisch en literair geladen jeugdwerken. Ze weet ook het waardevolle van de 'mindere' periodes van Spilliaert naar boven te halen: hoe de kunstenaar in latere jaren inventief omging met ruimteschepping en kleuren, hoe divers zijn uitbeeldingen van vrouwen zijn, hoe hij invloeden van nieuwe kunstrichtingen eigenzinnig verwerkte en soms zelfs vooruitliep op latere ontwikkelingen (maar nooit doorging in die vernieuwende stijlen). Meest verrassend is dat de auteur de laatste 'fase', Spilliaerts tekeningen van bomen, op eenzelfde hoogte zet als zijn topwerk. Volgens haar bereikte Spilliaert in de weergave van de levensenergie van bomen opnieuw een uitzonderlijk bezield en uitgepuurd beeld, maar overtuigen doet ze mij hier alvast niet.
Het tweede deel van de monografie is een overtuigend en zwierig portret van Spilliaert als Einzelgänger, dat paradoxaal genoeg opgebouwd wordt aan de hand van vergelijkingen met andere kunstenaars (Khnopff, Munch, Ensor, Permeke) en bewegingen (symbolisme, Nabis, japonisme). Heel interessant is bv. hoe ze aantoont hoe Spilliaert vormelijke vernieuwingen van de Nabis overneemt, maar meteen ook naar zijn hand zet. In 'De achtervolging' (zie ill.) intensifieert hij nog de architecturale vereenvoudiging en perspectiefwerking van Félix Valloton.
De monografie wordt geïllustreerd met zo'n 400 reproducties van werken van Spilliaert en enkele collega-kunstenaars. In verschillende formaten, vaak paginagroot, maar steeds in een schitterende fotografie, die de volle kleuren en het licht van Spilliaert uitstekend weergeeft. Deze reproducties demonstreren nog eens wat Anne Adriaens-Pannier stelt: Spilliaert fascineert misschien niet altijd, maar is wel altijd interessant.
De lopende tentoonstellingen
In de retrospectieve in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België vind je duidelijk de ruime visie van Adriaens-Pannier terug, maar er is toch sprake van een hiërarchisering die aansluit bij het bestaande oordeel over Spilliaert. Het twaalftal ruimtes volgt in hoofdzaak de thematische indeling van de monografie, maar het gegeven dat de vier grote centrale ruimtes gewijd zijn aan wat algemeen als zijn topwerken worden beschouwd (resp. de interieurs en stillevens, de vissersvrouwen en baadsters, de Oostendse zeedijken en de zelfportretten), verraadt dat men ook aan de verwachtingen van het publiek wou tegemoetkomen. Naar de ruimere blik op Spilliaert moet je in deze tentoonstelling dus actief op zoek gaan, door de indeling goed te bestuderen, alsook de summiere opschriften aandachtig te lezen (of de audiogids te beluisteren). De opstelling is een aanvaardbaar compromis, dat zowel Spilliaerts creatiefste fase uitgebreid voorstelt, als nieuwe zaken en evoluties in het overige werk demonstreert. Voor dat laatste moeten nog de digitale schermen geprezen worden waarin schetsboeken van de kunstenaar en de boeken van Maeterlinck en Verhaeren die hij volgetekend heeft, volledig doorbladerd worden.
Uitzonderlijk is de zaal met maar liefst 22 zelfportretten. We zien Spilliaerts evolutie in het genre, de twee soorten zelfportretten, de toenemende complexiteit (bv. het spel met de spiegel), maar ook het groeiende afgrijzen in zijn blik, de confrontatie met zichzelf en de dood. Ook sterk, maar minder coherent opgehangen, zijn de Oostendse zeezichten (voor zover je zo'n mimetische titel nog kunt gebruiken voor deze geabstraheerde voorstellingen) waarin Spilliaert een onmetelijk perspectief en sterk aansprekende nachtelijke atmosfeer bereikt. De ruimte met vissersvrouwen en baadsters illustreert mooi hoe de kunstenaar, na zijn introspectieve zoektocht in de 'nachtelijke' zelfportretten en dijkzichten, zich richt op 'de andere mens' en zich vervolmaakt in het gebruik van kleur.
In een 'vooraf'-ruimte worden persoonlijke documenten van Spilliaert vertoond (brieven, boeken uit zijn persoonlijke bibliotheek, en zelfs de spiegel uit zijn zelfportretten, die zo opgehangen is dat je het bevreemdende perspectief uit vele van zijn werken overkomt), maar vooral worden er een aantal werken getoond in combinatie met werken van contemporaine kunstenaars als Redon, Khnopff, Mellery en Ensor, om invloeden, gelijkenissen en verschillen te demonstreren. Deze opstelling is helemaal geënt op het tweede deel van Adriaens-Panniers monografie.
De ruim 200 werken in de retrospectieve worden enkele honderden meters verderop, in een expositie in de Koninklijke Bibliotheek, aangevuld met ca. 170 tekeningen, litho's en illustratiewerk. Veel vroeg werk (opnieuw die symbolische geladenheid), veel familiale scènes van na zijn huwelijk (1916), en opnieuw de bomen uit zijn laatste levensjaren. Overigens werden de meeste interessante stukken uit de collectie van de KB opgenomen in de retrospectieve in de KMSKB. Van beide tentoonstellingen is een catalogus beschikbaar. De teksten in de catalogus Léon Spilliaert, een vrije geest worden gekenmerkt door uiteenlopende meningen en interpretaties. Tegenover een moeilijke, al te gezochte tekst van Michel Draguet over de zelfportretten, staat het heldere essay van Bernard Dewulf over hetzelfde onderwerp. Anne Adriaens-Pannier schrijft drie teksten waarin ze nogmaals haar ruime blik bewijst: een gebalde samenvatting van haar monografie, een analyse van het illustratiewerk, en een vergelijking met Redon en Kubin. Alle tentoongestelde werken, plus nog enkele werken van andere kunstenaars ter vergelijking, worden gereproduceerd in katernen die de indeling van de expositie volgen. De tweetalige uitgave Léon Spilliaert: in de verzamelingen van de Koninklijke Bibliotheek van België is meer als een beschrijving van de collectie te beschouwen. Ze bevat korte inleidende teksten, kleine reproducties, gedetailleerde technische beschrijvingen van alle werken, en 19 grote platen van de belangrijkste tekeningen en aquarellen. [Chris Bulcaen]
Redactie Vlabin-VBC
Deze catalogus hoort bij de retrospectieve over Léon Spilliaert (1881-1946) in Brussel (22 september 2006-4 februari 2007, zie www.expo-spilliaert.be). De zeven teksten worden gekenmerkt door uiteenlopende meningen en interpretaties. Sommigen benadrukken hoe Spilliaert in het late symbolisme thuishoort, terwijl andere zijn 'vrije' positie tegenover kunstrichtingen benadrukken. Tegenover een moeilijke, al te gezochte tekst van Michel Draguet over de zelfportretten staat het heldere essay van Bernard Dewulf over hetzelfde onderwerp. Anne Adriaens-Pannier, auteur van de recente monografie 'Spilliaert: de bezielde blik en samensteller van de retrospectieve'*, schrijft drie teksten waarin ze nogmaals haar ruime blik bewijst: een gebalde samenvatting van haar monografie, een analyse van het illustratiewerk, en een vergelijking met Redon en Kubin. Alle tentoongestelde werken worden gereproduceerd in katernen die de indeling van de expositie volgen. Het boek bevat nog een biografie, beknopte bibliografie en lijst van tentoonstellingen. Knap vormgegeven, in tweekolommendruk, en in een mooie letter gezet.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.