De Leeuw van Vlaenderen, of De Slag der Gulden Sporen
Hendrik Conscience
Karel van der Leeuw (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ambo, cop. 2006 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 215 LEEU |
31/12/2006
In dit tweede deel in de nieuwe Ambo-reeks over 'Oosterse filosofie' gaat Karel van der Leeuw heel systematisch te werk in zijn poging het confucianisme zo bevattelijk mogelijk uit te leggen. Dat merk je reeds in de inleiding wanneer hij het Chinese denken situeert t.o.v. het Indische en het christelijke. Hij stipt gelijkenissen en verschillen aan in de beleving van hun rituelen, institutionele organisatie en constructie van hun wereldbeeld. Het eerste hoofdstuk situeert het confucianisme tegenover de achtergronden van de grote Chinese dynastieën, de machtsstrijd, maar ook de intellectuele ontwikkelingen. Pas daarna treedt Confucius op de voorgrond. De auteur wijst onmiddellijk op het bestaan van twee beelden over deze Chinese wijsgeer. Het ene is omgeven met legenden, nochtans gebaseerd op een biografie en een historische schets van de Chinese oudheid uit de eerste eeuw v.C. Het andere is waarheidsgetrouwer en haalt zijn spaarzame gegevens uit oudere kronieken en opgetekende gesprekken. De belangrijkste betekenis van Confucius ligt in het feit dat hij de deugdzaamheid beklemtoonde. Daarvan zijn vele voorbeelden te vinden in de geschriften waarin hij oude begrippen een nieuwe, ethische inhoud gaf. Menselijkheid wordt medemenselijkheid, het edele wordt het nobele. Hij herhaalt verder de universele gulden regel: "Wat je voor jezelf niet wilt, leg dat ook niet op aan anderen". Zelfs wanneer hij het belang benadrukt van goede omgangsvormen en ceremoniën, beklemtoont hij dat ze gebaseerd moeten zijn op innerlijke vervolmaking. Zelf zag Confucius zich eerder als schatbewaarder dan als grote vernieuwer of stichter van een levensbeschouwelijke stroming. Directe leerlingen had hij weinig, maar latere volgelingen vormden mee het confucianisme en zij krijgen in dit werk ruim aandacht. Een eeuw na Confucius' dood wordt Mencius of meester Meng geboren. Over hem weten we vrijwel niets, maar hij liet belangrijke geschriften na. Hij systematiseerde de deugdenleer van zijn voorganger tot een viertal hoofddeugden en benadrukte de goedheid van de menselijke natuur. Ook latere confucianisten als Xunzi en Dong Zhongshu en zelfs neo-confucianisten als Zhu Xi komen uitgebreid aan bod. Dit leert ons veel over de ontwikkelingen en het (staats)belang van het confucianisme en het geeft een beeld van de discussies en de tegenstrijdige standpunten die werden ingenomen. De auteur kent zijn materie door en door en haalt een maximale informatie uit de historische feiten en geschriften. Een enkele keer wordt de filosofie naar de achtergrond verwezen door de grondige uitleg over de bronnen, hun validiteit en betrouwbaarheid. Maar verder toont de auteur een brede en diepgaande kennis van het Chinese denken, die steunt op doorgedreven wetenschappelijk onderzoek. Een heel degelijk werk dat vooral bij specialisten in de smaak zal vallen. [Dirk Magerman]
E. Mutter
De constatering dat zich een grote behoefte aan spiritualiteit aandient, is gerechtvaardigd. Daarbij valt ook op te merken dat er een groot publiek is dat zich interesseert in de oosterse wijsbegeerte. Het boek van Karel van der Leeuw over confucianisme kan in deze behoefte voorzien. De auteur geeft een heldere en goed toegankelijke inleiding in de leer van Confucius (551-479 v.Chr.), waarbij de geschiedenis en de denkbeelden van deze leer de volle aandacht krijgen. In het Confucianisme staat de innerlijke vorming van het individu voorop. Dit centraal stellen van het individu leidt echter niet tot het modernistische individualisme dat op zijn beurt immers weer kan leiden tot egoïsme. De leer is erop gericht het individu ervan bewust te maken dat het deel uit maakt van de grotere verbanden van de familie, de maatschappij en de staat. Het confucianisme kan ons helpen een helder inzicht te verkrijgen over wat er mis is in onze samenleving zonder dat het daarvoor een pasklare oplossing biedt. Het boek vormt door het grote aantal vertaalde fragmenten een kleine bloemlezing van het werk van Confucius. Met tijdtafel, aanwijzingen voor de uitspraak van het Chinees en een literatuuropgave. De auteur doceert confucianisme aan de Universiteit van Amsterdam.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.