De terugkeer van het gezag : waarom kinderen niets meer leren
Frank Furedi
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2006 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 309 FURE |
31/12/2006
De Britse socioloog Frank Furedi geeft met dit essay over de teloorgang van de intellectueel als kritische luis in de maatschappelijke pels, vlijmscherpe kritiek op het anti-intellectuele klimaat dat volgens hem heerst in de politiek, de onderwijswereld en in cultuurmiddens. De onafhankelijke intellectueel als geleerde met een brede visie en belangstelling voor publieke aangelegenheden, heeft volgens Furedi plaats moeten ruimen voor brave wijzen, denktank-apologeten en spindoctors. Experten, technocraten en managers voeren een instrumentalistisch beleid waarin onderwijs, kunst en cultuur enkel middelen zijn voor een breder praktisch doel: sociale integratie.
Die drie gebieden van de humanitas moeten de sociale cohesie verzekeren door participatie en zelfrespect te bevorderen in een diep verdeelde samenleving. Furedi velt een vernietigend oordeel over het participatieparadigma. Onder invloed van marktdenken en managementethos verdwijnt de oorspronkelijke functie van culturele instellingen naar de achtergrond, de verwachtingen worden naar beneden bijgesteld en een verdomming van de cultuur treedt op. Iedereen moet immers geïntegreerd worden, dat is het doel waarvoor alle middelen dienen ingezet. Hetzelfde instrumentalisme vindt Furedi terug in de hedendaagse obsessie met de kenniseconomie. Deze leidt ertoe dat in onze samenlevingen kennis zijn intrinsieke waarde verliest en tot beleidsinstrument of handelswaar wordt omgevormd.
Furedi blijft nochtans een adept van de verlichting, die hij als onvoltooid beschouwt. Hij meent dat de instrumentalisering van kennis de keerzijde is van het postmoderne irrationalisme. Postmoderne denkers en culturele feministen krijgen ervan langs omdat zij menen dat intuïtie tot inzicht leidt, of omdat zij waarheidsaanspraken relativeren en een particularistisch kennisideaal huldigen. Furedi verwerpt Adorno's dialectiek van de verlichting. De 20e-eeuwse gruwelen manifesteerden voor hem slechts een "onvermogen om het potentieel van de traditie van de Verlichting te ontplooien." Zou echter het verlichtingsdenken zelf niet debet zijn aan de vele maatschappelijke kwalen die Furedi vaststelt? Is een bepaald soort verlichting niet omgeslagen in de kapitalistische mythe waarin de technische rede triomfeert maar zich tegelijk verliest in haar beheersingsproject? Furedi mag dan wel fulmineren tegen wat hij noemt de "cultuur van de lage verwachtingen", van de "lage eisen", maar valt dit te rijmen met het diepe gevoelen te leven in een prestatiemaatschappij waar juist almaar meer eisen aan mensen worden gesteld? Die eisen houden gelijke tred met de evolutie en algemene ingang van nieuwe technologieën. Het gedram over de kennismaatschappij spoort met een turbodiscours over 'levenslang en levensbreed leren', 'leren leren', 'vaardigheden ontwikkelen' enz. We moeten nu eenmaal continu de uitdagingen aangaan die de kennismaatschappij met zich meebrengt, we moeten onophoudelijk innoveren, constant veranderen. Een leger kwaliteitszorgers, reclamemakers, onderwijsontwikkelaars, 'beheerders van de menselijke middelen' (Human Resources) zal ons daarbij helpen.
Furedi provoceert en gaat al polemiserend soms wat kort door de bocht. Er kunnen kanttekeningen worden geplaatst bij zijn analyses, maar ze zijn nooit gratuit en verschaffen links en rechts veel stof tot nadenken. [Hedwig Billiet]
Dr. D.G. van der Steen
Frank Furedi 1948), hoogleraar sociologie aan de universiteit van Kent, beschouwt zichzelf als intellectueel en daarmee als lid van een klasse die, voor zover nog niet uitgestorven, ernstig gecorrumpeerd is en niet meer in tel. De kenniseconomie roept enkel nog om kennis die geld oplevert, de cultuurindustrie levert steeds meer plat amusement. Verdomming van het onderwijs, infantilisering van de cultuur, omgekeerd snobisme van de anti-intellectuelen, het zijn grote woorden, maar dat houdt niet in dat Furedit geen gelijk zou hebben. Naarmate de lezer het echter meer met hem eens is, zal hij meer teleurgesteld zijn over diens presentatie: de grote gedrevenheid van de schrijver loopt vast in een ondoorzichtig betoog vol herhalingen, suggestieve opmerkingen en twijfelachtige generalisaties. Hetzelfde is eerder en beter gezegd, bijvoorbeeld door Bloom ('The Closing of the American Mind') en Finkielkraut ('La défaite de la pensée' vert. 'De ondergang van het denken'). Bevat noten, index en bibliografie.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.