Met vis naar zee
Nanouk Jutte
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Zwijsen, 2006 |
JEUGD : VERHALEN GEEL-GROEN (6-7 J.) : AVI 1 |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Zwijsen, 2015 |
NT2 Interreg Lager Onderwijs NT2.LO.5 |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Zwijsen, 2006 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : JUTT |
31/12/2007
Strips voor beginnende lezers
Sinds 2005 biedt de educatieve uitgeverij Zwijsen ook een serie strips aan in haar fonds voor beginnende lezers. In eersteleesboekjes worden tekst en beeld al sterk op elkaar afgesteld, maar een stripverhaal biedt misschien nog meer mogelijkheden om kinderen via beelden woorden en zinnen beter te doen lezen en begrijpen. Je kan narratieve sequensen opbouwen met stripplaatjes en tekst op verschillende wijzes integreren in het beeld. Daarnaast kan je dankzij de mogelijkheden van de striptaal het beeld visueel heel aantrekkelijk maken door bv. verschillende lijnvoeringen en tekentechnieken toe te passen, dynamisch met de plaatjes en de kaders om te gaan, een beeld over verschillende plaatjes te verdelen, plaatjes aan elkaar spiegelen en filmische effecten introduceren door het perspectief en camerastandpunt te wisselen etc. De uitgever doelt alvast op dat "Leesplezier": "Niet gewoon een pagina vol tekst maar een spannende strip, die lezen nog leuker maakt!". De visuele en narratieve mogelijkheden van een stripverhaal moeten er dus voor zorgen dat het leren lezen leuker en vlotter wordt. Dat is geen eenvoudige oefening gebleken, en de eerste zes albums, alle op AVI 1-niveau, in de reeks verschillen erg in kwaliteit. Hoewel in alle albums de stripplaatjes duidelijk het verhaal aanvullen en verrijken, schort er soms flink wat aan het verhaal en/of aan de plaatjes zelf.
Kom bij mij en De pet van jet bv. zijn eenvoudige en weinig originele stapelverhalen, erg mager, met weinig tekst, te veel banale zinnetjes en van die typische 'AVI-vervangwoordjes' (bv. 'sip' voor 'droevig', 'bol' voor hoofd). In combinatie met de plaatjes werken deze boeken nog wel, maar het kan toch niet de bedoeling zijn van een eersteleesboek dat de plaatjes de narratieve functie van woorden bijna volledig overnemen? Er moet nog genoeg en interessant leesmateriaal overblijven. Visueel gezien hanteert Els van Egeraat in De pet van jet de mooiste stijl, maar zet ze de plaatjes gewoon naast elkaar in een vrij klassieke paginaopbouw. Daniëlle Schothorst wendt iets meer mogelijkheden van de striptaal aan in Kom bij mij (bv. verschillende kadergroottes en inzetplaatjes), maar haar tekenstijl is dan weer uiterst rudimentair. Dat geldt ook voor Nicolle van den Hurk in Voor wie wil!. Het is opnieuw een stapelverhaal, dat wel meer en interessantere tekst biedt. De tekenstijl is dan wel eenvoudig, maar de pagina's worden goed en gevarieerd opgebouwd. Er komen wel opvallend weinig plaatjes voor: meestal drie per pagina, met nog vaak grote, soms twee pagina's beslaande prenten.
Een veel betere strip is Waar is de schat? van Camila Fialkowski en Jørgen Hofmans. Fialkowski tekent grappige figuurtjes, wendt verschillende technieken aan, varieert opvallend in perspectief en kadrering en deelt haar pagina's boeiend in. Helaas kan het verhaal niet overtuigen: het klassieke schatgraventhema wordt vereenvoudigd, uitgemolken en van flink wat banale verhaalelementen voorzien. Het boek bevat heel weinig tekst, die dan nog vaak te repetitief wordt. Een leuker verhaal is Vuur van tuur van Mark Janssen, over een vuurspuwend draakje dat niet meer welkom is in het kasteel. De taal is hier echter ook heel herhalend en bevat te veel 'AVI-vervangwoordjes'. Visueel gezien kan het album ermee door, maar valt het in geen enkel aspect echt op. De pagina's worden dynamisch opgebouwd met plaatjes die dicht aaneenhangen en elkaar soms overlappen.
Het blijkt dus niet zo eenvoudig om verbale taal, verhaal, beeld en striptaal samen te brengen in een over de hele lijn overtuigende eersteleesstrip. Dat het concept toch kan werken, bewijst Jan Jutte in Met vis naar zee. Het is een grappig verhaal over een jongen die met zijn vlieger in de vorm van een vis naar het strand gaat. Allerlei dieren en mensen denken dat er een vis op stap is en dat geeft aanleiding tot veel verwarring en slapstick situaties. Er gebeurt veel in deze strip en de mogelijkheden van de striptaal worden uitstekend aangewend met uitgesplitte beelden, spiegeleffecten en gevarieerde pagina-indeling. Ook in dit verhaal wordt, zowel in de beelden als in de taal, veel herhaald, maar met telkens een lichte variatie, wat het geheel boeiend houdt.
Voorjaar 2007 verschijnen nog drie albums in deze reeks, maar dan op niveau AVI 2: Hiep hiep, daar is Piep! (Mark Janssen), Een pak voor Jef? (Rick de Haas) en Wat hoort Kim daar? (Helen van Vliet). [Chris Bulcaen]
Thea W.A.M. Wolbink
Jan wil met zijn vis naar zee en beleeft onderweg allerlei spannende avonturen. Hij lijkt wel een vis op pootjes. Deel in de serie 'Strip voor beginnende lezers'. Een origineel en eigentijds eerste leesboekje in stripvorm van de meermaals bekroonde schrijver/illustrator en zijn vrouw. Het einde is positief en erg verrassend. De tekst is eenvoudig in eenlettergrepige woorden (AVI-S) en bevat veel herhalingen om het lezen te oefenen. Er zijn geen hoofdletters en er wordt beperkt gebruikgemaakt van interpunctie. Door de stripvorm moeten de kinderen lezen van links naar rechts en van boven naar beneden. Bij de steiger (blz. 18) wordt de leesrichting door rode pijlen aangegeven, dit is een beetje rommelig. Tekst en illustratie staan samen in een kader, de tekst in een tekstballon. Er zijn maximaal zes kaders op een pagina die soms samen één tekening vormen en soms niet. De figuurtjes zijn bijna schematisch. Er is veel actie, veel expressie en humor zoals bijvoorbeeld de poes die de vis volgt. De strip is getekend in Oost-Indische inkt en ingevuld met aquarelverf, daardoor krijg je transparante kleuren. Vorm en illustraties versterken het verhaal erg mooi. Vanaf ca. 6 jaar.
Diane Thoné
ua/an/22 j
Jan gaat naar zee en vis gaat mee. Het is een lange tocht! Poes probeert de vis te pakken, de hond probeert poes te pakken, en ga zo maar door. Loopt dat wel goed af? Met de reeks ‘strips voor beginnende lezers’ wil Zwijsen beginnende lezers plezier laten beleven aan het lezen vanaf het prille begin. De illustraties zijn hierbij uitermate belangrijk en spelen een sterk ondersteunende rol, want ze kunnen helpen de tekst beter begrijpbaar te maken. En dat is in dit boek – met de immer leuke tekeningen van Jan Jutte – uiterst geslaagd. Ook de tekst mag er wezen: integraal in AVI-1, best wel spannend én een toch wel verrassend einde. Je moet het maar doen. Zoals altijd gaat Zwijsen voor een totaalaanpak: zelfs het lettertype is aangepast aan het leesniveau, en dus goed leesbaar voor beginnende lezertjes. Een aanrader dus !
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.