De teleurgang van den Waterhoek
Stijn Streuvels
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2006 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : NEDERLANDS 851.6 STRE |
Beschikbaarheid | Uitgave | Volume | Plaats in de bib |
---|---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Lannoo, 2006 |
Jg. 2005, |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : JAARBOEKEN 11 |
31/12/2006
Jaarboek XI van het Stijn Streuvels-Genootschap is, onder redactie van Marcel de Smedt, in hoofdzaak opgebouwd rond de novelle 'Jantje Verdure', die in 1903 in drie afleveringen verscheen in het tijdschrift 'Vlaanderen' en het jaar nadien werd opgenomen in de bundel Dorpsgeheimen. Het jaarboek opent met een facisimile van de eerste twee hoofdstukken van de afzonderlijke druk die in 1943 verschenen in de reeks 'Blauwe Snoeckjes'. Als opstap naar de essays die erop volgen geven beide hoofdstukken de lezer voldoende inzicht in de stijl en de thematiek die Streuvels in zijn verhaal over het dorpsbakkertje uit Heule (bij Kortrijk) heeft uitgewerkt. In zijn bijdrage 'Het gebak dat een boek moet nabootsen' legt Tom Sintobin op een heldere manier de parallellen bloot die hij meent te mogen ontwaren tussen de bakkersstiel en het schrijven. Sintobin is voorzichtig in zijn besluiten: "Ik heb geprobeerd om 'Jantje Verdure' te lezen als een tekst waarin Streuvels zijn poëticale programma publiek maakt." Maaike Meijer deed onderzoek naar de sekseverhoudingen in de novelle en eindigt met een reeks vragen naar het psychologische profiel van Jantjes vrouw Theresia. Volgens haar "heeft Streuvels de kans gemist om een verhaal te vertellen, niet over weerloze mannen, als slachtoffers van kwaadaardige wijven, maar over mannen en vrouwen als slachtoffer van een patriarchale sociale orde, die anno 1914 de leden van beide seksen tot in de grond bedierf." Bijzonder lezenswaardig is ook het stuk 'Stijn Streuvels, de antecedenten en Heule: het geboortedorp', waarin Paul Thiers vanuit genealogisch onderzoek de nauwe emotionele banden tussen Streuvels en zijn geboortedorp onderzoekt.
Andere bijdragen in het jaarboek doen verder onderzoek naar de magistrale novelle 'Het leven en de dood in den ast' en naar de manier waarop Streuvels in zijn werk omgaat met de zeven hoofdzonden. En Karel Platteau meent dat de 'Tijd voor een nieuwe benadering' van Streuvels' oeuvre is aangebroken. Platteau hanteert de term 'Zugehörigkeit', die het besef impliceert tot de natuur te behoren (zonder het besef te verliezen een zelfstandig handelend wezen te zijn), maar ook het besef te behoren tot een geheel dat oproept tot erkenning en respect. In zijn besluit stelt hij nadrukkelijk dat de huidige benadering van de figuren bij Streuvels duidelijk de vroeger gehanteerde antithese van theïsme en atheïsme overstijgt en nu eerder te situeren is in het proces van mens-wording via liefde, onthechting en echt geluk, dit alles binnen het besef te behoren tot een groter kosmisch geheel.
Opvallend aan jaarboek XI is dat de verschillende auteurs elk op hun eigen manier in een verstaanbare taal, zonder academische pedanterie, aspecten van het oeuvre van Streuvels hebben blootgelegd die aanzetten tot verder onderzoek en hopelijk ook tot de (vernieuwde) lectuur van het werk. [Jooris Van Hulle]
Redactie Vlabin-VBC
Jaarboek XI van het Stijn Streuvels-Genootschap is in hoofdzaak opgebouwd rond de novelle 'Jantje Verdure' (1903). Het jaarboek opent met een facsimile van de eerste twee hoofdstukken van de novelle. Als opstap naar de essays geeft dit de lezer een voldoende inzicht in de stijl en de thematiek die Streuvels in zijn verhaal over het dorpsbakkertje uit Heule heeft uitgewerkt. Tom Sintobin ontwaart enige parallellen tussen de bakkersstiel en het schrijven. Maaike Meijer deed kritisch onderzoek naar de sekseverhoudingen in de novelle. Andere bijdragen onderzoeken andere teksten, en Karel Platteau meent dat de 'Tijd voor een nieuwe benadering' van Streuvels, in termen van 'Zugehörigkeit', is aangebroken. Opvallend is dat elke auteur op eigen manier in een verstaanbare taal, zonder academische pedanterie, aspecten van het oeuvre van Streuvels blootlegt die aanzetten tot verder onderzoek en hopelijk ook tot de (vernieuwde) lectuur van het werk. Het boek eindigt met de jaarlijkse kroniek en bibliografie over Streuvels.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.