Today = tomorrow : een hulde aan innovatie en baanbrekend onderzoek in de levenswetenschappen : 10 jaar VIB
Joke Comijn
Joke Comijn (Auteur), Sooike Stoops (Auteur), Ann Van Gysel (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Snoeck, 2006 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 573.2 COMI |
31/12/2006
Tussen fundi's die oreren over 'god spelen' en 'frankensteinvoedsel' en optimistische biotechneuten die beter willen doen dan de natuur en de honger de wereld zullen uithelpen, is het als leek moeilijk zicht te krijgen op wat de biotechnologie nu eigenlijk echt voorstelt. Twee recente publicaties kunnen ons een eind op weg helpen. In De mooie beloften van de biotechnologie bericht wetenschapsjournaliste Kim De Rijck kritisch over dit snel evoluerende maar controversiële gesleutel aan onze en andersoortige genen. Een verklarende inleiding biedt De zaak DNA, de tentoonstelling en het boek van het Vlaams Instituut voor de Biotechnologie.
De zaak DNA
Tentoonstelling en boek willen het grote publiek uitleggen wat DNA is, hoe genen werken en hoe het wetenschappelijk onderzoek die kennis toepast in gentherapie en andere biotechnologische ingrepen. Dit overzicht beperkt zich wel tot die ingrepen die de gezondheid van de mens ten goede komen: oplossingen voor erfelijke aandoeningen als Alzheimer of borstkanker; biotechnologische productie van geneesmiddelen; proteomics (studie van het individuele geheel van eiwitten, handig om bv. te voorspellen welke geneesmiddelen werken bij welk individu); de inzet van nanopartikels voor gentherapie; en natuurlijk stamceltherapie. In het bijzonder worden de resultaten van de verschillende eenheden van het (interuniversitair) Vlaams Instituut voor de Biotechnologie in de verf gezet: de onderzoeken van Christine van Broeckhoven en Bart De Strooper rond Alzheimer, Walter Fiers en zijn project om een universeel vaccin tegen alle griepvarianten te ontwikkelen, de eiwitbiomerkers van het jonge bedrijf Peakadilly etc.
Tentoonstelling en catalogus gaan de meer controversiële biotechnologische domeinen als genetische gewijzigde organismen uit de weg. Er is nauwelijks protest tegen gentechnologie die zich richt op genetisch gerelateerde ziektes, al zijn er zeker allerlei problemen mee gemoeid, zoals onverwachte gezondheidsrisico's, tot de dood toe. Het boek gaat daar nogal vlug over, maar een groter gebrek is dat de aangeboden informatie heel ongelijk is en te weinig diep graaft. Terwijl sommige onderzoeken goed voorgesteld worden, komen we van de meeste weinig te weten. Het hoofdstuk over geneesmiddelen stelt zwaar teleur, en bevat weinig relevante, maar 'pro domo' informatie over de werking van vaccins en de erkenningsprocedure van geneesmiddelen. Ook de uitleg over DNA en genen is te beperkt, het is het bekende verhaal uit de schoolboeken, en we horen niets over de complexere genenpatronen en -interactie die maken dat het standaardverhaal van 'dit of dat gen codeert voor deze of gene eigenschap' niet meer volledig opgaat.
Positief aan het boek zijn de uitstekende illustraties en schema's (al zitten er wel een paar gratuite beelden tussen), en het veelvuldig gebruik van vakjargon, dat goed uitgelegd wordt in tekst, illustratie en een glossarium. In de redactie van het boek werd echter duidelijk minder werk gestopt dan in de tentoonstelling, die op zich niet meer informatie biedt, maar wel een bijzondere vorm werd gegeven. De expositie is een huis waar je in de kamers met gentechnologische onderzoeken kennismaakt. Doorheen de opstelling zit ook nog een detectiveverhaal verweven. Bij de tentoonstelling horen nog vrij toegankelijke lezingen en nevenactiviteiten, en ook zes lespakketten voor leraren. Al bij al een aantrekkelijk vormgegeven pakket die wel een te zonnig beeld biedt van de biotechnologie en iets teveel naar promotie ruikt voor het eigen VIB-onderzoek.
Mooie beloften
Voor een meer kritische voorstelling kunnen we bij Kim De Rijck terecht. De titel van haar boek is terecht dubbelzinnig want er zijn in de biotechnologie al heel wat problemen opgedoken op het vlak van financiële kosten, gezondheid, ecologie en ethiek. In een stevig tempo overloopt De Rijck talrijke realisaties, onderzoeksprojecten en toekomstscenario's in verschillende domeinen. Ze heeft die gerangschikt volgens graad van controverse: van de weinig omstreden stamceltherapie en andere medische toepassingen, over de te weinig publiek besproken sectoren van de industriële biotechnologie, genenjacht en artificiële evolutie, tot de omstreden kwesties van nanobiotechnologie en genetisch gewijzigd voedsel (GGO). Een belangrijke rode draad doorheen al die hoofdstukken is dat de biotechnologie dichter bij ons staat dan we denken, met nu al grootschalige toepassingen (bv. nanotechnologie in textiel, of geneesmiddelen aangemaakt door genetisch gewijzigde bacterieën), of ongewenste fenomenen (zoals besmetting door GGO's). Controle, regelgeving en ethisch debat lopen altijd achter op de ontwikkelingen in het veld.
Ondanks de duidelijke structuur merk je een zekere incoherentie in dit boek. Sommige stukken zijn veel beter uitgewerkt, met meer achtergrond en verklaring van begrippen, dan andere. In het algemeen biedt De Rijck te weinig basisinformatie over DNA, genomen en gentechnieken, en het beetje dat ze wel aanreikt, is heel verspreid over de verschillende hoofdstukken. Incoherentie kenmerkt ook haar kritische benadering van de biotechnologie. Die gaat behoorlijk ver en levert een indrukwekkende lijst van problemen en incidenten op, maar De Rijck systematiseert de kritische punten niet, en schaart zich uiteindelijk grotendeels achter de grote argumenten van de discipline, zoals daar zijn: je moet nu eenmaal risico's nemen in naam van de vooruitgang, de huidige problemen horen bij een jonge discipline, biotechnologie is milieuvriendelijker, er is geen verschil met de aloude agrarische kunst van soortenveredeling, je kunt GGO's toch niet meer tegenhouden etc. De Rijck haalt wel zwaar uit naar het gebrek aan onafhankelijke controle (de procedure ter goedkeuring houdt enkel een zelf-controle in van onderzoeksinstituten en bedrijven), en de grijze zone waarin de industriële biotechnologie verkeert. Zogezegde succesverhalen als de 'gouden rijst' (rijst waar een gen aan werd toegevoegd dat bètacaroteen aanmaakt, wat blindheid helpt voorkomen) of het mindere pesticidengebruik bij GGO's neemt ze echter kritiekloos over, terwijl er toch heel wat kanttekeningen en fundamentele bezwaren bij gemaakt kunnen worden. Dat mindere pesticidengebruik bv. geldt enkel in vergelijking met de gangbare industriële landbouw, en bovendien komen er steeds meer berichten dat er ook bij GGO's steeds meer gespoten moet worden.
Het gebrek aan fundamentele kritiek hangt samen met het tekort aan basisinformatie. Als De Rijck meer had geschreven over de interactie tussen genen en de complexe werking van de cel, dan waren de problemen verbonden met soortoverschrijdende gentransfer en de toch wel 'grove' aard van gentechnologie vlugger duidelijk geworden. Biotechnologie is voor een groot deel nog 'trial and error'. Het gebeurt zo vaak dat na de lange goedkeuringsprocedure er toch nog allerlei kwaadaardige effecten optreden: onverwachte genetische wijzigingen, nefaste veranderingen in het proteoom (het geheel van eiwitten in een organisme) of de werking van de cel.
Een andere fundamentele discussie die De Rijck te weinig bespreekt is de hele economische context van GGO's. GGO's zijn fundamenteel verbonden met een industriële benadering van de landbouw, en dat botst met de noodzaak voor een meer duurzame landbouw, die tegemoet kan komen aan zowel ecologische problemen als sociale noden. Terwijl het telen van GGO's misschien wel een initiële winst oplevert voor boeren, blijven de langetermijneffecten onbekend en is alvast hun keuzevrijheid ernstig beperkt. Het is vooral een kwestie van aanpassen aan een systeem van monocultureel en monopolie. Misschien en dat is een grote misschien -- zal biotechnologie ooit de honger uit de wereld helpen, maar wat zullen we onderweg niet allemaal verloren hebben?
Hoewel een heel informatief boek, schiet De mooie beloften van de biotechnologie tekort op het vlak van fundamenteel inzicht in het genoom, en beschouwingen in de bio-ethiek en een duurzame samenleving. De zaak DNA mag dan ondertussen opgelost zijn, de biotechnologie blijft voorlopig een duistere zaak.
De tentoonstelling 'De zaak DNA' loopt nog tot 18 maart 2007 in de Kunsthal Sint-Pietersabdij te Gent, Sint Pietersplein 9. Tel. 09 2446611. Zie ook www.dezaakdna.be. [Chris Bulcaen]
Dr. W. van Delden
Na een algemene inleiding over DNA en erfelijkheid worden in de volgende hoofdstukken de relaties tussen genen en ziekten bij de mens (zoals Alzheimer, hartinfarcten en diabetes) besproken. Hierbij wordt vooral ingegaan op de rol die biotechnologische technieken (onder andere stamcellen en gentherapie) kunnen spelen bij diagnose en genezing van dergelijke ziekten. De auteurs zijn betrokken bij het Vlaamse Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie (VIB). Dit komt in de tekst tot uitdrukking als op relevante plaatsen vermeld wordt wat VIB-onderzoek op bepaalde terreinen heeft opgeleverd. Goed leesbaar, mede door de vele fraaie en duidelijke illustraties (foto's en tekeningen in kleur). Het boek vereist bij de lezer wel een basiskennis van de biologie. Voorzien van index, woordenlijst en referenties (vooral websites). Een goede inleiding tot dit sterk in de belangstelling staande onderwerp.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.