De rest van ons leven
Els Beerten
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Querido, 2005 |
VERDIEPING 3 : STAMPKOT : YOUNG ADULT : BEER |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2005 |
YOUNG ADULT : BEER |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2005 |
YOUNG ADULT : BEER |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2005 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 8158 |
Kathy Mathys
ob/kt/30 o
Met In het donker is het veilig , een boek voor kinderen vanaf negen jaar, leverde Els Beerten een ontroerend portret van twee broertjes die te lijden hebben onder het eeuwige geruzie van hun ouders. Om te ontsnappen aan de nare sfeer in huis bedenken ze allerlei gekke spelletjes. Ook in het voor een tienerpubliek bestemde Lopen voor je leven verzinnen de personages spelletjes, al ontaarden die hier in duisterder taferelen.
Zomer 1977. Noor is pas achttien wanneer ze voor het eerst een marathon loopt. Hoewel haar ouders en haar trainer aanvankelijk tegenstribbelen, kan niets de koppige Noor van haar plan weerhouden. We volgen haar van bij de start tot aan de eindstreep en dwalen rond in haar hoofd vol gonzende gedachten. De loopscènes worden onderbroken door flashbacks uit het leven van de veertienjarige Noor. Toen veranderde er immers heel wat. Rosie, Noors beste vriendin, zat niet langer bij haar in de klas. Ze volgde nu huishoudkunde en gedroeg zich net als die trutjes waaraan Noor en Rosie altijd al zo een hekel hadden. Omdat ze haar vriendin steeds minder vaak zag, begon Noor rondjes te lopen rond het voetbalveld. Ze hield ervan om het bloed te voelen kloppen in haar hoofd. Tijdens haar loopsessies slaagde ze er ook in om een akelige herinnering uit haar kindertijd even van zich af te zetten.
Rosie had zo haar eigen manier om diezelfde gruwelijke gebeurtenis te vergeten. Ze begon te stelen en had elk weekend wel een ander vriendje. Rosies broer Mattia, die al verliefd was op Noor, deed zijn best om de twee weer wat dichter bij elkaar te brengen, maar Rosie en Noor leken wel twee vreemden. Vroeger konden ze goed met elkaar praten, maar nu deden ze zo schichtig. ,,Alsof we allebei van porselein waren,'' zegt Noor. Wat er precies gebeurd is in die verre zomer, krijgen we te lezen in flashbacks.
Noors tiende verjaardag was de beste uit haar leven. Ze kreeg een boomhut van haar vader en speelde er elke dag met Rosie en soms ook met Mattia. Linda, een dik buurmeisje dat door haar zussen werd gepest, volgde Rosie en Noor overal. De twee vriendinnen tolereerden haar gezelschap, zolang Linda naar hun pijpen danste. Alles liep goed tot Linda een geheim ontdekte over Rosie en Noor. Ze beloofde haar mond niet voorbij te praten op voorwaarde dat er nu volgens haar spelregels werd gespeeld.
Het zou zonde zijn om de volledige plot hier te onthullen. De marathonscènes stuwen het verhaal naar een finale en Beerten weet er de spanning heel goed in te houden. Ze bedient zich van een knappe romanstructuur die haar de mogelijkheid geeft de personages grondig te verkennen.
Het grote trauma waarmee Rosie en Noor te kampen hebben, is niet potsierlijk of voorspelbaar zoals in heel wat kinderboeken. Hun pijn wordt levensecht geschetst en is op elke bladzijde voelbaar. De naargeestige scènes in het bos zijn gedrenkt in een donkere en sensuele poëzie. Bovendien zijn ze gevat in spaarzame bewoordingen waarvan een grote dreiging uitgaat. Dat geldt niet altijd voor de rest van de roman, waarin Beerten soms een tikkeltje te uitleggerig wordt. Zo stelt ze erg vaak dat Noor begon te lopen om met haar duistere demonen af te rekenen.
De marathon wordt ook iets te prominent naar voren geschoven als metafoor voor het leven: ,,Net zoals je in de marathon geen fase kan overslaan, zo ook niet in het leven Je kunt geen schaar zetten in het leven, en eruit knippen wat je niet zint.'' Het zijn slechts schoonheidsfoutjes in een sterke jeugdroman die kan bogen op degelijk uitgewerkte personages, een inventief verhaal en een beeldende taal. Ondanks de duistere scènes in het bos is dit boek een stuk optimistischer dan In het donker is het veilig , waarin de twee jongetjes niet wisten of hun ouders nu samen bleven of niet. Wanneer Noor de finish haalt, is voor haar de grootste strijd gestreden.
Koen Driessens
te/ep/27 s
Els Beerten verwerkt zichzelf in haar boeken
AARSCHOT -
Noor is een natuurtalent in het langeafstandlopen, maar is slechts met moeite over te halen om competitie te lopen. Zij loopt voor zichzelf, letterlijk weg van een trauma uit haar kindertijd (waarbij een speelkameraad omkwam). "Ik was al lang aan het worstelen met dit verhaal over tienermeisjes die in de knoop liggen, toen me onder het lopen inviel hoe geschikt het verloop van een marathon is als metafoor voor een verwerkingsproces," zegt Els Beerten, zelf langeafstandsloopster.
Noor neemt zich voor - tegen alle goede raad in - om meteen ook maar een marathon te gaan lopen. "Ik heb kinderpsychologen gepolst hoe jongeren uit zo'n trauma kunnen komen. Door creatief te zijn, schijnt het. Maar 't zei me niks een verhaal te maken rond een meisje dat schittert in tekenen of schrijven. Dan zei 'n psycholoog me hoe aan een geïnterneerd kind te zien is of het een kans op herstel maakt. Dat is als het op lange termijn denkt, bv. door te sparen voor iets. Wel, dat is precies wat zich voorbereiden op een marathon is."
Door de gebeurtenis in haar jeugd is Noor onzeker en bang voor wat de mensen van haar denken. Haar low profile staat zelfs haar romance met buurjongen Mattia in de weg. Maar tegelijk is ze zeer gedecideerd om de marathon te lopen. "Ik verschiet er altijd van hoe sterk mensen kunnen zijn, vooral in de grootste miserie. En misschien is het ook zo dat hoe onzekerder iemand is, hoe groter de nood zich te willen bewijzen. Maar de loutering voor Noor komt er pas wanneer zij niet meer dwangmatig loopt, maar voor haar plezier. Zo ervaar ik het lopen toch."
Feminisme
Zoals in voorgaande boeken komt Beertens eigen achtergrond naar voor: bv. de toneelschool in 'Scènes', haar debuut uit '87; of ballet in 'Mijn tweede solo', bekroond door Kinder- en Jeugdjury Limburg in '91. Behalve het lopen zijn het leven tussen migranten en het spelen in de bossen van haar Koerselse jeugd herkenbaar. "Als ik schrijf, heb ik een achtergrond nodig die ik ken." Ook al doet die verder weinig ter zake: het feit dat Noor Italiaanse buren heeft, is geen middel om te kunnen uitweiden over allochtonen of verdraagzaamheid. "Nee, dat was gewoon de evidente realiteit voor mij. Die personages zijn alleen maar Italiaans omdat ik de Italianen altijd zo knàp vond (lacht)."
Ook het feit dat Noor haar marathon loopt op een moment dat vrouwen niet geacht werden zo'n zware wedstrijd te lopen (het verhaal speelt in de jaren '70), is niet bedoeld als feministisch standpunt. "Dat kwam toevallig historisch zo uit. Het zegt meer over Noors dapperheid. Feminisme is mij vreemd; ik heb nooit moeten onderdoen voor mijn broers."
"Ik zou niet kunnen schrijven over racisme of feminisme; dan ligt het er te vingerdik op. Ik schrijf over personages, relaties, niet over situaties. En over mezelf. Ik schrijf geen boek waar ikzelf, via de personages, niet in zit. Want daarom doe ik dit: om de wereld te bevatten, om mezelf te ontdekken in wat me bezighoudt en hoe ik de dingen zie. En dat is niet altijd even prettig. In dit boek borrelen wreedheid en schuld boven. En ik betrap mezelf erop dat ik ook kleine kanten heb (jaloezie, zelfzucht...), ook al wil ik alleen maar perfect zijn. Dit boek heeft me geleerd me te verzoenen met het feit dat we slechts kunnen proberen..."
+15
Tips van schrijvers voor schrijvers
Vijf jaar na de eerste zaterdagcursus voor schrijvende jongeren, zetten Els Beerten, Daniel Billiet, Kolet Janssen, André Sollie en Marita de Sterck hun goede raad, ervaringen en vuistregels (die verder gaan dan correct taalgebruik) te boek in 'Vingeroefeningen'.
Els Beerten wijdt haar deel van het boek vooral aan de spanningsboog van Aristoteles. "Ikzelf schrijf zonder stramien of fiches met karakterschetsen en plotwendingen. Ik moet vrij zijn om al schrijvende te fantaseren. Een verhaal uitschrijven waarvan de plot op voorhand al vaststaat, kan ik niet. Maar omdat ik toch een spanningslijn moet opbouwen, probeer ik me bepaalde regels voor de geest te houden."
Wat best nuttig is. Student Egon Loosveldt (Berchem): "De cursus heeft mij alvast geleerd een verhaal uit te werken. En vlotter vanuit het niets te beginnen, terwijl ik vroeger na drie zinnen al vastzat."
Ook in haar klassen (Nederlands en Engels) op de middelbare school geeft Beerten al jaren schrijfoefeningen. "De leerlingen voelen snel aan dat schrijven wérken is, maar zijn er toch op gebeten 't zo goed mogelijk te doen, ook al geef ik er geen punten op. Sommigen ontdekken onvermoede talenten. Zelfs leerlingen in economische of wetenschappelijke afdelingen: iedereen heeft fantasie."
Inmiddels dragen de Vlaamse auteurs hun 'vingeroefeningen' uit. Zoals vorig jaar doceren Beerten en co momenteel twee weken in Pretoria aan Afrikaanssprekende studenten.
+14 'Vingeroefeningen', Els Beerten e.a., Uitg. Biblion & Afijn, 128 blz., E 9,95.
Geert Mertens
em/ec/13 d
Langdorp
Toen ze een puber was, schreef ze kisten vol gedichten, brieven naar vrienden en dagboeken. Nu is Els Beerten uit
Langdorp 44 en heeft ze haar veertiende boek in de winkel liggen. In 'Lopen voor je leven' brengt de jeugdschrijfster het
verhaal van een meisje dat een marathon wil lopen. In 1977, het jaar waarin het boek zich afspeelt, geen evidentie want het is de eerste keer dat ook vrouwen mogen deelnemen aan het langste loopnummer.
«Ik ben altijd al graag met taal bezig geweest en schrijven was daar een logisch gevolg van», zegt Els. «Op mijn dertiende probeerde ik mijn eerste boek te schrijven, maar dat bleek moeilijker dan ik eerst dacht. Toen ik achttien werd, wilde ik juffrouw worden, maar tegelijk overwoog ik ook een carrière als actrice, kinderarts of astronaut», lacht Els.
«Boeken schrijven is in een stroomversnelling terechtgekomen toen ik de John Flandersprijs voor kinderboeken won. Even later was er mijn eerste boek, 'Scènes', klaar», vertelt Els, die altijd voor kinderen en jongeren geschreven heeft.
«In een kindertijd gebeurt er zoveel en door mijn fascinatie voor de kleinsten schrijf ik altijd vanuit dat oogpunt», legt ze uit. «Ik voel hun leefwereld ook heel goed aan. Toch wil ik ook dat volwassenen plezier beleven aan mijn boeken. Ik wil graag gelezen worden.»
Lopen
'Lopen voor je leven', Els' nieuwste boek, gaat over het meisje Noor, die heel goed is in lopen. «Dat lopen is voor haar een manier om dingen uit haar jeugd te verwerken», licht de schrijfster toe. «Langzamerhand ontdekken de mensen dat ze heel goed is in lopen. Het boek is gericht op jongeren van 14 jaar en ouder.»
Over haar toekomstplannen wil de auteur nog niet veel kwijt. «Het zit nog in een embryonale fase», zegt ze. «Het gaat over iemand die iets wil bereiken, maar tegenkanting lijkt te krijgen van de rest van de wereld. Hoe langer ik schrijf, hoe kritischer ik word voor mezelf. Over 'Lopen voor je leven' heb ik drie jaar gedaan, terwijl andere boeken vaak op een jaar klaar waren.»
31/12/2003
Tijdens het lezen van Lopen voor je leven van Els Beerten eventjes een déjà vu gehad. The loneliness of the long distance runner van Alan Sillitoe (1962), verfilmd door Tony Richardson en De hardloper van Cynthia Voigt (1987), bekroond met een Zilveren Griffel in 1988. En me meteen afgevraagd of het concept van de twee klassiekers niet tot plagiaat of herhaling zou leiden? Het is niet de eerste keer dat een boek van Els Beerten een déjà vu-gevoel bij mij oproept. Het concept van In het donker is het veilig (1998) deed me teruggrijpen naar De gluiperd (1991) van Anne Fine. In beide boeken verschalken de kinderen, of tieners, de realiteit vanuit de veilige duisternis van een kast. Toch zijn het twee andere verhalen geworden en zo is het gelukkig ook met Lopen voor je leven. Dat neemt niet weg dat Els Beerten met het adapteren van een eerder gebruikt concept een groot risico nam. Twee grote voorgangers dagen haar immers uit om eigen accenten te leggen.
Lopen voor je leven start op 16 september 1977, wanneer de achttienjarige Noor zich inschrijft voor de marathon. Kan niet, zeggen de organisatoren, 18 is te jong, en dan nog een vrouw! Maar Noor geeft niet toe, want de marathon loopt ze niet zomaar. Al gauw is het duidelijk dat ze wil afrekenen met een trauma uit haar kindertijd. Zo erg dat Noor een in zichzelf gekeerde tiener werd, altijd op de vlucht voor zichzelf en als de dood voor de aandacht van anderen. Een adolescente die een schaar in een bepaalde periode van haar leven zou willen zetten. Wat er gebeurde komen we te weten in flashbacks naar het verre en nabije verleden. Naar de tijd toen haar buurmeisje Rosie en zij tien waren, haar vader voor haar een boomhut bouwde, een droomplek voor hen en voor Linda, het dikke vriendinnetje uit hun straat. De tijd ook dat Rosies broer Mattia beloofde met haar te trouwen. Beerten roept heel suggestief de zorgeloze, gouden kindertijd op, de ontdekking van de seksualiteit incluis. Ze tekent de geaardheid van de kinderen trefzeker uit en bereidt de lezer voor op hun latere ontwikkeling. Met één zinnetje trekt ze een rode draad door het verhaal: "Ik vond haar de allerliefste, en zij mij." Dit cruciale zinnetje ligt aan de oorsprong van het drama dat brutaal een einde aan hun kindertijd maakte. Linda 'betrapt' Rosie en Noortje op seksuele spelletjes en chanteert hen. "Nu speel je mijn spel, of ik verklap jullie". Dit spel eindigt voor Linda fataal, en zowel Noor als Rosie worden voor het leven getekend. Ze gaan op de vlucht voor elkaar, terwijl ze allebei bevestiging zoeken voor hun recht op verder leven en bijna wanhopig bedelen om liefde. De vroegrijpe, zorgeloze en knappe Rosie begint met snoep te stelen om zich vriendinnetjes te kopen en eindigt als kleptomaan. In het nabije verleden vlucht ze in de armen van wel '100 lieven'. Het argeloze kind Noortje vlucht voor de spoken en vooral voor haar angst in een nieuwe passie, hardlopen. Lopen is het alternatief voor sterven, volledig verdwijnen. In het nabije verleden sluit ze zich, uit schrik om ontmaskerd te worden als een 'heks', af voor haar trainer en haar vrienden, zelfs voor de 'zonnige' vriendin Zoë, die altijd alles begrijpt: "Niks wist ze van me. Ik sloot mijn oren. Het was iets waarin ik mezelf de laatste jaren goed getraind had. Ik kon echt mijn oren van binnenuit sluiten." Ook Mattia krijgt geen kans meer, zelfs al bedelt ze inwendig om zijn aandacht. Niets kan nog, zolang Rosie en Linda met haar meelopen. En dan rijpt de idee van de marathon. Hardlopen kan haar kortstondig de illusie van vergetelheid brengen, het lange afstandlopen zal haar met zichzelf confronteren. Het zal haar 'berg' zijn die ze loopt, ze zal komaf maken met het trauma van haar kindertijd, de ultieme overwinning op de angst voor 'de anderen'. Bij de finish verwoordt de laatste zin trefzeker haar dubbele overwinning: "En dan voel ik duizend armen om me heen."
Els Beerten hanteert een strakke structuur. Om de 5, soms 2 of 3 kilometer klokt ze af en vertrekt ze opnieuw vanuit het lopen zelf. De vervelende mannen die Noor van zich af moet schudden, haar voeten die ze moet blijven opheffen, het zweet waarvan ze houdt, de steun van andere vrouwen en van de supporters, het is filmisch in beeld gebracht.
Binnen het ritme van de gelopen kilometers volgen de flashbacks, vaak vastgeknoopt aan associatieve beelden, en even gedisciplineerd gestructureerd als Noors hele leven.
Hoe meer kilometers Noor loopt, hoe dieper ze gaat, hoe dieper ze afdaalt in zichzelf en hoe meer ruimte ze het verre verleden, Linda en Rosie, geeft. De slingerbeweging tussen heden en verleden maakt dat Noor de marathon eigenlijk twee keer loopt, vooruit en achteruit. Daartussendoor volgt het verhaal ook nog eens een dubbele, ineengestrengelde cirkelbeweging. De eerste start en eindigt bij Rosie, de tweede start en eindigt bij Mattia. Ze worden allebei gedragen door een aantal sterke motieven.
In de cirkelbeweging rond Rosie is het motief van de 'moodring' het sterkst. Noor krijgt hem van Rosie voor haar tiende verjaardag. De zwarte steen kan onder invloed van hevige emoties blauwgroen worden. Na het ongeluk steekt Noor de moodring aan Linda's vinger, als een soort zoenoffer om haar weer tot leven te wekken. Daarna verdwijnt hij uit haar leven, net zoals Rosie, de allerliefste, verdwijnt. De ring duikt weer op, maar Noor heeft zich voor alle emoties afgesloten en hij blijft zwart. Pas op het einde van de marathon, wanneer ook Rosie aan de eindstreep wacht, is hij voor het eerst in jaren weer blauwgroen. De cirkel is gesloten.
De cirkelbeweging rond Mattia steunt op het motief van de spiegel, een geschenk van Mattia voor haar tiende verjaardag en het enige wat ze uit de boomhut naar haar kamer overbracht. De marathon is voor haar een symbolische spiegel. Hij verplicht haar naar zichzelf te kijken. Met weinig woorden, maar in prachtige beelden en zinnen, beschrijft Els Beerten de slingerbeweging van de relatie Noor-Mattia.. Het woordje 'de allerliefste', dat tegelijkertijd angst en hunkering uitdrukt en zowel naar verleden als heden verwijst, is blijvend voelbaar. "Hoe hij me aankeek. Zo nieuwsgierig. Zo blij. Alsof ik de allerliefste was."
Els Beerten heeft Noors verhaal niet alleen even strak gestructureerd als Noors leven zelf, maar ze heeft ook het zinsritme aangepast aan het lopen. De korte zinnen brengen Noor niet uit haar loopritme. Je hebt als lezer het gevoel dat je na het lezen zelf de marathon loopt. Lopen voor je leven is een sterke roman. De inhoud vloeit voort uit het voor adolescentenromans typische zoeken naar jezelf, en de vorm leunt aan bij het concept van Sillitoe en Voigt, maar Beerten vulde zowel inhoud als vorm met eigen accenten in.
Het is een gelaagde roman die blijft hangen vanwege de universele emoties. Het overwinnen van je angst voor het leven, het loskomen van je kindertijd, het angstvallend zoeken naar erkenning en vriendschap. Niet alleen adolescenten, maar ook volwassenen kunnen er zich in inleven. Het is bovendien een zeer menselijke roman, die ieder element van Kurt Vonneguts citaat uit Slaughterhouse-Five onderschrijft: 'And Lot's wife, of course, was told not to look back where all those people and their homes had been. But she did look back, and I love her for that, because it was so human. So she was turned to a pillar of salt. So it goes.' Els Beerten heeft een manier gevonden om Noor via een terugblik te laten ontdooien en legt het emotionele proces bloot in een rijk, hartverwarmend en ontroerend verhaal. [Jet Marchau]
Mac Steenaart
Noor is achttien en een oertalent als het gaat om hardlopen. Als zij besluit een marathon te gaan lopen, verklaart iedereen haar voor gek. Toch doet zij het. Onderweg draait de film van haar puberteit door haar hoofd. Daarin spelen vriendschappen een grote rol: vriendin Rosie, vriend Mattia en Linda die bij een spel om het leven komt. Alle beelden zorgen voor voldoende wilskracht om de wedstrijd tot een goed einde te brengen. Met de marathon als rode draad (terwijl de nog te lopen meters worden afgeteld, beleven we de gemoedstoestand van Noor van dat moment) blikt Noor zelf terug op haar woelige pubertijd. In korte, sobere zinnen wordt een aangrijpend verhaal over jeugd, vriendschap, liefde, sport en dood verteld. Al deze gebeurtenissen hebben haar gevormd tot het meisje dat nu in staat is om een enorme prestatie neer te zetten. Om je te kunnen verplaatsen in de sterk wisselende gevoelstoestanden van de personages en de kracht van vriendschappen moet de doelgroep gezocht worden in de leeftijd vanaf ca. 14 jaar. Prachtig boek dat boeit 'van start tot finish'.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.